De abstracte kunst van Hilma af Klint. Over de pech Zweeds te zijn

Beeldend kunstenaar Hilma af Klint (1862-1944) deed precies wat biografen zo jammer vinden: vĆ³Ć³r haar dood hield ze grote opruiming. Al tijdens haar leven hield ze volgens haar biografe Julia Voss ‘systematisch’ bepaalde aspecten van haar leven in het donker, wat niet verwondert bij een vrouw die volgens Voss vrijwel elke regel opgelegd door de samenleving overtrad. Haar nalatenschap ‘is like a large house with countless rooms, chambers, and hallways. Hilma allowed some of the rooms to remain brightly illuminated, whereas in others she turned off the light, and sometimes even locked the door and threw away the key.’

Er bleven na de grote schoonmaak niettemin nog altijd 26.000 pagina’s tekst aan notities en dagboeken over en zo’n 1300 schilderijen en tekeningen. Maar die mochten pas twintig jaar na haar dood in de openbaarheid komen, had ze bepaald. In 1966 werden de dozen geopend en de doeken uitgerold, die haar neef Erik af Klint keurig op de zolder van zijn huis in Stockholm had bewaard.

De Duitse biografe Julia Voss leerde Zweeds om Af Klints notities te lezen. Zonder deze extra inspanning had ze niet kunnen ontdekken dat veel van wat er de laatste decennia over de kunstenares is beweerd, niet klopte. Dat corrigeert ze dan ook gaandeweg de biografie. Het wierp bij mij even de vraag op hoeveel biografieƫn niet geschreven kunnen worden omdat biografen de taal van hun geliefde onderwerp niet spreken.

Hilma af Klint, ca 1901 (public domain)

Vijf correcties

Af Klint zou wars van deelname aan tentoonstellingen zijn geweest. Dat is niet zo, bleek uit haar notities, ze wilde haar werk bij leven niet geheim houden, sterker nog, ze raakte gefrustreerd door haar mislukte pogingen publiekelijk erkenning te krijgen. Dat lag ook aan haar geslacht, vrouwelijke beeldend kunstenaars werden nog niet serieus genomen in christelijk-conservatief Zweden. EĆ©n keer werd haar werk bijvoorbeeld weggedrukt naar een slecht verlicht hoekje van een tentoonstelling. Dat ze weinig erkenning kreeg en dus weinig verkocht, is voor de biograaf wĆ©l een geluk bij een ongeluk. Van kunstenaars zonder faam, al of niet terecht beschouwd als van het tweede of derde echelon, verdwijnt het werk immers meestal onachterhaalbaar door verhuizingen en ongeĆÆnteresseerde erfgenamen van de kopers (tot ze een enkele keer op een veiling opduiken).

Af Klint heeft het nooit opgegeven: op late leeftijd nog werkte ze aan een eigen solo-tentoonstelling in Londen tijdens een antroposofisch wereldcongres, in 1928, die ook lukte dankzij de inzet van haar nieuwe Amsterdamse vriendin Peggy Kloppers-Moltzer. Ze hield lezingen, liet belangstellenden toe in haar atelier, werkte jaren aan een spiraal-achtig ontwerp voor haar eigen museum.

Nog meer correctie van fact free geschiedschrijving: Af Klint was geen luie huismus die in haar knusse Zweden bleef en geen belangstelling had voor de geschiedenis van de schilderkunst. De welgestelde vrouw reisde niet alleen meermalen naar het Goetheanum, het antroposofische centrum van Rudolf Steiner in Zwitserland, maar ook naar Londen, Noorwegen, Duitsland, Nederland en Belgiƫ (men moest wel in die tijd, want tentoonstellingen van buitenlandse kunst werden waar dan ook in Europa toen zelden op touw gezet). Ze reisde naar Italiƫ om de meesterwerken van de Renaissance te zien, die volgens Voss een blijvende invloed op haar eigen werk hadden.

Ook: ja, Hilma was spiritiste maar geen onderontwikkeld, goedgelovig meisje. Ze had Ć³Ć³k een brede wetenschappelijke achtergrond en schilderde series met titels als Evolutie en Atoom. Haar ideeĆ«n over het paranormale  beperkten zich tot geloof in geesten, reĆÆncarnatie en krachten van de natuur, in het universum en van de menselijke geest, voor een deel ook geĆÆnspireerd door natuurkundige ontdekkingen zoals rƶntgenstraling. Aan de rond 1900 onder de burgerij zo populaire spiritistische sĆ©ances deden ook wetenschappers mee.

