In Boris We Trust. Boris Johnson at 10

Wie een goede reden wil hebben deze dikke biografie van drie jaar Boris Johnson als premier van Groot-Brittannië te lezen, zou de vraag kunnen stellen: hoe is het mogelijk dat iemand die totaal ongeschikt bleek voor de topjob van premier, toch in Downing Street 10 belandde en het daar ook nog eens drie jaar volhield? Dit drama gaat immers niet over een bananenrepubliekje maar een rijk, hoogontwikkeld land van bijna zeventig miljoen zielen. Waarom ging het in zee met een applauszoeker zonder programma en sociale vaardigheden, met een rommelig kapsel als belangrijkste handelsmerk en bijna nul moreel besef?

Biograaf Anthony Seldon (1953) heeft de carrières van alle Britse premiers sinds Tony Blair beschreven. Hij werkte voor dit boek over BoJo samen met de veel jongere Raymond Newell, met wie hij eerder al May at 10 schreef, over het ongelukkige premierschap van Theresa May, die het niet lukte haar kabinet en partij achter haar Brexit-deal met de Europese Unie te krijgen. Boris Johnson at 10 (van 2019-2022)is dus voor een deel het vervolg van de Brexit-saga en behandelt uiteraard ook de voor Johnson al even noodlottige tijd van de coronapandemie. Seldon en Newell spraken met rond de tweehonderd getuigen, van wie ongeveer een derde met naam en toenaam in het boek voorkomen. Die getallen zeggen iets over het vertrouwen dat de auteurs genoten in het mijnenveld van politiek Londen, waar het lekken van beschadigende informatie over wie wat zei en deed tot het vaste repertoire van sommige spelers is gaan behoren. De biografen waren in staat anonimiteit te garanderen, ook dankzij bijzondere maatregelen tegen hackers mogen we aannemen.

Get Brexit done

Seldon en Newell proberen Johnson echt wel recht te doen, want hij had ook zijn charmante kanten en gevoel voor de Britse underdogs. Maar zoals een recensent van The Guardian schreef, het is in de biografie toch alsof ‘doorgewinterde theatercritici erop uitgestuurd zijn om een schoolvoorstelling over de geboorte van het kindeke Jezus te coveren’. Aangezien Johnson amper een regeringsprogramma had, hebben ze behalve zijn ambitie ’to get Brexit done’ en zijn omgaan met de coronapandemie weinig om hun tanden in te zetten.

Na het referendum over Remain or Leave in 2016 wachtte de minieme meerderheid van de kiezers die voor de Brexit had gestemd, in 2019 nog steeds op verlossing – en Johnson beloofde die te brengen tijdens de parlementsverkiezingen van 2019. Premier Theresa May was daar drie jaar lang niet in geslaagd, niet omdat ze niet capabel was maar omdat haar partij aanhangers van beide opties omvatte.

Mays voorganger, de eveneens conservatieve premier David Cameron, had het Brexit-referendum georganiseerd in de vaste overtuiging dat zijn Remain-kamp zou winnen, zodat Londen voor een jaar of tien van het eurosceptische gezeur af zou zijn – en van de concurrentie op rechts van de United Kingdom Independence Party (UKIP), onder leiding van de populistische Nigel Farrage. In 2014 was de UKIP bij de Europese Parlementsverkiezingen de grootste Britse partij geworden, met 26,6 procent van de stemmen, meer dan de Conservatives of Labour elk hadden weten te vergaren. Never mind dat een anti-EU partij aan deze verkiezingen meedeed (bizar of niet, het leverde wel veel inkomsten voor de MEPs op). Het leek een teken aan de wand voor de naderende ineenstorting van het Britse partijensysteem. De conservatieven moesten hun euroscepticisme tonen en Boris Johnson zou hun troefkaart worden.

Lak aan regels

Over Johnsons ‘fatal flaws’ lees je al in het begin van het boek: ‘his tendencies towards chaos, grandstanding and inability to govern consistently on a day-to-day basis… his difficulty in either grasping the levers of government or entrusting power to those around him…’ Hij wantrouwde al gauw eigenlijk iedereen, vooral nieuwe gezichten op Number 10, maar ook familieleden. Hij liet zich desondanks gemakkelijk beïnvloeden door de mening van wie er maar toevallig in de buurt was. Was zijn (derde) vrouw Carrie Symonds aanwezig bij een vergadering in Downing Street, was hij het helemaal met haar eens – totdat zij haar hielen gelicht had.

