Mrs. Jack: Stichter van een uniek museum

ā€˜If I ever have any money of my own, I am going to build a palace and fill it with beautiful things.ā€™

Kunstroof

Ze was een lastige tante: Mrs. Isabella Stewart Gardner (1840-1924), als jonge vrouw berucht als de bizarre ā€˜Mrs. Jack,ā€™ maar later befaamd als de stichter van het naar haar genoemde excentrieke museum in Boston. Zelfs als je haar museum nog nooit bezocht hebt, heb je er vast van gehoord, want in 1990 werden er dertien kunstwerken gestolen ter waarde van meer dan een half miljard dollar. Deze grootste kunstroof ooit blijft de fantasie prikkelen. Zo heeft Netflix een vierdelige documentaire uitgebracht, ā€˜This Is Robbery: The Worldā€™s Biggest Art Heist.ā€™ De schilderijen zijn nog steeds niet teruggevonden. Om de bezoekers duidelijk te maken wat ze missen, hangen lege lijsten op de plaatsen van, onder andere, de drie gestolen Rembrandts en ā€˜Het Concertā€™ van Vermeer.

Ik heb ze nog net mogen bewonderen omdat ik het museum vlak voor de roof bezocht. Ik wilde weleens weten wat de wilde peettante van mijn biografisch onderwerp, dichter Isabella Stewart Gardner (1915-1981), gecreƫerd had.

De twee Isabellaā€™s

Het museum, gehuisvest in een gebouw geĆÆnspireerd op een Venetiaans paleis, is moeilijk te beschrijven, zo uitzonderlijk is het. Chronologisch opgezet? Vergeet het maar. Ruimtelijk dan? Ook niet. Gardner bracht hier de meer dan vijftienduizend schilderijen, snuisterijen, het meubilair, de beeldhouwwerken en zeldzame boeken die ze in haar leven verzameld had onder. Het lijkt een ratjetoe, en dat is het misschien, maar dan wel een uiterst interessant ratjetoe, want Gardner heeft alles naar haar persoonlijke smaak bijeengebracht. Zo is er een ā€˜Early Italian Roomā€™ met kunstwerken en meubels uit de vroege Italiaanse Renaissance, de ā€˜Chinese Loggiaā€™ met Aziatische kunst en artefacten, een ā€˜Blue Roomā€™ (spreekt voor zich) en, je raadt het al, een ā€˜Dutch Room,ā€™ met nu dus die lege lijsten.

Het is een fascinerend museum en je raakt niet uitgekeken omdat het zo anders is dan de musea die we gewend zijn. Natuurlijk, andere verzamelaars hebben hun kunstschatten eveneens ondergebracht in een museum. Maar in de prachtige Frick en Morgan collecties in New York City gaat de aandacht alleen naar de werken zelf. Het Isabella Stewart Gardner Museum is echter een kunstwerk op zich, een ā€˜human document.ā€™

Isabella Stewart Gardner op een portret van Dennis Miller Bunker, 1889 (public domain)

Kunstwerk

Nathalie Dykstra laat in haar biografie Chasing Beauty zien dat Gardner zelf een kunstwerk was, een Mathilde Willink ver avant-la-lettre. Ze paradeerde in Boston, al dan niet met twee aangelijnde leeuwen, in de peperdure Parijse creaties van Charles Frederick Worth. Ze bezocht ā€˜The Red Moonā€™, een show met zwarte artiesten die echte dames niet hoorden bij te wonen. Ze pronkte met extravagante juwelen, zoals een diadeem met enorme diamanten op voelsprieten. Het meest bekend stond ze om haar meterslange parels. Op een van haar beroemdste schilderijen, dat nu op een prominente plek in haar museum hangt, heeft John Singer Sargent haar afgebeeld in een strakke zwarte jurk, met een hint van decolletĆ©, met deze parels om haar wespentaille gedrapeerd.

Na de onthulling ervan verborg Gardners goedige echtgenoot Jack Gardner het echter omdat een roddeljournalist had gezinspeeld op haar liaison met de jonge (man) Marion Crawford door te verwijzen naar een steile en smalle kloof in de White Mountains: ā€˜Sargent has painted Mrs. Gardner all the way down to Crawfordā€™s notch.ā€™

Jack Gardner komt niet erg uit de verf in Dykstraā€™s biografie. Dat komt omdat hij in de schaduw stond van zijn flamboyante vrouw. Gardner behoorde tot het blauwe bloed van Boston en stond dan ook vermeld in het Boston Blue Book,ā€˜the Elite Private Address, Carriage and Club Directory, Ladiesā€™ Visiting List and Shopping Guide.ā€™ Zijn vrouw was van huis uit even welgesteld, maar slechts de dochter van een linnenkoopman. Nieuw geld dus, en daar werd in Boston op neergekeken. Bovendien kwam ze uit het bruisende New York City en ook dat sprak tegen haar. Ze werd daarom nooit geaccepteerd door de Boston high society, die nog veel beklemmender was dan die van New York City, zo prachtig beschreven in Edith Whartonā€™s The House of Mirth (1905) – waarin de integere Lily Barth ten ondergaat aan de hypocrisie van de elite.