De antroposoof Rudolf Steiner bleef een ankerpunt in het leven van Af Klint, ze wilde zijn oordeel over haar werk, ze bood haar schilderijen aan voor de muren van zijn centrum in Zwitserland, ze was lid van zijn vereniging. Over hun blijkbaar niet zo fijne ontmoetingen zijn geen notities bewaard gebleven. Het doet vermoeden dat Steiner haar te eigenwijs vond, geen aanhanger van de  zuivere leer. Uit de notities en haar boekenplanken blijkt dat hij maar Ć©Ć©n van de invloeden op haar denken was en dat ze haar spirituele universum zelf in elkaar knutselde. Ze kende ook andere auteurs als Helena Blavatsky en Annie Besant, ze had belangstelling voor de Rozenkruisers en het boeddhisme. Wat zegt die fascinatie met Steiner? Er wordt nu ook niet lacherig gedaan over de atheĆÆstische Duitse filosoof Peter Sloterdijk die in zijn jonge jaren in de ashram van Baghwan Shree Rajneesh uit de kleren ging. De titels uit Af Klints boekenkast beslaan negen pagina’s in de biografie.

En tot slot: Af Klint wilde wel erkenning maar haar ambitie was veel groter, ze verlangde naar een sociale revolutie, voelde zich verbonden met revolutionaire gebeurtenissen in de wereld zoals de mars naar het Winterpaleis van de Russische tsaar in 1905. ‘She also dreamed of a departure from the art world as we know it. ā€¦ Her works, she believed, could help us leave behind everything that makes the world small and rigid: entrenched thought patterns and systems of order, categories of sex and class, materialism and capitalism, the binary view of an Orient and an Occident,’

Evolutie, 1908 (public domain)

Geesten en psychoses

Al aan het begin van de biografie zijn twee vragen onvermijdelijk. Hoe ziet de biografe het werk van Hilma af Klint, is het abstract en zo ja of nee, hoezo dan? En: hoe serieus neemt Voss de sprekende geesten van Hilma af Klint?

In mijn boekenkast staan alleen verhalen van psychotische mensen die stemmen horen, eentje zelfs met een sprekende buurtbus, en verder de Bijbel waarin onder meer een sprekend brandend braambos voorkomt.

Ik checkte of Voss de geesten, die namen hadden, in het persoonsregister heeft opgenomen. Dat bleek tot mijn opluchting niet het geval. Wat Voss doet is de geesten behandelen zoals Af Klint zelf doet, als boodschappers die haar instrueerden ‘de kunst van de toekomst’ te schilderen. Dat had ze blijkbaar nodig in een omgeving die vijandig of afwijzend tegenover haar werk stond. Er waren ook vriendinnen die het onverstandig vonden om haar erotische serie Eros aan de buitenwereld te tonen.

Alles wijst erop dat Af Klint lesbisch was, ze geloofde in een vorig leven man te zijn geweest, ze trouwde nooit, woonde samen met verschillende vrouwen. In haar figuratieve werk komen hermafrodieten voor en herenigingen van man en vrouw, in haar optiek door de Schepping gescheiden en beide eeuwenlang verlangend naar eenwording. Ze benoemde haar seksuele voorkeur niet expliciet in de overgebleven notities en ook de geesten lieten het onderwerp blijkbaar discreet rusten. Iedere psycholoog kan je nu vertellen dat niet uit de kast komen en voortdurend afgewezen en gediscrimineerd worden tot depressies, psychoses en erger kan leiden. Blijkbaar vond Af Klint haar eigen vorm van aanmoediging uit. Nadat de geesten eerst tijdens groepsƩances hadden gesproken, spraken ze na jaren ook thuis tot haar.

