In het universum dat schrijver Jan Gradvall in Het verhaal van ABBA heeft gecreëerd is de popgroep een krachtig fonkelende nova. Daaromheen hebben talloze bescheidener hemellichamen een baan gevonden, waaronder Kurt Cobain, Bono, Sid Vicious en de haringfabrikant Abba.
Vijftig jaar is het geleden dat ABBA met Waterloo het songfestival won. Nog altijd is dit liedje, dat onlangs opnieuw in drie talen werd uitgebracht, springlevend en wordt het meegezongen door alwéér een nieuwe generatie.
Maar stel nou dat ABBA bij het oorspronkelijke plan was gebleven en Hasta Manana had ingezonden, een catchy ballade. Hoe zou het dan afgelopen pijn? Want op de valreep besloot manager Stikkan Anderson in samenspraak met de bandleden toch voor een uptempo liedje te kiezen. Met een uitzinnige podiumpresentatie, dat zou opvallen. Die strategie bleek een meesterzet.
Gradvall, in eigen land een gerespecteerd popjournalist, is spaarzaam met dit soort trivia. Sterker, wie een recht toe recht aan biografie verwacht te gaan lezen, komt bedrogen uit. De lezer maakt kennis met een auteur die er belang aan hecht de muziek van ABBA van context te voorzien. En die context brengt hij met verve.
Vijandig
In 2000 verscheen de film Tillsammans, over het leven in een commune, in Nederland uitgebracht als Together. In één van de scènes laat regisseur Lukas Moodysson zien hoe een groepje kinderen wegsluipt van de leefgroep waar ze deel vanuit maken om naar verboden muziek te luisteren; S.O.S. van ABBA klinkt. Waarom dit bijzonder is legt Gradvall kundig uit. Het mediaklimaat in Zweden was in de jaren zeventig progressief en ronduit vijandig jegens ‘commerciële’ muziek, een journalistieke conjunctuur die toen ook in ons land opgeld deed. En net als in Nederland waren er in 1974 niet veel televisiezenders. Toen Anni-Frid naar aanleiding van Waterloo door TV2 werd geïnterviewd, kreeg ze bijtende vragen als ‘Waarom schrijf je een schlager over Waterloo, waar 40.000 mensen stierven?’
Het was ook de tijd waarin een actiegroep werd opgericht met als doel een debat op gang te brengen over de commercialisering van de Zweedse radio. En die had succes. Een van de eisen van Rädda Radion (Red de radio) was dat de radio hitlijstprogramma’s zou afschaffen omdat die meehielpen ‘de muzikale smaak te conserveren ten gunste van de imperialistische Coca-Cola-cultuur van de multinationalistische platenmaatschappijen. Kort daarop werden twee populaire programma’s Tio i Pop en Kvälltoppen stopgezet. Of Benny Andersson en Björn Ulvaeus componisten waren die goede liedjes schreven en die ook briljant arrangeerden, was niet aan de orde.
Taal en muziek
Amusant is de verhandeling over taal die zelfs Wittgenstein aan het glimlachen zou hebben gebracht. Die begint met het verhaal van de Italiaan Adrianao Celentao, die de single Prisencolinensinainciusol uitbracht. Probeer dat woord maar eens in één keer uit te spreken. Wat het betekent? Niets, het is niet eens een neologisme. Toch werd dit zelfgemaakte nep-Engels enthousiast meegezongen. Celentano verklaarde later dat hij een lied wilde schrijven over het onvermogen om te communiceren. Zijn experiment was succesvol. Het liedje werd niet beschouwd als een taalkundige parodie maar als een goed nummer. Deze anekdote vormt de opmaat van een verhandeling over bad English. Randval refereert aan de site Bad Grammar in ABBA songs waar het woord ‘funny’ wordt behandeld. Het betekent niet alleen grappig, maar ook vreemd of raar. In Zweden en andere niet-Engelstalige is dat niet zo’n punt. Als het maar goed klinkt. En Money, money, money, must be funny, in a rich man’s world, klinkt heel goed. Maar er is geen Engelsman die deze tekst zou bedenken. Toen de film Mama Mia! in de Amerikaanse bioscopen verscheen, schreef een New York Times criticus dat de teksten griezelig veel op Engels leken. ABBA fans pikten de snerende kritiek niet op en waren blij met het ‘compliment’.
