Bij deze biografie van Luiz Inácio Lula da Silva, de voormalige machinebankwerker die in 2022 voor een derde keer tot president van Brazilië werd gekozen, is voor een opvallende volgorde van de gebeurtenissen gekozen. Begonnen wordt met zijn arrestatie in 2018. Die volgorde lijkt rommelig, is ook rommelig, zeker voor niet-Braziliaanse lezers – een tijdlijn was wel fijn geweest. Maar als je het boek dichtslaat, zeker na lezing van de appendix over de Trumpachtige mediaoorlog tegen Lula, snap je het motief van biograaf Fernando Morais: lezers moeten overtuigd worden van de onschuld van Lula, hoe zijn arrestatie in 2018 moest voorkomen dat hij de presidentsverkiezingen zou winnen van Jair Bolsonaro – en dat lukte de rechtse krachten, omdat hij als veroordeelde dief niet meer mee mocht doen en in de gevangenis zijn straf uitzat.
Operatie Car Wash
De biografie vangt dus atypisch niet aan met de geboorte van een waarschijnlijk vrij kansloze baby, maar begint met met Lula’s arrestatie in 2018 en 581 dagen gevangenschap, vanwege zijn vermeende rol in een wijdvertakt netwerk van corruptie. Al bijna vier jaar leek het Braziliaanse politie- en justitieapparaat bezig met de grootste politieke schoonmaak aller tijden in Brazilië, met wat operatie Lavo Jato was gaan heten, operatie Car Wash in buitenlandse media, onder leiding van een aanvankelijk obscure regionale rechter, die later onder Bolsonaro minister van Justitie zou worden, Sergio Fernando Moro. Hij had ten tijde van Lula’s arrestatie al bijna honderd politici veroordeeld, naast valutaspeculanten alsmede eigenaren, managers en bestuursvoorzitters van banken, staatsbedrijven en particuliere ondernemingen
Zes hoofdstukken, een kwart van de biografie, zijn gewijd aan deze bizarre episode uit Lula’s leven, die in november 2019 eindigde met het besluit van het Hooggerechtshof om hem en honderden andere Brazilianen op vrije voeten te stellen, formeel-juridisch zodat ze in vrijheid hun hoger beroep konden afwachten, maar in werkelijkheid omdat voor een deel van de magistratuur al lang duidelijk was geworden dat operatie Car Wash een grootscheepse politieke manoeuvre was. Uiteindelijk werden ook alle vonnissen geschrapt.
Brazilië verloor rond de 2,8 miljard euro aan investeringen in publieke werken, omdat Moro en zijn aanklagers contracten met grote bouwondernemingen lieten stilleggen, waardoor ook nog eens 4,4 miljoen werknemers hun baan kwijtraakten.
Kom me maar halen
De eerste hoofdstukken gebruikt de biograaf vooral om te laten zien wie Lula om zich heen had in zijn uur van nood begin 2018: behalve de onmisbare advocaten, partijleden en vakbondsmensen, ook bekende schrijvers, musici en zangers, zijn veiligheidsagenten, vertegenwoordigers van sociale bewegingen en aan Rome ongehoorzame mannen van de rooms-katholieke kerk. Buiten stonden duizenden mensen die maar bleven roepen “Geef je niet over”.
Maar Lula, toen 72 jaar en wijs geworden door decennia van geweld tegen stakers en vijanden van de militaire dictatuur (1964-1985) besloot anders, zeker toen zo’n tweehonderd federale politieagenten met automatische geweren ten tonele verschenen die een bloedbad hadden kunnen aanrichten. Formeel was hij door rechter Moro opgeroepen om zich vrijwillig bij een hoofdbureau van de federale politie te melden – een gebouw dat hij ooit, o ironie, nog feestelijk had geopend door het lintje door te knippen. Hij vond dat ze hem maar moesten komen halen, zodat de verantwoordelijkheid volledig bij de autoriteiten kwam te liggen. Hij zou zich dan niet verzetten.