Hij koos ministers, topambtenaren en adviseurs die hem niet zouden tegenspreken en die qua intelligentie in zijn ogen lager op de ladder stonden, op één adviseur na, Dominic Cummings, die hij zelfs bewonderde om zijn ‘bravura’. Hij negeerde alle kritiek op zijn pet-projects, zoals de aanleg van een kostbaar traject voor een hogesnelheidstrein naar het achtergebleven noorden van het land. Gebrek aan geld in de schatkist was nooit zijn zorg, hoewel zijn partij beloofd had de belastingen niet te verhogen. Het was dus altijd oorlog met het allerbelangrijkste ministerie, dat van financiën.

Hij geloofde zelfs dat topambtenaren in alle ministeries tegen Brexit en dus niet loyaal aan hem als premier waren – terwijl de biografen en vele getuigen concluderen dat hij gewoon niet wist om te gaan met de bureaucratie van Whitehall, ook omdat hij lak had aan regels en procedures. Dat mocht soms verfrissend werken, zoals ook zijn humor op de werkvloer, maar met alleen ad rem zijn en grof taalgebruik kwam hij er niet mee in traditioneel, meer formeel Londen.

© Ben Shread (Open Government License 3)

F**k Business en MP’s

Hij bleek ook waardeloos in het aanknopen van goede relaties met de conservatieve MP’s in het House of Commons, toch zijn partijgenoten die over een deal met de EU zouden moeten stemmen. Sterker nog, hij verachtte hen en liet dat merken. Johnson beloofde MP’s liever een vette baan in de City of in Downing Street, ambassadeurschappen, politieke topjobs of benoemingen voor het leven in het House of Lords (soort Eerste Kamer). Zijn politiek personeel hield met moeite de lijst van al zijn beloften bij. Dergelijke douceurtjes zijn natuurlijk een eeuwenoud gebruik in de politiek maar het zou toch niet het enige middel mogen zijn voor het organiseren van steun.

Zijn verachting gold ook leden van zijn kabinet. Hoe moeilijk kun je het jezelf maken als premier?

Premier Johnson gedroeg zich alsof hij in 2019 verkozen was als een soort Amerikaanse president, dus een persoonlijk mandaat van de kiezers had gekregen, maar zo zit het Britse systeem niet in elkaar.

In Nederland mag elke Britse conservatief als pro-business gelden, Johnson had ook geen greintje respect voor Britse ondernemers, in meerderheid tegen of op zijn minst bezorgd over Brexit, al was het maar omdat het de eerste keer was dat een EU-lidstaat uittrad en Brussel wellicht een afschrikwekkend voorbeeld wilde stellen voor andere dromers: ‘His “f**k business” comment, made to an ambassador regarding the fears of industry leaders over Brexit… might have been mitigated if his remorse had been convincing. But he didn’t feel remorse: he was livid with business for its negativity towards Brexit.’

Sleutelfiguur

Hiermee zijn Seldons en Newells diskwalificaties van BoJo nog niet compleet maar het is nu tijd voor de jungle waarin deze ‘buffoon’, deze clown moest opereren. Daarover zijn de biografen een stuk minder kritisch. Seldon is historicus en vergelijkt Johnson met andere premiers, maar hij vergelijkt nooit het Britse politieke systeem van onze 21e eeuw met dat van oudere jaargangen. Hoe staat het sinds 2000 met de kwaliteit van de kiezers, het parlement, de partijen, het kiesstelsel, en de media die de kiezers op de hoogte moeten houden van wat er gebeurt tussen twee verkiezingen door? Kortom, hoe staat het met de Britse democratie?

Al deze elementen kwamen in beeld bij de Brexit-campagne. Johnson wist al rond de eeuwwisseling dat hij ooit eens premier wilde worden, maar of hij voor of tegen Brexit moest zijn besloot hij pas heel laat in 2016 en niet op grond van de verdiensten van het idee. Als hij voor Brexit koos en het gezicht ervan werd, hoefde dat helemaal niet slecht uit te pakken voor zijn eigen carrière, redeneerde hij, ook niet als het Remain-kamp won. Hij zou dan als ‘hero Eurosceptic’ partijleider kunnen worden, laatste stap op weg naar Downing Street 10. Als de Brexiteers wonnen, was hij ook favoriet voor het premierschap. Win-win.

Johnson was in het referendumjaar 2016 al populair om zijn acht jaar als burgemeester van Londen (inmiddels hoofdstad van ‘Global Britain’), de man die daar toch maar de Olympische Spelen had binnengehaald, fietspaden liet aanleggen, allergisch was vooral alles wat naar racisme smaakte.

