Frans Kellendonk en zijn knieval voor de moederkerk

Op 25 oktober 1982 schrijft Frans Kellendonk in zijn dagboek: ā€˜Tot mijn tiende was ik rein, niet zozeer kuis als wel iemand uit Ć©Ć©n stuk, een geĆÆntegreerd wezen. Daarna werd ik smerig, zette ontbinding in, de wereld maakte aanspraken op mij en verscheurde me. Ik was een held en een lafaard, een genie en een idioot, goed en slecht ā€“ onzeker en niet meer mezelf. Ik begon mezelf te zien door andermans ogen en werd opgebroken in myriaden facetten. Sindsdien het gevecht om van al die brokstukken toch weer een geheel te bouwen, het behouden van een zandkasteel tegen de aanstormende vloed.ā€™ Een citaat uit Kellendonk. Een biografie van Jaap Goedegebuure.

De myriade ā€“ in de betekenis van verveelvoudiging, fragmentatie, verbrokkeling – is een leidende metafoor in het oeuvre van Frans Kellendonk, van zijn debuut Bouwval tot zijn laatste roman Mystiek lichaam, waarin zijn personage Leendert Gijselhart in een lijf huist dat ā€˜vezeltje voor vezeltjeā€™ wordt afgebroken. (Gijselhart had dezelfde ziekte als zijn schepper. Op 15 februari 1990 overleed Kellendonk aan de gevolgen van aids). Restauratie van dat ruĆÆneuze bestaan is alleen in de verbeelding mogelijk, het ā€˜oprecht veinzenā€™ waarmee Kellendonk zijn geloofsafval hoopte te overwinnen. Hij zocht ā€˜helingā€™, weer heel worden.

Frans Kellendonk: vorm of vent

Het knappe van deze biografie is dat Jaap Goedegebuure de brokstukken particulier leven die Frans Kellendonk in zijn werk versleuteld heeft, minutieus weet te ontcijferen. Dat is toch min of meer de bedoeling van een literaire biografie, hoor ik u denken. Maar Kellendonk fabuleerde dat het een lieve lust was. Hij vervormde, parodieerde, vergrootte uit. Het was allerminst de bedoeling dat we achter de ā€˜vormā€™ de ā€˜ventā€™ zouden zien. Wanneer ā€˜een lezer door mijn boeken bovenal geĆÆnteresseerd in mij zou raken, zou ik dat als een grote mislukking beschouwen,ā€™ zei hij in een interview met Pieter Kottman in 1981.

Kellendonk behoorde tot een generatie schrijvers, gegroepeerd rond het literaire tijdschrift De Revisor, die weinig ophad met de conventioneel-realistische roman en evenmin een boodschap had aan ā€˜autobiofictieā€™. Hij minachtte het genre van de biografie, want ā€˜de biograaf kan niet anders dan omgekeerd te werk gaan en proberen om de chaos, die elk leven is, in het perspectief van de kunst te ordenen.ā€™ Wat dat betreft had de biograaf in de regel het nakijken op de kunstenaar, wiens werk van ā€˜een veel hoger werkelijkheidsgehalteā€™ doortrokken is.

Goedegebuure liet zich door deze boutade niet ontmoedigen. Zo lezen we over de getroebleerde verhouding van Kellendonk met zijn zus Anne-Marie. Wanneer zij zich in 1982 laat bezwangeren door een Joodse KNO-arts, schrijft Frans boze brieven vanuit Minneapolis, waar hij op dat moment doceert. Oudste broer voelt zich persoonlijk gegriefd dat hij niet gekend is in de zwangerschap, want over een jaar of tien zal hij met de zorg van de boreling worden opgescheept. (Hij kon toen nog niet bevroeden dat die tijd van leven hem niet gegeven was). Natuurlijk echoot in dit voorval de ā€˜baarmoedernijdā€™ van Leendert Gijselhart door die hij ten aanzien van zus Prul (ā€˜gesjochtenste onder de vrouwen en gesjochten is ook de foet in je schootā€™) in Mystiek Lichaam koestert.

