In De Selfmade dominee als auteur, worden 26 opstellen over zogeheten godsdienstonderwijzers uit de negentiende eeuw bij elkaar gebracht. De auteur, Cees Houtman, publiceerde er daar twintig eerder van en schreef voor deze bundeling zes nieuwe artikelen. Een degelijk, maar weinig inspirerend boek over een vergeten groep godsdienstonderwijzers. De selfmade dominee als auteur heeft een degelijk notenapparaat, dus zal voor specialisten een waardevolle bron voor verder onderzoek kunnen zijn.
Zoveel geschrijf en zo weinig van waarde. Dat is toch wat overblijft als je de 560 paginaās van De selfmade dominee als auteur van Cees Houtman hebt doorgewerkt. De ondertitel van de bundel opstellen luidt: Zesentwintig portretten uit de lange negentiende eeuw. De verzameling van zesentwintig portretten van kerkelijke werkers en lekenpredikers bestaat uit twintig eerder verschenen en zes nieuwe artikelen. āSelfmade domineeā is de betiteling die Houtman kiest voor de vele honderden godsdienstonderwijzers die de negentiende eeuw gekend heeft: mannen (vrouwen in deze professie zijn er nauwelijks) die door zelfstudie zich bekwaamden (en ook meestal officieel door de Hervormde Kerk gediplomeerd werden) tot godsdienstonderwijzer. Dat was toch vaak hun hoofdtaak: onderwijzen. āLeeraarā werden zij bijna nooit: die titel was voorbehouden aan de academische dominee.
Te weinig hoofdlijnen
De auteur schrijft geen biografie: hij bundelt 26 biografische portretten. Alleen zijn die portretten nauwelijks biografisch en komen ze niet verder dan een uiterst beknopte feitenopsomming (meestal een paar paginaās) over het leven van de 26 protagonisten. Houtman kondigt ook eerlijk in zijn inleiding aan dat hij zich wil concentreren op de literatuur die deze zelfstudie-theologanten hebben voortgebracht. Maar ook hier niet meer dan (weliswaar) gedetailleerde beschrijvingen. De hoofdlijnen ontbreken. De negentiende eeuw was onder andere de eeuw van de dominee-dichter met in ieder geval bekende namen (die waarschijnlijk ook nauwelijks meer gelezen worden) van Beets tot en met op zijn minst Busken Huet, met daartussen zoān 10 vooraanstaande dominee-dichters. Houtman legt in zijn verzameling nauwelijks verbanden met de dominee-dichter, zoals hij ook nauwelijks lijnen uitzet naar die eeuw met zo enorm veel en ingrijpende veranderingen.
Vergeten groep
De selfmade dominee is een 19de eeuws fenomeen, maar vergeten in de geschiedschrijving (zij komen niet voor in Raskers standaardwerk De Nederlands Hervormde Kerk vanaf 1795 uit 1975 en ook niet in het september 2021 verschenen De lezer van de 19de eeuw van emeritus hoogleraar Marita Mathijsen). Eigenlijk bestonden ze alleen maar in de schaduw van het officiƫle bestaan, mannen van geringe komaf, die zich door zelfstudie vanuit hun vroomheid bekwaamden tot godsdienstonderwijzer, hard moesten werken voor een karig loon. Ze werden gedoogd omdat ze nuttig waren voor het deugdzaam houden van het volk, voor de natievorming die overheid en kerk nastreefden, maar die eigenlijk niets van waarde hebben voortgebracht.
Dat geeft niet. Maar de auteur Houtman die zoveel weet van deze eeuw en zo goed de geschiedenis van de hervormde kerk in de negentiende eeuw kent, zou de aangewezen persoon zijn om de verbanden en tegenstellingen te schetsen. De Selfmade dominee als auteur geeft niet meer dan zesentwintig portretten over oprechte bezieling resulterend in heel veel geploeter. Helaas geldt dat ook voor het boek. De geportretteerden krijgen geen diepte en komen niet tot leven, de verbanden met een boeiende eeuw worden niet gelegd. Met de dominee-dichter uit de negentiende eeuw is in ieder geval nog afgerekend door Huet, Multatuli en de Tachtigers. De selfmade dominee is gewoon vergeten. Deze biografische portretten laten je geen moment denken dat dit onterecht is.
De selfmade dominee als auteur. Zesentwintig portretten uit de lange negentiende eeuw
Cees Houtman
Walburg Pers
isbn hardcover 978 94 6249 869 3
isbn ebook 978 94 6249 870 9
Verschenen in januari 2022
Bestelinformatie
Bestel als hardcover bij bol.com (ā¬ 34,99)