Etta Palm. Van Nederlands eerste feministe tot staatsvijand

ā€˜Mijne heren, het kan toch niet waar zijn dat de heilige revolutie, die mannen hun rechten geeft, hen onrechtvaardig en oneerlijk tegenover vrouwen heeft gemaakt!ā€™ declameerde Etta Palm vol vuur op vrijdag 26 november 1790 in Les Amis des VeritĆ©, een van de talloze politieke clubs die na de bestorming van de Bastille in Parijs uit de grond werden gestampt. Waarom zou vrijheid, gelijkheid en broederschap alleen voor de mannelijke medemens gelden, zo vroeg ze zich in arren moede af. Palm was in het hart van de Franse Revolutie terechtgekomen en speelde daarin een ā€“ op zijn zachtst gezegd- ambivalente rol.

Wil Schackmann schreef een vermakelijke biografie over de Groningse. Hij kwam haar op het spoor tijdens een cursus creatief scenarioschrijven die hij in 2011 gaf. Een van de cursisten vroeg zich af of het avontuurlijke leven van Etta Palm een avondvullende film zou kunnen opleveren.  Zijn belangstelling was gewekt.

Feministe

Etta Palm was een van de zeldzame feministische stemmen tijdens de Franse Revolutie. Ze vond Condorcet aan haar zijde, die ā€“ wat het beginsel van de gelijkheid betrof – het onbegrijpelijk vond ā€˜kalmweg de helft van het mensdom het recht op deelname aan de wetgeving te onthoudenā€™. En de militante feministe Olympe de Gouges schreef in 1791 een heuse La DĆ©claration des droits de la femme et de la citoyenne, want : ā€˜De vrouw heeft het recht op het schavot te gaan, dan heeft zij ook het recht het spreekgestoelte te betreden.ā€™ Een vrij profetische uitspraak in haar geval. Op 3 november 1793, tijdens het terreurbewind van Robespierre, beĆ«indigde de guillotine haar leven.

Orangiste

Ook met Etta Palm liep het uiteindelijk niet goed af. Palm was, in weerwil van haar toewijding aan de idealen van de Franse Revolutie, een Orangiste in hart en nieren. Ze werd door raadpensionaris Laurens van de Spiegel betaald voor haar ā€˜correspondentieā€™, waarin ze het stadhouderlijke hof informeerde over de revolutionaire ontwikkelingen in Parijs. Ook nam ze zo nu en dan de pen op, om te fulmineren tegen lieden als Mirabeau en Condorcet,  als die onaardige dingen over de Oranjes zeiden. Vooral Wilhelmina van Pruissen moest het in de Franse pers nogal eens ontgelden, want die had als dwingeland van haar niet al te daadkrachtige echtgenoot wel iets weg van de immens impopulaire Marie-Antoinette aan het thuisfront. Wilhelmina vond in Etta Palm een hartstochtelijk verdedigster. Een van de revolutionaire kranten in Frankrijk kwam dan ook tot de volgende typering van Palm: ā€˜Het is bekend dat zij de democratische vrijheid ondersteunt in Parijs, waar zij een vreemdelinge is, en die verwerpt voor Nederland, haar vaderland.ā€™

Patriotten

Na de Bataafse Omwenteling van 1795 kwam Etta Palm in het verdomhoekje van de patriotten terecht, die haar verweten een nogal dubieuze rol voor de Oranjes in Parijs te hebben gespeeld. Zij werd, samen met haar broodheer Laurens van de Spiegel, in het kasteel van Woerden opgesloten. Vooral Hugo Gevers maakte er een halszaak van de ā€˜groote intriguante en allergevaarlijkst sujetā€™ haar verdiende loon te geven. Drie maanden na haar vrijlating overleed ze op 24 maart 1799 berooid in Den Haag.  

Misogynie?

Schackmann denkt dat Palm er zo bekaaid vanaf kwam vanwege haar sekse. Hugo Gevers had Palm op haar plaats willen zetten met zijn fanatieke vervolging: een vrouw behoorde achter het fornuis te staan en niet op de barricade. Maar die interpretatie van de historische feiten wringt. Schackmann merkt terecht op dat je als biograaf zo nu en dan moet verzuchten ā€˜ik weet het nietā€™. Hij verwijt voorgangers als Koppius en Hardenberg een al te lichtzinnige interpretatie van het bronnenmateriaal. Of Etta Palm als courtisane de kost heeft verdiend, bijvoorbeeld, want ā€˜van dergelijke dienstverlening blijven in de archieven geen kwitanties achterā€™, merkt Schackmann frivool op. Maar was Etta Palm geen spionne voor de Oranjes? In ieder geval had ze de schijn behoorlijk tegen. Daarbij moest ze weinig weten van de politieke vluchtelingen die in 1787, na het herstel van de stadhouderlijke macht in de Republiek, het land hadden verlaten en zich in bannelingoorden als Duinkerken en Saint-Omer hadden gevestigd. Onder die vluchtelingen bevond zich ook Paulus Gevers, baljuw van Rotterdam en een voorman van de patriotten. Hugo Gevers had dus nog wel een appeltje te schillen met de feministische Orangiste, want hij was een zoon van Paulus.  Schackmann heeft geen duidelijke verklaring voor de dubbelhartige rol die Palm in het revolutionaire Parijs heeft gespeeld.  Dat komt vooral omdat hij de historische context van het leven van Palm nogal clichĆ©matig heeft ingekleurd. Zo omschrijft hij het stadhouderschap na het herstel in 1748 als ā€˜een vorstendom met onbeperkte macht voor de soevereinā€™, wat geen recht doen aan de vrij autonome lokale en provinciale bestuurslaag van de Republiek, die juist in de partijstrijd tussen de patriotten en orangisten een grote rol zou spelen. Hij hangt het klassieke beeld aan van de Orangisten als ā€˜het grauw, alias het gemeen, alias het canaille, gepeupel of janhagelā€™. Juist een figuur als Etta Palm toont aan dat een dergelijke karakterisering van de Orangisten nogal karikaturaal is, die in de moderne historiografie over de ‘patriottentijd’ allang is losgelaten. Dat laat het plezier van zijn historisch onderzoek onverlet. Schackmann dook de archieven in en doet daarvan enthousiast verslag. Voor wie die queeste op de voet wil volgen, moet zijn website bezoeken, want een notenapparaat ontbreekt in het boek.

Etta Palm. Van Nederlands eerste feministe tot staatsvijand
Wil Schackmann
Atlas Contact
ISBN 9789045034478
Verschenen in mei 2022

Bestelinformatie

Bestel als paperback bij bol.com (ā‚¬ 22,99)
Bestel als ebook bij bol.com (ā‚¬ 13,99)

Koop bij Athenaeum Boekhandel

Bestel als paperback bij Athenaeum Boekhandel (ā‚¬ 22,99)
Bestel als ebook bij Athenaeum Boekhandel (ā‚¬ 13,99)
Eric Palmen
Eric Palmen
Eric Palmen is historicus en hoofdredacteur van Biografieportaal. Hij schreef onder andere Kaat Mossel, helleveeg van Rotterdam en Dwaze liefde, een familiegeschiedenis, uitgegeven bij Prometheus. Voor Historisch Nieuwsblad, de Volkskrant,Vrij Nederland, Het Parool en Elsevier Weekblad schreef hij artikelen over de biografie.

Fijn als je dit artikel met anderen deelt:

Lees ook...

LAAT EEN REACTIE ACHTER

Vul alstublieft uw commentaar in!
Vul hier uw naam in