Wel stelde hij voorwaarden: hij mocht niet in de boeien geslagen worden en als een crimineel afgevoerd worden. Er mochten geen camera’s van de media bij zijn arrestatie aanwezig zijn.
Voor zijn vertrek naar het gevang hield Lula een toespraak die klonk als een toekomstig regeerprogramma: “Ze zullen niet in staat zijn <het staatsoliebedrijf> Petrobras te verkopen. We zullen een nieuwe grondwetgevende assemblee bijeenroepen. We zullen de petroleumwet die ze aan het maken zijn, intrekken. We zullen niet toestaan dat ze de Braziliaanse Ontwikkelingsbank… en <de staatsspaarbank> Caixa Econômica verkopen, en we staan niet toe dat ze Banco do Brasil kapotmaken. En we gaan de boerenfamilies sterker maken die zeventig procent van het voedsel produceren dat we in dit land eten… Jullie kunnen er zeker van zijn dat deze nek niet zal buigen. Mijn moeder maakte me met een korte nek, dus hij kan niet eens buigen… Ik zal mijn onschuld bewijzen.”
Speciaal gevangenisregime
In de gevangenis was al een speciale ruime cel ingericht voor (ex-) hoogwaardigheidsbekleders. Lula werd gescheiden van de andere gevangenen. Familie mocht op elk moment van de dag op bezoek komen, over journalisten die hem onder vier ogen wilden interviewen werd moeilijk gedaan. In de loop der tijd kreeg hij bezoek van buitenlandse staatshoofden, politici, intellectuelen en kunstenaars, Nobelprijswinnaars, een gezant van paus Franciscus – de biograaf is een kampioen name-dropping. Lula had ook recht op een dagelijks ‘zonnebad’, kreeg fitnessapparatuur. Hij las veel, vooral romans, biografieën en academische teksten. Hij verdiepte zich in de geschiedenis van volksopstanden in Brazilië, die er in schoolboeken bekaaid vanaf kwamen.
Hacker Red
Pas na zijn vrijlating in november 2019 kwam het bewijs voor de doorgestoken kaart die operatie Car Wash was. Die kwam uit een volkomen onverwachte hoek: een dertigjarige student rechten, Walter “Red” Delgatti Neto, die zichzelf had ontwikkeld tot computer- en smartphone-expert. Om zijn studie te betalen maakte hij voor medestudenten opnamen van lezingen en toespraken, waarmee ze hun uren konden goedmaken waarop ze bij colleges afwezig waren geweest.
Op 12 mei 2019 zag Red dat een van de sprekers die avond aanklager Deltan Dallagnol zou zijn, de leider van de Car Wash task force. Door gebruik te maken van onvolkomenheden in de Russische app Telegram, begon hij lukraak de accounts van bekende politici te hacken, zonder veel acht te slaan op welke partij ze lid waren. Ook kreeg hij toegang tot het berichtenverkeer tussen Moro en de aanklagers die met hem samenwerkten.
Red, die tot dan toe een enthousiaste aanhanger van Car Wash was, begon te vermoeden dat de hele operatie een gigantische farce was, bedoeld om Lula’s politieke carrière te breken. Met behulp van een jonge parlementariër speelde hij de informatie door naar de nieuwssite Intercept Brasil. Die publiceerde tussen juni 2019 en maart 2021 druppelsgewijs telkens nieuw materiaal en men was zo slim dit ook te delen met media die niet verdacht konden worden van grote sympathie voor Lula of zijn partij. Volgens de federale politie heeft Red uiteindelijk het digitale equivalent van bijna 45 miljoen A4-tjes over operatie Car Wash gedownload. De publicaties in de Braziliaanse media leidden tot een politieke en justitiële aardbeving. Het Hooggerechtshof greep in en vernietigde met een beroep op hun inmiddels aangetoonde ‘vooringenomenheid’ alle vonnissen en aanklachten van Moro c.s. tegen Lula en honderden andere Brazilianen. Lula kreeg zijn politieke rechten terug. Het jaar daarop won hij de presidentsverkiezingen.