Rangorde in de abstracte kunst

Af Klint maakte abstracte kunst. Je kunt het gewoon niet anders benoemen en dat vindt ook de biografe. Haar werk is immers niet figuratief, niet realistisch, niet surrealistisch, geen collage, geen religieuze en geen decoratieve kunst. Ze begon ermee voordat Malevitsj, Mondriaan en andere schilders zich op dit terrein meldden, maar ook weer niet zoveel eerder, in 1906-1907, met haar serie Primordial Chaos en The Ten Largest, een serie forse schilderijen van ruim twee bij drie meter, ongepast voor een dame (nu nog moeten kunststudentes soms aangemoedigd worden om niet te blijven priegelen).  Er kwamen meer kunstenaars die van mening waren dat ‘art and sculpture liberated from the constraint of representation were the highest form of art.’

Af Klints geestverwant Kandinsky maakte in 1913 zijn eerste abstracte aquarel; hij bleek al eerder duidelijk op zoek naar iets anders in zijn beroemde pamflet uit 1911 Ɯber das Geistige in der Kunst ā€“ insbesondere in der Malerei <1>. Malevitsj begon met zijn zwarte vierkanten in 1913. Mondriaan schilderde een al bijna abstracte boom in 1911. VĆ³Ć³r hun tijd werd al druk nagedacht over diepere betekenissen van kleuren, van onzichtbare, al of niet geometrische grids van schilderijen. Dus als we niet te orthodox denken in kunststromingen met onveranderlijke jaartallen, waarom kon Af Klint dan niet aan de beginperiode van de abstracte kunst worden toegevoegd toen men haar eindelijk ontdekte?  Wikipedia doet het, Ć©Ć©n auteur daar wil zelfs de grottekeningen van Lascaux invoegen. Lachen.

Svanen, 1914 (public domain)

Het werk van Af Klint kon Zweedse musea niet bekoren kort na 1966 toen neef Erik het aan de man probeerde te brengen (ook nu houdt de belangstelling niet over). Ze heeft gewoon de pech dat haar werk pas internationale bekendheid kreeg in 1986 door een grote groepstentoonstelling over The Spiritual in Art ā€“ Abstract Painting 1890-1985 in Los Angeles (deze ging later op reis en kwam ook naar Nederland), en pas heel recentelijk eigenlijk in 2018 door een groot retrospectief  van haar werk in het Guggenheim museum in New York (die alle records brak qua bezoekersaantal).

Enkele kunstcritici weigerden in die jaren het etiketje abstract. Eigenlijk vonden ze haar werk niet van het kaliber van een Malevich, Juan MirĆ³ of Mondriaan en dat mag natuurlijk, maar kaliber is iets anders dan de gekozen vormtaal. Tegelijkertijd is het zo, als je haar werk pas in 1986 of 2018 leert kennen, dat je zou kunnen toegeven dat een deel van haar abstracte werk eigenlijk in weinig onder doet voor de latere geometrische schilderijen van Robert en Sonia Delaunay of de schilderijen waarin Paul Klee experimenteerde met kleurpigmenten.

Abstracte kunst werd een blijvertje, tot op heden. Waar staat Af Klint dan in de rangorde tot 2023?  Een paar namen onder Mark Rothko (geb. 1903)? een paar Ć©tages boven Maarten KrabbĆ© (geb. 1908)? Je kunt de tijdlijn ook negeren en nu (maar niet rond 1900) bijvoorbeeld een vergelijking wagen tussen Af Klint en moderne Australische kunstenaars die van de Aborigenes afstammen en hun spirituele roots uitdrukken. Maar damn it, wat geeft het, die pikorde, het is de kunsthandel die nog steeds  grotendeels de rangen bepaalt.

Raadsel

Als de nieuwe abstracte kunst al vlak vĆ³Ć³r de Eerste Wereldoorlog begon, dan begrijp ik niet helemaal waarom Af Klint blijkbaar niet van ontwikkelingen elders op de hoogte raakte. Als ze meermalen in ZĆ¼rich was, waarom dan nooit eens even op atelierbezoek in MĆ¼nchen of Parijs? Er waren toch kunsttijdschriften? Haar vrienden en kennissen reisden toch ook? Misschien ontdekte ze haar geestverwanten te laat, toen de nazi’s al aan de macht waren en veel Duitse, Russische Ć©n Nederlandse kunstenaars al waren geĆ«migreerd, onder andere naar de verre Verenigde Staten. De beruchte tentoonstelling over Entartete Kunst in MĆ¼nchen in 1937 werd breed besproken in Zweedse dagbladen.

