Cherry Duyns over Armando. Eeuwigdurende vriendschap en bewondering voor een bezeten kunstenaar

‘Wie koopt dat nou? Gesprekken met Armando?’ Weerbarstig en met lichte tegenzin, zo lijkt het, ondergaat Armando dit door zijn vriend verzonnen project. Ze zullen gesprekken met elkaar gaan voeren die op band worden opgenomen. Een initiatief van Duyns, die eerder een documentaire maakte over Armando, zijn werk, zijn leven en zijn kunstenaarschap. Bij een brand in 2008 in het Armando Museum werd niet alleen een groot deel van de aanwezige kunstcollectie verwoest maar ook al het ruwe filmmateriaal voor de documentaire. In 2011 stelde Duyns voor de gesprekken van toen nog eens over te doen, niet op camera maar met een bandrecorder. Voor zichzelf, voor hun geheugen, misschien wel voor een boek. Dat boek is er nu, en Duyns blijkt een gewetensvol schatbewaarder van de kunstzinnige en intellectuele nalatenschap van zijn oude levensvriend. Dit boek is, meer nog dan de getuigenverklaring van hun vriendschap, de intieme verslaglegging van Duyns levenslange bewondering voor Armando. In 21 gesprekken, opgenomen op tape tussen 2011 en 2016, integraal uitgetypt door Duyns vrouw Joke, afgewisseld met een aantal persoonlijke verhalen en redevoeringen, schetst hij een beeld van een multitalent met een niet aflatende, onstuitbare werkdrift.

Een halve eeuw vriendschap

Meer dan vijftig jaar gaat hun vriendschap terug. Ze ontmoetten elkaar in 1962, toen Duyns 18 was en Armando 34. Duyns, die journalist wilde worden, kreeg een baantje als manusje van alles bij de Haagse Post in Amsterdam, waar Armando het hoofd kunstredactie was. In dit “geniale gekkenhuis waar de vrije geest heerste” wilde Duyns graag opgenomen worden. Behalve dat hij voor de post zorgde en allerhande kleine klusjes deed, mocht hij ook steeds vaker dingen uitzoeken voor de buitenlandredactie en zelf kleine berichtjes schrijven. Dat deed hij met jongensachtige bravoure die niet onopgemerkt bleef. Op een dag werd hij bij de chef kunstredactie geroepen, die voor hem een belangrijke opdracht had. Hij drukte hem een tientje in de hand en vroeg Duyns vier nieuwe haringen te gaan halen. Twee voor Armando, twee voor hemzelf. Het was het begin van een levenslange vriendschap tussen de twee mannen die een generatie in leeftijd scheelden. Ze maakten plannen om bij het circus te gaan, schreven en speelden samen 25 jaar lang samen het programma Herenleed. Armando was journalist, bokser, muzikant, en beeldend kunstenaar. Een alleskunner, gehaast en gedreven, bewonderd door Duyns.

Werken, werken en nog eens werken

In de gesprekken in dit boek ligt de grootste nadruk op Armando’s werk als beeldend kunstenaar. Roem interesseert hem niet, geld interesseert hem niet, het is het werk dat telt. Hij moet iedere dag opstaan want het werk moet gemaakt. Hij weet niet waarom, hij weet niet waar die drift om te scheppen vandaan komt. Hij weet alleen dat het bijna buiten hemzelf omgaat, dat hij gestuurd wordt, geleid, dat zijn werklust onontkoombaar en noodzakelijk is, ‘als een drol die gedraaid moet worden’. Hij heeft levenslang haast. Gewoon genieten kan Armando niet. Wanneer hij geniet, van een landschap of een mooie zomerdag, is het altijd functioneel genieten. Hij benijdt mensen die dat wel kunnen, gewoon langs het strand lopen of met een drankje op een terrasje zitten en verder niks hoeven. Hij moet altijd van alles van zichzelf en schildert maar door, in een maalstroom van werk. Wat er met dat werk moet gebeuren interesseert hem ook niet. Of het verloren gaat in een brand, of het verkocht wordt of niet, of het door Armando zelf wordt vernietigd, het doet er niet toe. Wat ertoe doet is het eeuwigdurende scheppingsproces, de niet aflatende drang om nieuw werk te maken. Duyns probeert herhaaldelijk te psychologiseren, te achterhalen waar de inspiratie van Armando vandaan komt, maar Armando hoor je bijna zijn schouders ophalen tussen zijn riposten door.

