Eredivisieseizoen 2006-2007. In de kleedkamer van AZ gaat hoofdtrainer Louis van Gaal flink tekeer. Lijdend voorwerp is de immer voorkomende Belgische middenvelder Maarten Martens. Die is lang geblesseerd geweest, maar gaf in een interview voor een krant aan te rekenen op een basisplaats. Dat Van Gaal die krant ook leest, daar heeft Martens die ochtend niet op gerekend. Van Gaal: “Heren! Heeft u het interview van meneer Martens gezien? Meneer Martens is twee keer ingevallen en denkt nu te gaan spelen. Bedankt, meneer Martens!” Van Gaal legt zijn probleem uit: óf hij kon Martens straffen en op de bank laten óf hij kon hem laten starten en dan de buitenwereld laten denken dat Martens bij AZ aan de macht is. Martens zweet peentjes. Dan volgt de omslag. Van Gaal: “Maar! Maarten Martens speelt! Sterker: hij is de enige die zeker is van zijn plaats. De andere tien niet!” Clubbestuurder Toon Gerbrands is getuige van het tafereel en doorziet gelijk de genialiteit van deze keuze. Gerbrands: “Martens heeft drie nachten niet geslapen: hij móést goed spelen en daarvoor had hij zijn teamgenoten nodig, die ook allemaal hun stinkende best moesten doen. Een mogelijk probleem werd subtiel omgedraaid. Zo maakte Van Gaal het belang van het team duidelijk. Daarna hebben we nooit meer zo’n probleem gehad.” En Martens? Die blinkt uit en scoort in de bewuste wedstrijd.
Aan dit soort anekdotes geen gebrek in de nieuwste biografie van voetbaltrainer Louis van Gaal. In LvG: de trainer en de totale mens interviewt journalist Robert Heukels voetballers, clubbestuurders en begeleiders die nauw met Van Gaal samengewerkt hebben. Dat zijn niet de minsten: onder andere Pep Guardiola, Wayne Rooney, Uli Hoeness, Phillip Lahm en Frank Rijkaard passeren de revue. Die laatste kwam bijvoorbeeld bij zijn eerste teambespreking met Van Gaal in 1993 subiet te laat. Moest kunnen toch, vijf minuten? Al die journalisten op de parkeerplaats kon de gelauwerde oud-speler van AC Milan toch niet zomaar voorbij lopen? Fout! Van Gaal en de rest van het team zaten op hem te wachten, eerder mocht er ook niet gegeten worden. Van Gaal: “Rij-kaard!! Te laat! Je bent…te laat! De volgende keer heb je een boete!”
Dat Van Gaal als een schoolmeester of dictator zou heersen over een spelersgroep wordt overigens door alle betrokkenen fel bestreden. Sterker: Van Gaal was juist van de dialoog. Hij wilde mondige, betrokken spelers in de groep, geen marionetten die slaafs zijn wil uitvoerden. Marionetten excelleren namelijk niet, zo is de opvatting volgens Van Gaals ‘Totale Mens’-principe. Van Gaal: ‘Ik wil ook het leven van spelers kennen. Hun vrouwen, kinderen. Je wilt niet weten hoe vaak ik huwelijken in stand heb gehouden.’ Ook middenvelder Ronald de Boer, iemand die onder Van Gaal de toppen van zijn kunnen bereikte, geeft in het boek aan dat Van Gaal altijd openstond voor je mening. De Boer: ‘Na de Wereldcup-wedstrijd tegen Grêmio kwam Van Gaal naar me toe: “Jij was slordig.” Ik zei: “Dat klopt niet, ik was heel degelijk. Ik wil dat u die wedstrijd nog eens terugkijkt en het dan nog eens zegt.’ Toen kwam-ie later terug: “Je hebt gelijk, zo slecht was je niet.” Had-ie het echt teruggekeken.’