Net als Donald Trump was hij bekend van televisie, onder meer door zijn optredens in het satirische BBC-programma Have I Got News For You. Zijn reputatie als kritische correspondent die met wrede humor Brusselse bemoeizucht op de korrel nam in zijn columns, dateerde al uit de jaren 90, en dat hij in die columns wel eens loog over de feiten, ach. Vriend en vijand moesten toegeven, zeker na publicatie van zijn boek The Churchill Factor in 2014, dat hij een intellectueel van niveau was en goed kon schrijven.

Hij koos Leave.

De conservatieve campagnestrategen zagen in dat ‘the key influencer on voters would be Johnson. Charismatic, huge name recognition, and capable of reaching the non-voters…, he was a massive electoral asset. He knew it too, and loved the power it gave him.’ Maar om onbekende redenen besloot hij na een kort gesprek met zijn echtgenote, ondanks het succes van de Brexit-campagne, niet voor het leiderschap van de partij te gaan in 2016 en dus ook niet voor het premierschap.

Partijtop

Cameron had aangekondigd niet te zullen aftreden als zijn Remain-kamp verloor, maar deed het toch (ach, waarom niet?). Theresa May won vervolgens de strijd om het leiderschap van de partij, dezelfde vrouw die nog voor in de EU blijven had gepleit tijdens de Britain Stronger in Europe campagne (waarom niet?). Zij moest dus iets gaan uitvoeren waarin ze niet geloofde, maar het was wel weer handig dat zij de bakens met de EU waarschijnlijk niet al te radicaal wilde verzetten – het recept later voor afwijzing van haar deal-voorstellen met Brussel door fellow MP’s die voorstander waren van no deal. Fijne partij.

Nog fijner: iemand op Number 10 lekte een document naar de Sunday Times over Bojo’s beetje wilde seksleven en zijn vele karakterfouten. Het zorgde voor ‘civil war’ binnen de partij en bleek later opgesteld te zijn door Mays team, voor het geval hij het leiderschap van de partij ambieerde. Hij zou nog lang door zijn ’trouser problem’ achtervolgd worden. Nogmaals: fijne partij.

May bood Johnson uiteindelijk de functie van minister van Buitenlandse Zaken aan. Hij was verrukt over deze zo belangrijke post, omdat hij mismoedig alleen gewed had op het ‘Ministry of Paperclips’. Wel tilde May twee nieuwe subdepartementen van de grond om Johnson ver van Brussel te houden, een voor buitenlandse handel en een voor onderhandelingen met de EU.

Of het daardoor kwam dat Johnson ‘niets bijleerde’ over politiek bedrijven in Londen en ‘zijn tijd verspilde’ in het Foreign Office, weten de biografen niet zeker. Het lag volgens hen vooral weer aan hemzelf.

Misschien pende hij in het geheim verder aan zijn Shakespeare-biografie. Hij had altijd geld nodig voor de financiële regelingen met zijn twee exen en hun kinderen, heet het, en voor zijn luxe levensstijl. Zijn behoefte werd geschat op zo’n half miljoen pond per jaar (ongeveer twee keer onze Balkenende-norm), terwijl een minister- of premierschap nog niet de helft daarvan opleverde. Een vet boekcontract had hem ruim 200.000 euro kunnen bezorgen.

Schorsing van het parlement

Aan een van Johnsons foute adviseurs, de strateeg Dominic Cummings, is een heel hoofdstuk gewijd, omdat deze man, die zelf geen enkele politieke post bekleedde, werkelijk een extremist was, zijn eigen agenda voor de toekomst van het VK had, niet bang was om de wet te breken of te liegen, dan wel Johnson daartoe op te stoken. Een bully, kampioen grensoverschrijdend gedrag in Downing Street, die straffen en beloningen uitdeelde.

De biografen vinden deze Raspoetin wel een briljante strateeg maar ook levensgevaarlijk voor het Britse systeem. Met deze steun en toeverlaat aan zijn zijde ontwikkelde Johnson zich ongehinderd in de verkeerde richting:

‘He took attacks on Brexit as a vendetta against himself and his role in bringing it about. His easy-going attitude and liberal openness to the views of others was being gradually supplanted by a vindictive dismissiveness, always lurking below the surface, of those who criticized him or failed to take him seriously.’

Hoeveel minachting voor de grondwet zou in Nederland tot de val van een kabinet kunnen leiden? Ik heb geen idee maar in het Verenigd Koninkrijk moet je het blijkbaar wel erg bont maken.