Multinationals
Dit lijkt een geschikt moment om in de biografie naar baby Lula over te schakelen, maar nee, de biograaf vertelt eerst uitgebreid over een van de grootste stakingen ooit in Brazilië, in april 1980. Gauw zal vooral de buitenlandse lezer duidelijk worden waarom: je moet blijkbaar even weten dat de Braziliaanse economie toen al nauw verbonden was met die van de Verenigde Staten en Europa (vandaag de dag is Nederland is in Europa de grootste importeur van Braziliaanse producten en nummer vier wereldwijd na de Verenigde Staten, China en Argentinië).
Lula was toen leider van de Unie van Metaalarbeiders in de ABC regio, een uitgestrekt gebied in de deelstaat Sao Paolo, waar multinationals gevestigd waren als Ford, General Motors, Scania-Vabis, Volkswagen, Mercedes-Benz, naast Braziliaanse giganten zoals Villares waar Lula werkte en tientallen kleinere toeleveranciers. Loonsverhogingen waren de belangrijkste inzet van de staking die aan het begin van de derde week al een half miljoen stakers omvatte, “de helft van alle fabrieksarbeiders in Brazilië”, aldus Morais.
Vorig jaar verscheen een boek van Fernando Brancoli, Bolsonarismo: The global origins and future of Brazil’s far right. OokBrazilië is onderdeel geworden van de conservatieve bewegingen die menen dat het Westen gered moet worden van alles wat links en woke is. Dit fenomeen moet helpen verklaren hoe het mogelijk was dat Lula in 2011 zijn presidentschap beëindigde met een positief oordeel van 83% van de kiezers en daarna de pispaal werd van rechtse partijen.
Boerengezin
Op naar baby Lula dan eindelijk.
Lula werd in 1945 in een boerengezin geboren in de deelstaat Pernambuco (ooit kortstondig een Hollandse kolonie). In dat jaar was dit nog een onvruchtbaar gebied waar de gemiddelde levensverwachting onder de veertig jaar lag. Toen hij zeven was, migreerde hij met zes broers en zusjes onder leiding van zijn analfabete moeder Eurídice Ferreira de Melo – later bekend als Dona Lindu – in de laadbak van een pick-up naar São Paolo, een tocht van dertien dagen over voornamelijk onverharde wegen. Zijn moeder had wat geld verdiend met de verkoop van haar boerderijtje inclusief een schuur, ezel, koe en zes kippen, voor een bedrag dat nu nog geen drieduizend euro zou zijn. Zijn vader, Aristides Inácio da Silva, was al eerder vertrokken, met een vriendinnetje bij wie hij nog eens tien kinderen zou verwekken. Ook hij was analfabeet, maar hij ging gekleed in pak en stropdas en liep rond met een dagblad onder zijn arm, omdat hij zich schaamde voor zijn ongeletterdheid, heet het. Hij was sterk, sjouwde in de haven twaalf uur per dag zakken koffiebonen van zestig kilo de schepen in en zorgde zo voor zijn twee gezinnen, die vlak bij elkaar woonden. Helaas had hij sadistische trekjes, die Lula zich later bitter en weinig vergevingsgezind zou herinneren. Dona Lindu kreeg genoeg van de manieren waarop hij zijn zoons afranselde, vroeg scheiding aan en ging verhuizen.
De sleutel tot het paradijs
Lula ging ’s morgens naar school en hielp ’s middags mee brood op de plank te brengen. Hij scoorde onvoldoende op rekenen en schriftelijke taalkennis om van de lagere school door te stomen naar het ginásio. Als vakbondsleider zou hij nog proberen zijn middelbare schooldiploma te halen, maar daar had hij natuurlijk toen helemaal de tijd niet meer voor.