Louis van Gaal (1951) was ruim dertig jaar coach in het mondiale topvoetbal. Zijn jeugd wordt er in het boek in welgeteld twee pagina’s doorheen geramd, iets wat je met een ondertitel als Totale Mens misschien niet zou verwachten. Als speler van Ajax-B kijkt de jonge Louis met grote ogen hoe de toenmalige trainer Rinus Michels het eerste onder handen neemt op de velden bij stadion De Meer. Dat wil hij ook wel: Rinus Michels worden. Zijn latere studiekeuze voor de ALO (Academie Lichamelijke Opvoeding) is voor Van Gaal dan ook volstrekt logisch. Al in 1991 wordt hij hoofdtrainer van Ajax 1: in de zes jaren daarna wint hij de UEFA Cup, de Champions League, de Wereldbeker en wordt bijna op bestelling landskampioen. Daarna begint de rondreis langs de mondiale voetbalvelden. Ook daar pakt hij bekers en landstitels, maar niet overal zijn ze over Van Gaals directe methodiek even enthousiast: bij Barcelona zijn de Spanjaarden en Latijns-Amerikanen gekrenkt in hun trots als Van Gaal ze weer eens klassikaal de les leest. Ook neemt Van Gaal een heel contingent oud Ajax-spelers mee naar de Spaanse stad (‘Dat was achteraf niet goed’) die zich daar vooral laven aan het mediterrane jetset-leven. Bij Bayern München, waar ze toch niet vies zijn van hard en gedisciplineerd werken, botst Van Gaal met het minstens even grote ego van clubfossiel Uli Hoeness. Bij Manchester United (zijn laatste trainersbaan) bijt hij zijn tanden stuk op de commercialisering aan de ene kant en de typisch Engelse benadering van trainingen aan de andere kant (trainen is daar kalmpjes aandoen, beetje de spiertjes loslopen, maar dan kennen ze Van Gaal nog niet).
Zijn eerste periode als bondcoach van Nederland is ook een anticlimax. Met gearriveerde vedetten als Kluivert, Stam en Edgar Davids slaagt Van Gaal er niet in de kwalificatie te doorlopen. Maar zijn tweede periode (totaal onverwacht derde op het WK van 2014 in Brazilië) én het trainerschap van ‘kleine’ club AZ (landskampioen in 2009) behoort dan weer tot zijn grootste successen. Bij beide krijgt Van Gaal de volledige vrijheid om een eigen staf te kiezen en zijn eigen selectiecriteria door te voeren. Wat dat inhoudt? Veel jonge spelers uit de eigen jeugd die hem in zijn visie volgen, een professioneel begeleidingsteam met laptopgoeroes, analisten en medici én een aanvallende speelstijl gekoppeld aan het resultaat. Dat laatste had Van Gaal geleerd in Barcelona: ‘Daar zag ik in dat je met aanvallend en attractief voetbal alléén geen prijzen pakt. Het gaat uiteindelijk toch om het winnen.’
Dit is beslist niet Van Gaals eerste biografie. Eerder verscheen al in 2009 het logge Louis van Gaal: biografie en visie van de hand van dezelfde auteur. Na het WK van 2014 verscheen het prijswinnende De hand van Van Gaal van Hugo Logtenberg, tussendoor nog de hilarische semi-biografie O, Louis van Hugo Borst. Maar voor een helder en goedgeschreven beeld van de trainer Louis van Gaal is deze laatste biografie LvG erg geschikt. Dat komt vooral door de autoriteit van de geïnterviewden, die Van Gaal allemaal beschouwen als een groot vakman, één van de beste voetbaltrainers ter wereld. En als iemand als succescoach Pep Guardiola dat zegt, dan neem je het graag aan. Over het geheel genomen ligt het er alleen wel een beetje dik bovenop.
Gemis is ook dat er vanuit de kring van intimi niemand opdraaft om wat over de mens Van Gaal te vertellen. Zijn vrouw of kinderen: hoe ervaren die hem in hun leven? Pas de laatste jaren is het beeld over Van Gaal sterk gekanteld, maar eerder vonden zijn criticasters hem toch vooral een arrogante betweter. Wat deed dat met hem? Sowieso ontbreekt in het boek ieder kritisch doorvragen. Persoonlijk was ik wel benieuwd naar zijn visie op het mislukken van het bondscoachschap van zijn voetbalzoon en vertrouweling Danny Blind. Daarover helaas geen woord. Maar voor goedlopende voetbalverhalen van aansprekende oud-topvoetballers én diepere inzichten in de coach Louis van Gaal is deze biografie een aanrader.
LVG. De trainer en de totale mens
Louis van Gaal en Robert Heukels
Uitgeverij Nieuw Amsterdam
ISBN 9789046826683
Verschenen in mei 2020
Bestelinformatie
Bestel als paperback bij bol.com (€ 22,99)Bestel als hardcover bij bol.com (€ 26,99)
Bestel als ebook bij bol.com (€ 9,99)
Koop bij Athenaeum Boekhandel Bestel als paperback bij Athenaeum Boekhandel (€ 22,99) Bestel als ebook bij Athenaeum Boekhandel (€ 9,99)