Corpus Christi

Maar het is vooral het grondthema van Kellendonks oeuvre dat Goedegebuure op eloquente wijze voor het voetlicht brengt. De eenzelvigheid zat er al vroeg in bij de puberende Frans. Toen Kellendonk veertien was werd hij, op aanraden van een psychiater, naar het internaat van het Dominicus College aan de Dennenstraat in Nijmegen gestuurd. Hij moest meer onder de mensen komen. Thuis besmeurde de eenzaat de wanden van zijn slaapkamer met zijn fecaliƫn. Het ging duidelijk niet goed met hem.

In de verbeelding van deze volstrekt introverte, sociaal gemankeerde man mierde het grote verlangen naar een bezielend verband, een zinrijke verhouding met zijn medemensen. Verlegen en verwaand, kwetsbaar en ongenaakbaar, onbeholpen en charmant. Dat zijn de sleutelwoorden in deze biografie. Kellendonk wist met zijn broeierige zwijgzaamheid een gezelschap volledig uit het lood te slaan. De hoorcolleges tijdens zijn docentschap aan de UvA waren bepaald geen feest om bij te wonen. Hij las voor van papier, echt oogcontact was niet de bedoeling. Kellendonk was ā€˜een spookrijder in het sociale verkeerā€™, merkte Bas Heijne over zijn vriend op. ā€˜Hij verlangde intens naar liefde en gemeenschap maar was niet in staat om de ophaalbrug tussen zichzelf en de ander neer te laten en de oversteek te maken,ā€™ aldus Goedegebuure. Pas in de laatste jaren van zijn slopende ziekte werd hij milder, toegankelijker ook.

Kellendonk dacht het bezielend verband in het Corpus Christi te vinden, de Paulinische gemeenschap van broeders en zusters, die zich in hun geloof, hoop en liefde verbonden wisten. De ongelovige, homoseksuele hyperindividualist lijkt zich met die knieval voor de moederkerk uit zijn jeugd vooral in het eigen vlees te willen snijden. Kellendonk fulmineerde tegen de ā€˜liefdeloze helā€™ van de homoscene, terwijl hij een frequent bezoeker was van de darkrooms in de Warmoesstraat. Hij fulmineerde tegen de grote toestroom van studenten in de jaren zestig, mogelijk gemaakt door de studiefinanciering, hoewel die ook hem in staat heeft gesteld zich aan zijn milieu te ontworstelen. (De Kellendonks zaten in de bouw. Frans was de zoon van een aannemer en werd geacht de dynastie voort te zetten).

ā€˜De verbrokkeling is de ziekte van onze cultuur,ā€™ stelde Kellendonk vast. Die diagnose preludeert wel degelijk op de rechts-populistische schijnoplossingen van Pim Fortuyn en zijn nazaten. Behalve een groot gevoel van onbehagen in het hier en nu gedijt dat populisme ook bij een, in de kern van de zaak, nostalgische levenshouding. Was Kellendonk dan een populist? Nee, natuurlijk niet. Wie in Mystiek lichaam een homofobe, antisemitische en misogyne boodschap wil lezen, zoals Aad Nuis toentertijd heeft gedaan, reduceert een roman tot een partijprogram. Mystiek lichaam is op de eerste plaats een worsteling, een luchtkasteel dat het menselijk tekort draaglijk moest maken. Jaap Goedegebuure nodigt met zijn Kellendonk uit tot een herbezinning op leven en werk van Frans Kellendonk. Wat kun je van een biografie nog meer verlangen?

Kellendonk. Een biografie
Jaap Goedegebuure
Querido
ISBN 9789021409979
Verschenen in september 2018

Bestelinformatie

Koop bij Athenaeum Boekhandel

Bestel als hardcover bij Athenaeum Boekhandel (ā‚¬ 29,99)

Koop bij bol.comBestel als hardcover bij bol.com (ā‚¬ 29,99)
Bestel als ebook bij bol.com (ā‚¬ 19,99)

Eric Palmen
Eric Palmen
Eric Palmen is historicus en hoofdredacteur van Biografieportaal. Hij schreef onder andere Kaat Mossel, helleveeg van Rotterdam en Dwaze liefde, een familiegeschiedenis, uitgegeven bij Prometheus. Voor Historisch Nieuwsblad, de Volkskrant,Vrij Nederland, Het Parool en Elsevier Weekblad schreef hij artikelen over de biografie.

Fijn als je dit artikel met anderen deelt:

Lees ook...

LAAT EEN REACTIE ACHTER

Vul alstublieft uw commentaar in!
Vul hier uw naam in