Sid, Bono & Kurt
Was het cool om ABBA in je hart te sluiten? Het progressieve journaille in Zweden was hier stellig in. Maar in het buitenland lag dat anders. Het mooiste voorbeeld is dat van Sid Vicious, die zijn bewondering – wat heet, hij aanbad de band – niet onder stoelen of banken stak. Bijna kwam het tot een ontmoeting, toen de Sex Pistols door Scandinavië toerden. Op Arlanda Airport in Stockholm meende Vicious aan de andere kant van de terminal de bandleden van ABBA te zien. De punker, met zijn wilde haren en hondenriem om zijn nek, had zich tijdens de vlucht ondergekotst en zag er niet zo smakelijk uit. Maar uitzinnig van vreugde rende hij op de bandleden af om ze te begroeten en hen de liefde te verklaren. Discreet werden de geschrokken Benny, Björn en hun echtgenotes weggeleid.
Een andere beroemde fan, is Bono. Tijdens de Achtung Baby tour in Stockholm zette hij Dancing Queen in en kwamen Benny en Björn ineens het podium op gewandeld, waarop tienduizenden Zweden luidkeels meezongen. En Kurt Cobain die er op stond dat de coverband Bjorn Again zou aantreden op Reading festival in 1992. Breed lachend keek hij vanaf de coulissen toe hoe de band zich presenteerde tegenover een verbijsterd publiek. Gradvall beschrijft het allemaal met precies die goede mix van bewondering en objectieve distantie. Heel soms vliegt hij daarbij een beetje uit de bocht. Bijvoorbeeld bij Elvis Costello. De punkrocker zou voor Olivers’s Army de pianoriff van Dancing Queen hebben gejat en zo z’n eerste hit hebben gescoord. Gejat? Nou nee, dat was na twee succesvolle albums niet meer nodig. Uiting van bewondering? Dat wel.
Na een decennium van hits
Na de breuk in 1982 heeft ABBA honderden verzoeken gekregen om weer gezamenlijk op te treden, tegen steeds gekkere gages. Het is er nooit van gekomen. Behalve op een feestje voor intimi, waar uiteindelijk het viertal weer samen zong. Dat was in 2016. Gradvall was een van de genodigden en beschrijft die avond prachtig, een avond die opgeluisterd werd met een live felicitatie van Paul McCartney. Alle genodigden respecteerden het verzoek om geen filmpjes te maken…
Het meest opmerkelijke hoofdstuk is De Zang van de Parelduiker. Grandioos natuurlijk voor fans én voor een platenmaatschappij dat er uit het niets een nieuw album is, geheel in de stijl van toen. Want dat album kwam er: Voyage. Alsof de tijd heeft stil gestaan. En kreeg ook nog eens – nu wel – goede pers.
Maar al die jaren daarvoor gingen de leden van ABBA hun eigen weg en lieten zich niet van de wijs brengen. Zeker Benny niet, die zonder een spoor van ironie met Fågelsång i Sverige (Vogelzang in Zweden) op de proppen kwam, een album met negentig geluiden van bekende vogels. Voor vogelaars natuurlijk een erg leuk cadeau, maar niet iets waar een platenmaatschappij op zit te wachten.
Haring als hoeksteen van de samenleving
En die haringfabrikant? In Zweden worden nog meer haringen gegeten dan in ons land. Volgens voedingswetenschapper Richard Tellstrom is het ‘het hart van onze cultuur’ en ’s lands nationale gerecht. Botst de naam ABBA dan met het gelijknamige bedrijf dat al sinds 1838 bestaat? Niet echt. Per Bolund, toenmalig hoofd personeelszaken van AB Bröderna Ameln was de beroerdste niet toen de band vlak voor het songfestival keurig toestemming vroeg om de naam te gebruiken. Het was de tijd dat elders in de wereld tv’s uit een hotelraam werden gesmeten en versterkers met een gitaar werden vernield onder het mom van rock’n roll. Maar deze man maakte je zo snel de pis niet lauw en was coulant. Compensatie was niet nodig. Maar wel onder één voorwaarde: de jongelui moesten zich gedragen en mochten de reputatie van Abba niet beschadigen.
Het verhaal van ABBA
Jan Gradvall
Uitgeverij Spectrum
ISBN: 9789000393862
Verschenen in juni 2024
Bestelinformatie
Bestel als paperback bij bol.com (€ 21,99)Bestel als e-book bij bol.com (€ 14,99)