Hendrik Petrus Berlage, biografie van een zachtaardige idealist

Om met de deur in huis te vallen: de kunstenaarsbiografie van Max van Rooy over de vormende jaren van de beroemde bouwmeester Hendrik Petrus Berlage is in een aantal opzichten een heel bijzonder boek. Alleen al de totstandkoming is een verhaal apart. Van Rooy legde in 1978 de basis voor de biografie door zijn moeder te interviewen, de jongste dochter van Berlage. Meer dan veertig jaar werkte hij er met tussenpozen aan, in 2011 langdurig onderbroken door een ernstige ziekte die begon met een kwaadaardige tumor in zijn been. Met hulp van architectuurjournalist Kirsten Hannema kreeg hij dit jaar toch nog de laatste eindjes aan elkaar gesmeed tot een prachtig boek.   

Door deze bijzondere omstandigheden is de biografie weliswaar niet helemaal geworden zoals Van Rooy vooraf beoogd had, maar dat doet niets af aan dit boek. Het omvat nu de jonge jaren van Berlage tot tien jaar na de bouw van zijn wereldberoemd geworden Beurs aan het Damrak. Van Rooy wilde, anders dan de meeste publicaties over Berlage, vooral een relatie leggen tussen diens karakter, leven en werk. Daarvoor las hij wat Berlage gelezen en geschreven had, bestudeerde hij de gebouwen en steden die een sterke indruk op Berlage gemaakt hadden. Hij reisde hem achterna aan de hand van diens reisverslagen en reisschetsen, die op verschillende plaatsen de biografie sieren. Samen met de verhalen van zijn moeder over het karakter en persoonlijk leven van haar vader, krijgen we zo een heel mooi beeld van de man die Berlage was: een zachtaardige idealist, die het liefst conflicten uit de weg ging, een moralist en een groot architect die een nieuwe stijl vormgaf.

Kind van de grachtengordel

‘Heintje’ Berlage was een kind van de grachtengordel. Hij werd op 21 februari 1856 geboren in een huis aan de Keizersgracht. Die plek was weliswaar ietsje minder in welstand en status dan de Herengracht, waar de regenten woonden, maar was nog steeds van grote betekenis voor het verdere leven van de pasgeborene. Berlage zou daar later als goede netwerker ruim gebruik van maken. Toch was juist de grachtengordel in die tijd niet in haar beste doen en ook de stad, die Berlage later mede zou vormgeven, stond er niet al te florissant voor. De eens zo bloeiende handelsstad was aan het begin van de negentiende eeuw flink gekrompen en buiten de Singelgracht was nog nauwelijks gebouwd. Er was veel gesloopt en zelfs de Beurs van Hendrick de Keyser had eraan moeten geloven. Daarvoor kwam de uiterst sombere Beurs van Zocher in de plaats, die regelmatig bekritiseerd werd als een mislukking.

Verwaarloosd Amsterdam

Halverwege de negentiende eeuw, rond het geboortejaar van Berlage, werd een eerste protest gehoord tegen de onverschillige houding van bestuurders die de stad schromelijk verwaarloosd hadden. Dat er iets moest veranderen was duidelijk, maar hoe? In de tijd waarin Berlage opgroeide werden de meeste nieuwe gebouwen gekenmerkt door een bonte mengeling van verschillende klassieke bouwstijlen, waarbij vooral de neogotische stijl bij katholieke architecten als Pierre Cuypers geliefd was. Voor Berlage was dat eclecticisme later een gruwel. Zo schreef hij in 1905:

“De 19de eeuw is de eeuw der lelijkheid. Onze grootouders, onze ouders en wijzelf hebben geleefd in een omgeving zo lelijk als er vroeger geen is geweest.”

Vorming

Maar voor hijzelf met een nieuwe stijl een stempel op de stad kon drukken, maakte hij een heel vormingsproces door.

Na de lagere school doorliep hij eerst een moeizame middelbareschooltijd. Hij ging in 1869 naar de Eerste Hogere Burgerschool met vijfjarige cursus (hbs). Deze hbs was een nieuw type school, dat enkele jaren daarvoor door Thorbecke geschapen was voor jongens uit de ‘nijvere burgerij’ die geen behoefte hadden aan een vooropleiding voor de universiteit. Een groot succes werd het voor Berlage niet. Hij maakte de school niet af, maar blonk wel uit in handtekenen, een vaardigheid die hem goed van pas zou komen. Waar de school wel goed voor was is dat hij er veel belangrijke vrienden aan overhield. Deze ‘Eerste vijfjarige’ zou de bakermat van de legendarische literaire Beweging van Tachtig worden. De meeste van hen zouden vernieuwer in de dichtkunst worden, Berlage werd er een in de bouwkunst.

