De vele versies van Rosey Pool en de besognes van haar biografe

In De vele levens van Rosey Pool onthult Lonneke Geerlings niet alleen de biografie van deze Joodse verzetstrijdster, overlevende van de Shoah en pleitbezorgster van de Afro-Amerikaanse poëzie in Nederland, maar deelt ze ook haar besognes als biografe met de lezer. De vraag is of die daarop zit te wachten.

Rosa Eva Pool is op 7 mei 1905 geboren in de Nieuwe Hoogstraat op de grens van de Jodenbuurt en de Nieuwmarkt in Amsterdam. Haar ouders dreven er een sigarenwinkel. Ze hadden de heilsverwachting ingeruild voor het nieuwe morgenrood, Pool kreeg het socialisme met de paplepel ingegoten. De massabijeenkomsten van de AJC, zoals die op de Paasheuvel in het Veluwse Vierhouten, waren de hoogtepunten in haar jeugd.

Berlijn

Nadat ze haar diploma aan de kweekschool had gehaald, begon ze aan een studie Germaanse talen en letterkunde aan de Gemeente Universiteit van Amsterdam. Tijdens haar studie zou ze al kennis hebben gemaakt met de Afro-Amerikaanse poëzie van de Harlem Renaissance, maar dat heeft ze volgens Geerlings gefabuleerd.    
In 1927 vertrok ze met haar verloofde Gerhard Kramer, een linkse activist en advocaat die al vroeg waarschuwde voor de gevaren van het opkomend nationaalsocialisme, naar Berlijn. In de lesbische subcultuur aldaar ontdekte Pool haar homoseksuele geaardheid. Ze kreeg een stormachtige relatie met Lena Fischer, die er met haar androgyne verschijning geen geheim van maakte tot de ‘derde sekse’ te behoren. Dat moest ze met de dood bekopen. Fischer kwam om in de kampen.

Open wond

Na de Kristallnacht keerde Pool terug naar Amsterdam en verdiende ze de kost met privéonderwijs aan Joodse vluchtelingen. Zo leerde ze de familie Frank kennen.
Tijdens de Bezetting sloot ze zich aan bij de verzetsbeweging Van Dien en wist ze in kamp-Westerbork persoonskaarten te verduisteren. Ook slaagde ze erin – in tegenstelling tot haar ouders en broer Jopie – aan deportatie naar de vernietigingskampen te ontkomen. Pool overleefde als enige van haar familie de oorlog, een wond die niet meer zou helen.

Harlem Renaissance

Kort na de bevrijding ontpopte ze zich tot een gepassioneerd pleitbezorgster van de Harlem Renaissance. Ze correspondeerde met dichters als Langston Hughes en relateerde de rassenwaan van het nationaalsocialisme nadrukkelijk met de ‘Amerikaanse apartheid’ van de rassensegregatie in de Verenigde Staten. Pool werd regelmatig uitgenodigd om in de VS lezingen te houden en schroomde niet om ook het diepe zuiden te bezoeken. Tijdens haar tournees door Georgia en Alabama kreeg ze met doodsbedreigingen te maken.

Black Power

De laatste jaren van haar leven sleet ze in eenzaamheid. Na de moord op Martin Luther King werd de burgerrechtenbeweging militanter van aard, zeker toen de Black Powerbeweging zich begon te manifesteren. De literatuur veranderde, met exponenten als James Baldwin, die niet zaten te wachten op een witte mevrouw uit Europa die meende dat het gele katoen van haar Jodenster haar ‘zwarte huid’ werd.

Ik en mijn biografie

Zoals gezegd, is Geerlings nogal nadrukkelijk aanwezig in deze biografie. Ze geeft ruchtbaarheid aan haar twijfels over haar zoektocht naar Rosey Pool, die ‘soms voelt als een stuk zeep dat maar uit mijn vingers blijft glippen elke keer dat ik haar wil beetpakken’.

Ook gunt ze ons een kijkje in de keuken van de biograaf. Zoeken in google doet ze met dubbele aanhalingstekens, want dan levert je zoekcommando alleen exacte trefresultaten op. Wanneer ze met haar vriend aanbelt bij het adres waar Rosey Pool in Londen heeft gewoond, is ze verbaasd dat de nieuwe bewoonster het tweetal niet meteen binnenlaat.

