Tim Krabbé schreef een boek over de driehoeksvriendschap tussen Heijn-ontvoerder Ferdi Elsas, diens vrouw en hemzelf. Vrienden leest als the making of van de Ferdi E.-biografie die er nooit kwam. Tenzij je hem zelf destilleert uit deze dikke pil – en dat valt niet mee.
In 1987 en 1988 hield de ontvoering van Ahold-topman Gerrit Jan Heijn Nederland een halfjaar in de greep. De familie Heijn ontving verzoeken om losgeld en – toen een reactie uitbleef -, een filmkokertje met de afgesneden pink van hun dierbare. Dit morbide ‘levensteken’ ging vergezeld van een sarcastisch briefje waarin werd opgemerkt dat Heijn ‘voorlopig moeite zal hebben met pianospelen’. De familie betaalde miljoenen aan losgeld, maar Heijn keerde niet terug. Men vermoedde dat er een goed georganiseerde bende achter de ontvoering zat. Groot was dan ook de verbazing toen op 6 april 1988 Ferdi Elsas werd gearresteerd. De hoogopgeleide onopvallende veertiger uit Landsmeer bleek de ontvoering in zijn eentje te hebben gepland en uitgevoerd. Nog groter was de afschuw toen bleek dat hij Heijn al op de dag van de ontvoering had doodgeschoten en begraven.
142 bezoeken
Wat bracht Ferdi Elsas tot dit misdrijf? Auteur Tim Krabbé, gefascineerd door die vraag, benaderde Elsas kort na zijn arrestatie via diens echtgenote Els Hupkes. Het leidde tot intensieve contacten met zowel Hupkes (met wie hij zelfs een soort affaire kreeg) als Elsas, die hij maar liefst 142 keer opzocht in de gevangenis. Ook na zijn vrijlating hielden ze contact.
In 2009 kwam Elsas om het leven bij een verkeersongeluk, in 2016 overleed Hupkes. Nu, ruim 33 jaar na de moord, is er dan eindelijk een boek, daar was het tenslotte allemaal om begonnen. Voor alle duidelijkheid: het is geen biografie. In zekere zin leest Vrienden als de making of van een biografie die er nooit kwam. ‘Een monumentale kroniek’ noemt de flaptekst de bijna 800 pagina’s dikke pil waarin Krabbé verslag doet van zijn contacten met Elsas en Hupkes tussen 1988 en 2016.
Hoe interessant het onderwerp ook is, 800 bladzijden is echt teveel. Krabbé lijkt te zijn verdronken in de eindeloze stapel correspondentie en gesprekken. Hij valt in herhalingen en veel passages voegen weinig toe. Hoewel er iets is te zeggen voor zijn dagboekachtige aanpak, is het ook een gemiste kans: uit het materiaal was ongetwijfeld een mooie, bondige biografie te destilleren.
Miskend en afgewezen
Want aanknopingspunten bevat dit boek genoeg. En ook antwoorden op de vraag hoe Elsas tot zijn misdaad kwam. Al blijft onduidelijk wat nou het doorslaggevende motief was, vermoedelijk wist Elsas het zelf ook niet. Zeker is dat de vliegtuigingenieur zich miskend en afgewezen voelde. Miskend door zijn voormalige collega’s van een banenprojectorganisatie in Nijmegen, die hem uit de (zijn!) onderneming hadden gewerkt. En afgewezen en verwaarloosd door zijn vrouw Els Hupkes, die er een affaire op na hield.
Niet iedereen die zich afgewezen of miskend voelt, ontvoert of moordt. Waarom Elsas wel? In de rechtbank betoogde hij dat hij het losgeld nodig had voor zijn wraak op ‘de vier van Nijmegen’. Wat hij precies wilde doen en waarom dit zoveel moest kosten, bleef schimmig. Dat hij Heijn al op de eerste dag vermoordde had een praktische reden: hij opereerde in zijn eentje en kon hem niet in leven houden zonder dat dit in de gaten zou lopen. Niettemin bracht hij een hele dag met Heijn door in de openbaarheid voor hij hem door het hoofd schoot. Dat niemand onraad rook was een wonder. ‘Ferdi’s pech was dat hij geluk had,’ merkt Krabbé op. Na de moord had Elsas een vreugdedansje gemaakt, bekende hij aan Krabbé. Hij was opgelucht na een dag van spanning.
In Vrienden komt Ferdi Elsas naar voren als een zachtmoedig, maar ook een moeilijk levend mens. Een vechter, die altijd gelijk wilde hebben en zich miskend voelde als hij zijn zin niet kreeg. En altijd de schuld afschoof, op zijn werkgever, op zijn partner, op ‘de maatschappij’. Over de moord: ‘Ik heb het niet gedaan omdat ik dacht: ik ga er wat leuks van maken. Mijn leven was kapotgemaakt. Ik dacht: barst maar, ik trek mij terug op mijn eigen termen.’
Toen hij eenmaal bedacht had Heijn te ontvoeren en te vermoorden stortte hij zich zo obsessief op de praktische uitvoering ervan dat het hem volledig opslorpte. Ruimte voor ethische afwegingen was er niet meer, de daad zong zich los van de persoon. Volgens het Pieter Baan Centrum dat hem onderzocht was er sprake van een chronische vorm van depersonalisatie.
Hulpeloos eerlijk
Hoewel hij zachte kanten had, was Elsas geen lieverdje. Hij mishandelde zijn echtgenote en bedreigde haar later vanuit de gevangenis. Ook dreigde hij Krabbé te vermoorden als diens boek hem niet zou bevallen. Dat de ogenschijnlijk alledaagse Elsas niet zo gewoon was, bleek ook uit de brieven die Krabbé citeert en waarin Elsas met zijn eindeloze uitweidingen een nogal verwarde indruk maakte. Nadat Krabbé een brief van 86 (zesentachtig!) kantjes had doorgeworsteld constateerde hij begripvol: ‘Hoe kwaadaardig hij ook wordt, juist als hij zo over de rooie gaat zie ik hoe hulpeloos eerlijk hij is.’
Na zijn veroordeling, celstraf en tbs bleef Elsas hangen in zijn slachtofferschap en zijn kritiek op ‘de maatschappij’. Aan de andere kant leek hij te genieten van de nieuwe wending in zijn leven en alle aandacht: eindelijk werd hij wel gezien. Geen wonder dat Krabbé altijd welkom was. Samen psychologiseerden ze er eindeloos op los, merkbaar genietend. Dat je als lezer denkt: ho ho, we hebben het hier wel over een moord.
Vrienden. Een kroniek
Tim Krabbé
Prometheus
ISBN hardcover 9789044642681
ISBN ebook 9789044642698
Verschenen in november 2019
Bestelinformatie
Bestel als hardcover bij bol.com (€ 24,99)Bestel als ebook bij bol.com (€ 14,99)