Visueel

Beelden van Terence Davisā€™ fantastische verfilming van The House Of Mirth (2000) drongen zich aan me op terwijl ik Nathalie Dykstraā€™s visueel aansprekende bewoordingen las. (Aan het eind van een hoofdstuk gaat ze echter soms te ver in overdreven lyrische beschrijvingen: (ā€˜Instead of pulling inward in the face of age and loss, she became more expansive, more open, unfolding like a miraculous December bloom in her garden.ā€™) Dykstra geeft Gardners wereld levendig weer. Je waant je naast haar, gewapend met een lunch box, staande op een hoge ladder, terwijl ze het bouwen van haar museum micro-managet. ā€˜No detail escaped her. When the large wooden beams for the ceiling of the third-floor Gothic Room didnā€™t look sufficiently rough-hewn and medieval, she took an ax to a beam herself to mark it in the way sheā€™d remembered from one of her trips.ā€™ Dykstra is daarnaast erg goed in het beschrijven van de schatten die Gardner aankocht, zodat je deze voor je ziet. Daarbij helpt het dat Chasing Beauty rijk geĆÆllustreerd is. Wel jammer dat de illustraties meestal niet in kleur zijn, maar dat zal de uitgever te duur gevonden hebben. Gardner moest overigens zelf op basis van zwartwit fotoā€™s beslissen welke schatten ze wilde kopen. Daarbij had ze hulp van kunstdealer en schurk Bernard Berenson, die weliswaar goed op de hoogte was van wat er in Europa te koop was, maar zich door middel van allerlei trucjes verrijkte. Gardner was ook niet wars van trucjes en probeerde de invoerbelasting te omzeilen door kunstwerken het land binnen te smokkelen. Dat kwam haar duur te staan. Op een gegeven moment moest ze zelfs haar huis op Beacon Street verkopen omdat ze een belastingschuld had van zoā€™n zeven miljoen dollar.

Chasing beauty

ā€˜I am poorā€™, klaagde ze. Dat viel wel mee, maar haar fortuin was klein vergeleken met dat van de Fricks of de Morgans, waardoor ze selectief moest zijn in haar aankopen. Gardners voorkeur ging uit naar afbeeldingen van de Madonna met het Jezuskind. Er is een foto van Gardner zelf met haar zoontje, die, anders dan de stijve staatsieportretten uit die tijd, roerend de liefde aangeeft tussen moeder en kind.

Gardner verloor haar geliefde zoon toen hij twee jaar oud was. Ze raakte in een diepe depressie. Haar echtgenoot nam haar mee op een lange reis naar Europa, waar ze begon met het verzamelen van kunst. ā€˜Chasing beautyā€™ hielp haar haar enorme verlies te verwerken.

Dat Gardner haar huis moest verkopen wil niet zeggen dat ze moest kamperen. Ze had meerdere huizen, waaronder Green Hill in het chique Brookline, vlakbij Boston. ā€˜The large white-and-green clapboard house, first built in 1806 by a Salem ship captain, Nathaniel Ingersoll, sat like an Italian villa on high rolling acreage, shaded by age-old New England pines. Its many porches looked out on lush, green fields.ā€™ Ik ben er geweest om de oudste broer, George, van ā€˜mijnā€™ Isabella Gardner te interviewen. In mijn tweedehands Volkswagen Golf reed ik door een ijzeren toegangspoort de lange oprijlaan de groene heuvel op. Ondertussen zag ik een oudere vrouw in een golfwagentje over het terrein rijden. Dat bleek Georgeā€™s schoonmoeder te zijn: het eigen terrein was simpelweg te groot voor haar om te voet te begaan. Ik was geĆÆmponeerd.

Ik ben net iets minder overweldigd door Chasing Beauty. Het is goed geschreven, gedetailleerd, maar mij net niet spannend genoeg. Dat komt waarschijnlijk omdat ik al eerdere biografieƫn had gelezen en veel over Isabella Stewart Gardner wist. De allerbeste manier om Isabella Stewart Gardner te leren kennen, te voelen, blijft een bezoek aan haar levenswerk in Boston. Je zult haar nooit meer vergeten.

Chasing Beauty: The Life of Isabella Stewart Gardner
Nathalie Dykstra
Harper Collins
ISBN hardcover 9781328515759
Verschenen in april 2024

Bestelinformatie

Bestel als hardcover bij bol.com (ā‚¬ 31,51)
Bestel als e-book bij bol.com (ā‚¬ 19,99)
Marian Janssen
Marian Janssen
Marian Janssen schrijft nu de biografie van dichter en Pulitzer Prize-winnaar (1985) Carolyn Kizer (1923-2014). Ze schreef eerder Not at All What One Is Used To: The Life and Times of Isabella Gardner (University of Missouri, 2010). Ze is als onderzoeker verbonden aan de Radboud Universiteit Nijmegen.

Fijn als je dit artikel met anderen deelt:

Lees ook...

LAAT EEN REACTIE ACHTER

Vul alstublieft uw commentaar in!
Vul hier uw naam in