Nadat Johnson eenmaal gekozen had voor no deal met Brussel, omdat elke deal een ‘Surrender Act’ zou zijn, kozen hij en Cummings ervoor om koningin Elizabeth te misbruiken, omdat haar het bijna vergeten royal right toekwam om de officiële zittingstermijn van het parlement te bekorten (prorogation). Zou in 2019 van dat recht gebruik gemaakt worden, hadden de MP’s zich niet meer kunnen organiseren om bijtijds vóór de oktober-deadline die tussen Londen en Brussel was overeengekomen, te debatteren over de door het koppel Johnson-Cummings gewenste no deal en die eventueel weg te stemmen. Zo’n prorogation was in geen decennia gebeurd en het wasdit keer feitelijk een schorsing van het parlement ‘om politieke redenen’ – als bij een staatsgreep, waarvoor de procedure nooit bedoeld was.

Het parlement weerde zich maar ambtenaren die in theorie (zoals in Nederland) loyaal moeten zijn aan welk kabinet ook hadden die optie van verzet veel minder: ‘Officials were horrified as they were told to produce written text warning of a no deal exit…’ (in verband met dan wellicht optredende voedsel- en medicijnentekorten) …telling the public the UK was leaving the EU “come what may”. They knew the warnings to be untrue… but were pushed to produce them regardless.’ Johnsons team schold hen uit als een stelletje dwarsliggers.‘We had made it clear that we <officials> were not granted the right to speak something that we knew was not true. It was very unpleasant to have Cummings shouting at us over it,’ vertelde een getuige. *

Voor sommige topambtenaren betekende hun verzet het einde van hun carrière. Ze werden ‘briefed against in the press, pushed to resign, or their contracts were not renewed.’ De hierdoor beschadigde civil service zou nooit meer dezelfde zijn, menen de biografen.

Wie durft mij weg te sturen

Dat het Supreme Court later de prorogation onwettig verklaarde, leidde bij Johnson niet tot veel reflectie over zijn keuze van adviseurs – ook niet het aftreden van zijn broer Jo als MP, ook niet het latere verlies van zijn parlementaire meerderheid, want 21 conservatieve MP’s (niet alleen kleine vissen) werden uit de partij gezet omdat ze met een motie van de oppositie hadden meegestemd.

De vleugellam geworden Johnson stuurde het land dus naar vervroegde verkiezingen – ook geen sinecure omdat het recht die af te kondigen sinds 2011 bij het parlement lag. Maar uiteindelijk moesten de kiezers weer komen opdraven. De conservatieven wonnen onverwacht en kregen zelfs een ogenschijnlijk comfortabele meerderheid van tachtig zetels in het Lagerhuis, het House of Commons. Sindsdien voelde Johnson zich praktisch onaantastbaar. Wie durft een premier met een meerderheid van tachtig zetels weg te sturen, werd zijn standaardreactie op kritiek.

Hij zou het zelf doen.

Sluitstuk

Zijn leugens over feestjes in zijn ambtswoning in Downing Street waarbij de covidregels niet werden gerespecteerd waaraan gewone stervelingen zich te houden hadden, vormden maar één van de redenen waarom tientallen ministers, de huidige premier Rishi Sunak voorop, in 2022 heel berekenend ontslag namen. Het was namelijk het jaar van nieuwe verkiezingen bij de conservatieven voor een nieuwe partijleider. Johnson kon in ieder geval bij gebrek aan een compleet kabinet niet meer regeren en kondigde aan dat hij aftrad als premier. Hij zou na enig getwijfel niet aan de partijverkiezing meedoen en bleef demissionair aan totdat Liz Truss als nieuwe partijleider werd verkozen en prompt werd geïnstalleerd als premier. Johnson werd een gewone MP.

Vorige maand juni zagen we het sluitstuk van dit drama. Een commissie voor onderzoek naar de feestjes, nota bene voor het merendeel bestaande uit conservatieven, concludeerde dat Johnson inderdaad tegen het parlement en het publiek gelogen had: de covidregels waren overtreden. Men stelde voor hem voor drie maanden als MP te schorsen, maar Johnson trad af, voordat het tot een stemming kwam.

Het gros van de conservatieve MP’s en ook Rishi Sunak die inmiddels Truss was opgevolgd als premier, waren trouwens niet komen opdagen voor het debat over het rapport van de commissie. Ze vermeden dus een stemming tegen een partijgenoot, alsof zoiets als landsbelang niet meer bestond. Fijne partij.

Vertrouwen?

