In de nacht van 6 op 7 september 1951 joeg William Burroughs tijdens een feestje een kogel door de frontaalkwab van zijn tweede echtgenote Joan Vollmer. Hij miste het glas tequila dat zij, vrij naar Wilhelm Tell, op haar hoofd had gezet. “I am forced to the appalling conclusion that I would never have become a writer but for Joan’s death.” Burroughs zag nog maar een optie: “A lifelong struggle, in which I have had no choice except to write my way out.” Zijn broer wist de Mexicaanse autoriteiten met de nodige steekpenningen mild te stemmen. Twee jaar later debuteerde Burroughs onder het pseudoniem William Lee met Junkie, zijn bekentenissen van een drugsverslaafde. In 1954 begon hij aan Naked Lunch. Hij was inmiddels naar Tangiers afgereisd, waar hij vriendschap sloot met Francis Bacon en Paul Bowles en een relatie kreeg met kunstenaar Brion Gysin. Tangiers was de “promised land flowing with junk and boys.” De buren hoorden hem urenlang schateren over de belevenissen van zijn alter-ego, de homoseksuele drugsverslaafde William Lee. Het boek werd in 1957 uitgegeven door het Parijse Olympia Press, waar twee jaar eerder Lolita van Vladimir Nabokov verschenen was. In de VS werd Naked Lunch vanwege de vermeende obsceniteiten verboden.
Het rijkeluiszoontje uit St. Louis durfde eindelijk uit de kast te komen. In de mannengemeenschap van de prestigieuze Los Alamos Ranch School, een internaat in New Mexico, ontdekte hij tijdens zijn puberteit dat hij op jongens viel. Hij vond het er verschrikkelijk. Het complex werd in 1942 door het Amerikaanse leger gevorderd, voor de productie van de eerste atoombom in het Manhatten Project. Burroughs zag er de humor van in. “It seemed to me right, somehow.” Tijdens zijn studententijd in Harvard bloeide hij op. Hij ontdekte de gayscene van New York en experimenteerde met drugs in het bruisende nachtleven van Harlem. Na zijn afstuderen in 1936 waagde hij de oversteek naar Europa. Hij trouwde in Wenen met Ilse Klapper, zodat het Joodse meisje een uitreisvisum kreeg voor de Verenigde Staten en zo de Holocaust ontsprong. Tijdens de oorlog leerde hij Jack Kerouac kennen. Ze deelden een appartement in New York. Allen Ginsberg moedigde hem aan om te schrijven. Hij redigeerde het manuscript van Junkie en schreef een voorwoord in de eerste editie van Ace Books, gerund door een oom van Ginsberg, die het boek uitgaf als een pulproman. Queer durfde de uitgeverij niet aan. Die zou pas in 1985 verschijnen
William Burroughs was onder de Beatniks de vreemde eend in de bijt. Zoals het zijn goede komaf betaamt, ging hij bij voorkeur in een driedelig kostuum gekleed, met gleufhoed en stropdas, zijn handelsmerk. Hij zag eruit als een kantoorklerk, die inkopen deed bij het prestigieuze Fortnum & Mason. Het liefst woonde hij in sloppenwijken, dicht bij de junkies en de dealers. Burroughs verbleef afwisselend in Tangiers, Parijs, Londen en New York, waar hij moeiteloos aansluiting scheen te vinden bij de fine fleur van de stedelijke underground. Hij was kind aan huis bij Andy Warholl en zijn Factory. Paul Mac Cartney gunde hem een plekje op de hoes van Sgt. Pepper’s Lonely Hearts Club Band. De punkgeneratie van eind jaren zeventig bombardeerde hem tot haar grootvader. Burroughs was de meest radicale onder de beatniks. Ginsberg wilde bloemen uitdelen aan de oproerpolitie; Burroughs dacht eerder aan de bloempot van zes hoog naar beneden. Hilarisch is A Thanksgiving Prayer , waarin hij zijn satirische begaafdheid ten volle exploiteert.
Tijdens zijn Londens jaren leerde Burroughs Barry Miles kennen, zijn toekomstige biograaf. Miles verzorgde een nieuwe teksteditie van Naked Lunch en schreef eerder biografieën van Jack Kerouac en Allen Ginsberg. In zekere zin is Call Me Burroughs. A Life een levensproject. In een interview met Davis Schneiderman verklaart Miles: “He was opposed to all control systems, he made you question everything, all received ideas, everything from patriotism, religion, sexual mores, drugs, everything. My role in life has always been editorial, so I published him, sold his books in my bookshop, produced spoken word recordings, wrote his bibliography, curated two of his photography shows and finally wrote the full-length biography that I always wanted to write.”
Call Me Burroughs. A Life
Barry Miles
Uitgeverij Twelve
ISBN 9781455511952
Verschenen januari 2014