Amerikaanse galeriehouders (de eeuwige handlangers van Amerikaanse musea) waren verontrust over hun aanvoer vanuit het continent dat op oorlog leek af te stevenen en dat was belangrijk voor de aandacht in de VS voor moderne kunst uit Europa. Het Guggenheim en het MoMa organiseerden in maart 1936 grote tentoonstellingen van nonrepresentational art, die onder moderne kunstenaars in Europa de blijde boodschap verkondigd moeten hebben dat de Amerikaanse deuren voor hen wijd open stonden.

Het was wel weer zo dat de curator van het MoMa, Alfred H. Barr, naar eigen zeggen in 1936 bewegingen had uitgesloten ‘<that were> confined in their influence to a single country’. Als hij het werk van Af Klint al zou hebben gekend, zou hij de Zweedse dus van deelname uitgesloten hebben. Hij had trouwens ook niets met spirituele kunst, hoop op sociaal-culturele revoluties en andere on-Amerikaanse dingetjes.

Door de uitstroom van kunstenaars ook naar Londen kwamen galeriehouders daar in 1938 in het geweer door hen een platform te bieden met de tentoonstelling Twentieth Century German Art. Daardoor zagen ook de Britten deze kunst vaak voor het eerst van hun leven. Maar dus niet de Zweden, niet Af Klint.

Voss ‘veronderstelt’ dat Af Klint op de hoogte was, maar weet het niet zeker. Misschien was ze inmiddels te oud, ze was 75 geworden in 1937, en door een oogprobleem schilderde ze al jaren niet meer. In 1932 had ze al enkele cahiers gemarkeerd met +x, wat betekende: pas twintig jaar na mijn dood publiek maken. Misschien deed ze dat eigenlijk om haar vriendin en partner Thomasine Anderson, mocht die haar overleven tegen schandaal in bescherming te nemen.. Hoe dan ook leefde ze al in een verre toekomst.

Hilma af Klint overleed in 1944, Julia Voss werd in 1974 geboren en zag werk van Af Klint voor het eerst in 2008. Vijf fellowships en een Getty Grant later kwam eind vorig jaar dit Engelstalige boek uit (een ge-update versie van de Duitse uitgave). Een voorbeeldige kunsthistorische biografie, voor leken en professionals, voorlopig even de definitieve want Voss schrijft dat verder onderzoek nodig is.

Tentoonstellingen in 2023

Van 7 oktober 2023 tot 25 februari 2024 presenteert het Kunstmuseum in Den Haag de tentoonstelling Hilma af Klint en Piet Mondriaan. Dezelfde tentoonstelling is al eerder te zien dit jaar van 25 april tot 23 september in het Tate Modern in Londen. In het Bozar Paleis voor Schone Kunsten in Brussel is van 17 februari tot 21 mei de tentoonstelling Swedish Ecstasy. Hilma af Klint, August Strindberg en andere visionaire kunstenaars te zien.

<1> In het Nederlands is het in de vorige eeuw bij diverse uitgevers verschenen onder de titel Spiritualiteit en abstractie in de kunst.  Het is ook vertaald in het Engels als Concerning the spiritual in art, uitg. IAP, Las Vegas, 2009.

Hilma af Klint ā€“ A Biography
Julia Voss
University of Chicago Press
ISBN 9780226689760
Verschenen oktober 2022

Bestelinformatie

Bestel als hardcover bij bol.com (ā‚¬ 31,99)
Bestel als ebook bij bol.com (ā‚¬ 25,99)

Anneke van Ammelrooy
Anneke van Ammelrooy
Anneke van Ammelrooy (1955) is journalist en vertaalster. Ze schreef onder andere Alles is er niet, een persoonlijk verslag van haar eerste jaar in Irak. Ze was hoofdredactrice van het Leids universiteitsweekblad Mare, Publiek Domein, Keesings Historisch Archief en OR-informatie. Voor de Volkskrant schreef ze over cultuur en politiek. Bij het ANP was ze redacteur Arabische landen. Ze werkt aan een boek over de toekomst van politieke partijen (2003-2010).

Fijn als je dit artikel met anderen deelt:

Lees ook...

LAAT EEN REACTIE ACHTER

Vul alstublieft uw commentaar in!
Vul hier uw naam in