Johnsons politieke loopbaan begon ooit in het kiesdistrict Uxbridge and South Ruislip, een district waar hij niet woonde en dat hij niet kende maar waar de partijtop hem parachuteerde. Het was gewoon handig voor de kersverse MP dat het district niet te ver van het centrum van Londen lag. Het Britse kiesstelsel wordt af en toe geroemd omdat er zo’n heerlijke band zou zijn tussen kiezers en lokale kandidaten, men kent elkaar, kan oordelen over verdiensten. Dat zal dus vaak een vrome illusie zijn, nog afgezien van het feit dat alle stemmen voor andere kandidaten verloren gaan.

Door dit districtenstelsel kloppen de verhoudingen tussen partijen op nationaal niveau voor geen meter. Een partij kan landelijk gezien een kwart van de stemmen hebben gekregen maar eindigen met een handjevol winnende kandidaten als MP op een parlement van 650 zetels. De biografen liggen er minder wakker van dan van Cummings geschreeuw tegen het personeel van Downing Street.

Bij de strijd om de kiezer werd tijdens de Brexit-campagne uiteraard niet voor het eerst gelogen in de Britse geschiedenis, maar het ‘bewust verkeerd overtuigen’ ging wel erg ver. Johnson was in zijn sas met de door Cummings bedachte slogan ‘We send the EU £350 million a week – let’s fund our NHS instead’. De leus paste ook goed op de rode dubbeldekkerbussen. Veel media reageerden furieus dat de gebreken van de National Health Service zo werden misbruikt. Oei. Johnson ‘became anxious and was straight on the phone to Cummings about it. “Don’t worry, Boris,” he replied. “Everyone knows the real figure is not 350 million after rebates, but every time a journalist tells you that it’s only 170 million, everyone thinks 170 million is a f**k of a lot of money… It’s great for Vote Leave.”’

Op leugens betrapt en daarvoor afgestraft worden moge een indicatie zijn dat ‘de democratie werkt’, zoals ook bij het verzet van het Supreme Court tegen de prorogation.

Maar wat moet je denken van kiezers die op Johnson hebben gestemd omdat het zo’n lolbroek was? Van al die hoogopgeleide jongeren die niet gingen stemmen over Brexit? Of van zogenaamd onafhankelijke media van eigenaren die partij kozen, of media die vooral geïnteresseerd zijn in sappige informatie en roddel over een politicus? Wat te vinden van een partij die het risico neemt van een partijleider die als premier niet zal weten te regeren, alleen maar omdat hij een stemmenkanon is?

Er waren in het verleden veel betere premiers dan Johnson, worden de biografen niet moe te vertellen. Maar is de kwaliteit van hun omgeving niet minstens zo belangrijk? In het geval van Johnson, het gebrek aan integriteit daar? Het kortetermijn-denken? De loopgravenoorlogjes in het parlement? De vermoeidheid bij de kiezers? De waanideeën van de complotdenkers? Ja, zelfs het gebrek aan visie bij de linkse oppositie, de fouten van Labour-leider Jeremy Corbyn? Het is begrijpelijk dat biografen focussen op plus- en minpunten van een premier maar Seldon en Newell hebben een wel erg idyllisch en simplistisch idee over goed regeren in Londen, vroeger en nu:

‘PMs have little or no space to think. They have to trust the powers behind the role. In the most effective premierships, No. 10 becomes the Prime Minister. It becomes one mind. Trust is the cement that binds the different entities within it together.’

Trust, vertrouwen? Wat was dat ook al weer?

* Pas op 31 januari 2020 stapte het Verenigd Koninkrijk formeel uit de Europese Unie en begon de overgangsperiode voor onderhandelingen over het definitieve verdrag.

Boris Johnson at 10: The Inside Story
Anthony Seldon en Raymond Newell
Atlantic Books
ISBN hardcover 978 1 83895 802 2
ISBN E-book : 978 1 83895 803 9
Verschenen in mei 2023

Bestelinformatie

Bestel als hardcover bij bol.com (€ 28,09)
Bestel als e-book bij bol.com (€ 15,49)

Anneke van Ammelrooy
Anneke van Ammelrooy
Anneke van Ammelrooy (1955) is journalist en vertaalster. Ze schreef onder andere Alles is er niet, een persoonlijk verslag van haar eerste jaar in Irak. Ze was hoofdredactrice van het Leids universiteitsweekblad Mare, Publiek Domein, Keesings Historisch Archief en OR-informatie. Voor de Volkskrant schreef ze over cultuur en politiek. Bij het ANP was ze redacteur Arabische landen. Ze werkt aan een boek over de toekomst van politieke partijen (2003-2010).

Fijn als je dit artikel met anderen deelt:

Lees ook...

LAAT EEN REACTIE ACHTER

Vul alstublieft uw commentaar in!
Vul hier uw naam in