Ondermijning

Dat huis was volgens Rudi Wesselius, een achterneef van Pool, helemaal geen ‘hotspot van Black consciousness’ zoals Geerlings beweert, maar vooral een ontmoetingsplek voor homoseksuele mannen (Albert Mol was er kind aan huis). ‘Ik merk dat ik me ondermijnd voel door deze ooggetuige,’ constateert Geerlings: ‘Maar ik troost mezelf met de gedachte dat Rudi’s beeld van “tante Ro” niet per se “het” beeld van Rosey hoeft te zijn […] En ook de manier waarop ík haar zie is slechts “een” versie van Rosey.’

Citeren uit materiaal dat niet bestaat

Wanneer Pool in 1965 een reportage schrijft voor Vrij Nederland over Rocket City, waar de Amerikanen hun maanlanding voorbereiden, zwijgt ze in alle toonaarden over de nazi-geleerden die zich daar bevinden, onder wie Werner von Braun. Geerlings vraagt zich af hoe ze om moet gaan met deze ‘stilte’ in het werk van Rosey Pool. ‘Hoe schrijf je over iets dat er niet is? Hoe citeer ik uit materiaal dat niet bestaat?’ Dat lijkt me inderdaad een doodzonde voor een biograaf.

De wetten van het genre

Geerlings schuift met haar biografie aan bij een groeiende tendens om de wetten van het genre overboord te gooien, om ruim baan te maken voor de postmodernistische bespiegelingen van de biograaf. Mirjam van Hengel deed iets soortgelijks in haar biografie van Dola de Jong en werd door NRC-recensent Thomas de Veen onlangs geprezen voor haar ‘onorthodoxe aanpak’, want ‘het genre van de biografie mag echt wel een tikkeltje sprankelender en creatiever’. Zo doet Van Hengel niet aan voet – of eindnoten. ‘Ze komt ermee weg’, vindt De Veen.

Ik vraag me af of we als lezers wel zo blij moeten zijn met die ontwikkeling. Ook in De vele levens van Rosey Pool heeft het notenapparaat plaats moeten maken voor de – wat De Veen noemt – ‘essayistische aanwezigheid’ van de biograaf. Geerlings verwijst de kniesoor die wil weten waar bepaalde feitelijkheden in haar biografie op gebaseerd zijn naar haar online proefschrift. Maar ook daarin ontbreekt een degelijke historische context, zoals die van de receptie van de Harlem Renaissance in Nederland. Eind jaren twintig verschenen er in Het Vaderland, Het Volk en de katholieke Amstelbode al grondige beschouwingen over de ‘negerliederen’ van Langston Hughes en Countee Cullen, van onder anderen Amerika-correspondent Paul Sanders. Had Rosey Pool daarin een rol? Geerlings benoemt die beschouwingen en de vooroorlogse aandacht voor de Afro-Amerikaanse poëzie niet eens. En dat is misschien nog wel het grootste mankement van deze biografie: het gebrek aan ouderwets degelijk onderzoek.     

De vele levens van Rosey Pool. Strijdbaar van Westerbork tot Mississippi
Lonneke Geerlings
Atlas Contact
ISBN paperback 9789045046440
ISBN e-book 9789045046457
Verschenen in februari 2023

Bestelinformatie

Bestel als paperback bij bol.com (€ 22,99)
Bestel als e-book bij bol.com (€ 13,99)

  

Eric Palmen
Eric Palmen
Eric Palmen is historicus en hoofdredacteur van Biografieportaal. Hij schreef onder andere Kaat Mossel, helleveeg van Rotterdam en Dwaze liefde, een familiegeschiedenis, uitgegeven bij Prometheus. Voor Historisch Nieuwsblad, de Volkskrant,Vrij Nederland, Het Parool en Elsevier Weekblad schreef hij artikelen over de biografie.

Fijn als je dit artikel met anderen deelt:

Lees ook...

LAAT EEN REACTIE ACHTER

Vul alstublieft uw commentaar in!
Vul hier uw naam in