Na het debacle van de hbs volgde een kort verblijf aan de Rijksacademie van Beeldende Kunsten in Amsterdam. Maar zijn keuze voor de schilderkunst beviel hem toch niet. Dat zou tot een solistisch bestaan leiden en zijn sterke gevoel van sociale betrokkenheid wees hem juist in een andere richting: de bouwkunst. Daar zou de nogal ernstige en filosofisch ingestelde jongeman meer bevrediging vinden. Hij kon daarmee beter de gemeenschap dienen en zijn leven een hogere zin geven. Daarom besloot hij om een architectuurstudie aan het Polytechnikum in Zürich te volgen. In die omgeving werd hij gevormd door de geest van de almachtige leermeester Gottfried Semper die ook het indrukwekkende gebouw had ontworpen waarin hij les kreeg. Na drie jaar studie op het Polytechnikum volgde Berlage zijn geestelijk mentor na door een langdurige reis te maken door Duitsland en Italië. Dat waren reizen die van grote invloed waren op zijn latere bouwkunst. Hij leerde op deze ‘Grand Tour’ goed te observeren. Hij schetste en beschreef alles wat hij belangrijk vond en als schoonheid beschouwde, zodat hij dat later kon gebruiken

Na deze reis vond hij een plek als bouwkundig tekenaar op het architectenbureau van Theodor Sanders in Amsterdam. Hij had zich geen betere patroon kunnen wensen dan deze progressieve en sociaal bewogen architect, die grappig genoeg leed aan een tram-gekte en de stuwende kracht was achter de aanleg van verschillende tramlijnen. Zo kwam het, dat een van de eerste ontwerpen die Berlage met hem maakte, een tramhuisje was aan het Damrak. Zijn volgende ontwerp was een elegant winkelpand, dat er nog steeds staat op de hoek van de Kalverstraat en Spui. In 1885 deden de beide mannen mee aan de prijsvraag voor het ontwerp van een nieuw beursgebouw. Dat werd een proces met veel discussie en schandalen. Hoewel hun ontwerp in de prijzen viel, werd het nooit gerealiseerd. Het is uitermate boeiend om te lezen hoe Van Rooy hun ontwerpen (er kwam nog een tweede ronde) analyseert, vooral over de stijlsprong tussen het eerste en tweede ontwerp.

De Beurs van Berlage

Van Rooy is ook op zijn best als het gaat over de stroom van opdrachten die vanaf die tijd op gang komt. Niet alle werden uitgevoerd, maar alleen al de analyse van de tekeningen en de historische duiding maken het boek het lezen volledig waard. De aanloop naar en uiteindelijke realisatie van het fameuze beursgebouw, dat de naam van Berlage zou gaan dragen, krijgen uiteraard veel aandacht. Toch is het ook interessant te lezen over Berlage als publicist, netwerker en familieman. Opvallend is dat Berlage als sociaal bewogen idealist thuis vrijwel nooit over politiek sprak. Maar ook in zijn werk als architect was hij geen prater, in tegenstelling tot veel van zijn collega’s, merkt Van Rooy ironisch op. Hij had een hekel aan overleggen en vergaderen, en wijdde zich het liefst ongestoord aan zijn taak. Dat was ook het geval met het ontwerp van de Beurs, waarvoor hij door de energieke wethouder Willem Treub uiteindelijk in 1896 in de arm genomen werd. Het ontwerpplan werd in het grootste geheim gemaakt en pas laat aan het publiek getoond. Des te groter was de verrassing toen het eenmaal zover was.

De eerste jaren na de voltooiing waren niet gemakkelijk. Veel mensen wenden maar moeizaam aan het opvallende bouwwerk, er werden al vroeg verzakkingen in de fundering geconstateerd en ook deze Beurs werd bekritiseerd in de pers. Toch werd en wordt de Beurs nog steeds gezien als een groot succes.

Pantheon der Menschheid

Berlage maakte na die tijd nog vele spraakmakende ontwerpen, maar hij kreeg nauwelijks nog echt ‘grote’ opdrachten in Amsterdam. In 1914 verhuisde hij met zijn gezin naar Den Haag en trad hij in dienst van de handelsfirma Müller & Co. Hoewel dat hem een zeker inkomen bood, was hij daar niet helemaal gelukkig, zeker niet met de dominante Helene Kröller-Müller. Buiten de firma en de familie mocht hij geen opdrachten meer vervullen. Dit verhinderde hem niet nog voor eigen rekening een ontwerp voor een ‘Pantheon der Menschheid’ te maken. Dat was ook Berlage ten voeten uit: een idealistische vredesmissionaris midden in de Eerste Wereldoorlog.

Met een foto waarop Berlage eenzaam op een stoel zit naast de tekening van dit Pantheon op een tafel vol symbolen van vrede, sluit Van Rooy zijn biografie over een bijzondere man af. Een veelzeggend slot van een mooi boek.

 ‘Heb ik dat gemaakt?’ De vormende jaren van H.P. Berlage, bouwmeester
Max van Rooy
Prometheus
ISBN
9789035130890
Verschenen in november 2022

Bestelinformatie

Bestel als hardcover bij bol.com (€ 34,99)

Sjoerd Karsten
Sjoerd Karsten
Sjoerd Karsten is emeritus-hoogleraar Onderwijskunde aan de Universiteit van Amsterdam. Zijn proefschrift, Op het breukvlak van opvoeding en politiek. Een studie naar socialistische volksonderwijzers rond de eeuwwisseling verscheen in 1996. Hij publiceerde een biografie over de 'rode bovenmeester' Adriaan Gerhard. Sjoerd is een fervent wandelaar, getuige zijn trektocht door Nederland vanaf het najaar van 2012.

Fijn als je dit artikel met anderen deelt:

Lees ook...

LAAT EEN REACTIE ACHTER

Vul alstublieft uw commentaar in!
Vul hier uw naam in