Oorlog is mensenwerk

Behalve over het werk en de kunst gaan hun gesprekken ook veel over de oorlog, volgens Duyns een belangrijke inspiratiebron. Armando is daar ook laconiek over. Ja natuurlijk, hij heeft dingen gezien en meegemaakt en die dingen duiken, bijna tot zijn eigen verbazing, ook op in zijn werk maar dat zijn geen bewuste keuzes maar constateringen achteraf. Vlak na de bevrijding ziet hij foto’s van bergen lijken in een concentratiekamp waaronder staat: onmenselijk. Armando is dan 15 en denkt: dat is niet onmenselijk, dat is menselijk. Mensen hebben dat gedaan. De samengebalde oorlogsjaren waren voor hem jaren waarin hij werd geconfronteerd met menselijk gedrag. Verwoeste huizen, dat is voor hem realiteit. Een huis dat heel gemakkelijk, met één simpele granaat totaal verwoest kan worden, mensen die zich druk maken omdat ze hun boeltje moeten achterlaten. Armando heeft zich nooit drukgemaakt om zijn boeltje. Dóór wilde hij, op weg, op reis, onderweg zijn, met het circus mee.

Geen grote emoties

Naar eigen zeggen heeft Armando nooit last van grote emoties. Niet wanneer hij herinneringen aan de oorlogsjaren ophaalt, niet wanneer zijn echtscheiding gaande is, niet wanneer hij zijn achteruitlopende gezondheid beziet. Hij constateert het allemaal, denkt er liefst niet over na en slaapt er niet minder om. Duyns blijft proberen te doorgronden hoe het zit met de emoties van Armando, laat hij die niet alleen los in zijn werk? Armando denkt van niet. Het werk waait hem aan, dient zich aan, is er ineens, hij hoeft het alleen maar vast te leggen. “Zullen we nu gaan eten?” vraagt hij herhaaldelijk wanneer Duyns door blijft vragen op dingen waar hij oprecht geen antwoord op lijkt te kunnen geven.

Mensenwerk

Het laatste gesprek is van augustus 2017 en bijna een jaar later, op 1 juli 2018 overlijdt Armando. In vier bladzijden ‘aantekeningen bij het einde’ doet Duyns verslag van hun laatste paar ontmoetingen en telefoongesprekken, hoe hij spreekt op de uitvaart en uiteindelijk de kist ontredderd nakijkt. “Ik bel je wel als ik dood ben” heeft Armando gezegd. Maar gebeld heeft hij niet, en zijn werkdrift, die samen met zijn gezondheid, langzaam uitdooft, heeft de dood niet langer op afstand weten te houden. Ineens is er de grote stilte. Maar er is ook dit boek, met al die gewetensvol uitgetypte gesprekken, waarin Duyns zijn vriend in leven weet te houden. Net als oorlog of schilderijen is dat mensenwerk. En mensenwerk van het betere soort.

‘Ik bel je wel als ik dood ben.’ Gesprekken met Armando
Cherry Duyns
Atlas Contact
ISBN hardcover 9789025470487
ISBN e-book 9789025470494
Verschenen in maart 2023

Bestelinformatie

Bestel als hardcover bij bol.com (€ 34,99)
Bestel als e-book bij bol.com ( 16,99)

Dominique Engers
Dominique Engershttp://www.desneldichteres.nl
Dominique Engers (1965) studeerde af als Theaterwetenschapper aan de UVA. Ze schrijft liedjes en lemma’s, nieuwsbrieven, brochures, interviews, recensies en scripts voor uiteenlopende opdrachtgevers. Voor Theaterkrant.nl schrijft ze over cabaret. Daarnaast is zij al meer dan 25 jaar De Sneldichteres.

Fijn als je dit artikel met anderen deelt:

Lees ook...

LAAT EEN REACTIE ACHTER

Vul alstublieft uw commentaar in!
Vul hier uw naam in