In 1960 werd de vijftienjarige als leerling-machinebankwerker aangenomen door Marte, een bedrijf gespecialiseerd in de productie van schroeven. Na enkele maanden slaagde hij voor het toelatingsexamen voor een vakopleiding bij SENAI, een parastataal onderwijsinstituut, wat inhield dat hij drie jaar lang ’s morgens ging werken en elke middag naar school zou gaan. Hij haalde zijn diploma. Lula vertelde zijn biograaf enthousiast wat dit betekende:
“Het was het paradijs! SENAI is het beste wat me ooit in mijn leven is overkomen… want ik werd de eerste zoon van mijn moeder met een beroep… de eerste die meer verdiende dan het minimumloon… de eerste die een huis had… die een auto kocht… die een televisie had… een koelkast. Het was voor het eerst dat ik me een burger van dit land voelde. Dat krijg je als je op een school van hoge kwaliteit zit en drie keer per dag fatsoenlijk te eten hebt.”
Stakingen waren er toen ook al maar ze waren volgens Morais zwak en fabriekseigenaren waren er als de kippen bij om zelf bij stakingsoproepen meteen de poorten te sluiten, uit angst voor confrontaties . Lula concludeerde goudeerlijk: “De waarheid is dat het geen groot offer vereiste om thuis te blijven en niets te doen.”
Twee arbeiders
Zijn talent om leider van mensen te worden toonde Lula voor het eerst als jongere, toen hij voetbalwedstrijden voor lokale teams ging organiseren. Maar het zou ruim twintig jaar duren voordat hij op 10 februari 1980 een van de oprichters van de Partido dos Trabalhadores (PT) (Arbeiderspartij) werd, naast een ruim assortiment van academici en vakbondsleiders.
Tot dan toe had hij zich verre gehouden van de politiek, niet verwonderlijk in een dictatuur waarin de indirect gekozen president altijd een militair was. Er zou jarenlang campagne gevoerd worden voor directe presidentsverkiezingen, die in 1989 pas een feit werden.
Een Braziliaanse bijzonderheid was dat de regeringspartij ARENA één grote legale oppositiepartij tegenover zich duldde, de Movimento Democrático Brasileiro (MDB), waarin vrijwel alle illegale linksgeoriënteerde partijen vertegenwoordigd waren.
In 1980 leek de dictatuur onder president João Batista Figueiredo al op zijn laatste benen te lopen. Figueiredo was voorstander van een langzame “opening” en “herdemocratisering” van de Braziliaanse politiek, Bestaande partijen begonnen weer aan hun eigen herkenbaarheid te werken, nieuwe werden opgericht in de hoop op vrije verkiezingen.
Lula toerde voor zijn PT door het land en kwam met een overtuigend verhaal over de noodzaak ervan: hij had ontdekt dat in de twee kamers van het toenmalige parlement met bijna vijfhonderd leden maar twee politici met een achtergrond als arbeider zaten. Eén van de redenen waarom de Brazilianen zo arm waren, werd Lula niet moe te benadrukken, was dat mensen uit de arbeidersklasse vrijwel nergens deelnamen aan de besluitvorming over wetten die het land regeerden.
In Nederland vinden sommigen het maar niks dat bijna elk Tweede Kamerlid gestudeerd heeft. Zo niet Lula, hij zou zich lang inzetten voor kinderen uit arme milieus om aan de universiteit te kunnen studeren en hij was trots op degenen in zijn PT die dat gelukt was, en hij was blij met hun expertise. Het ging hem om levenservaring met een bestaan aan de onderkant.
Een nog grotere noviteit was de manier waarop de PT vanaf het begin probeerde al bestaande linkse partijen, leden van de MDB, progressieve roomskatholieke leiders en uit het buitenland terugkerende voormalige leden van gewapende verzetsgroepen onder zijn vleugels te verenigen, maar heel anders dan onder de MDB onder dwang het geval was geweest want iedereen mocht zijn eigen ideologie en agenda behouden en zou met naam en toenaam vertegenwoordigd zijn.
Zware depressie
Na hoofdstukken over de begintijd van de PT en nog meer arrestaties en rechtszaken tegen Lula tijdens zijn tropenjaren als vakbondsman, komt dan eindelijk januari 1982 in zicht. Het militaire regime was al een “tandeloze, vegetarische leeuw” geworden en had een amnestie afgekondigd. Op 19 januari 1982 kondigde Figueiredo via de staatscourant aan dat er op 15 november vrije verkiezingen zouden plaatsvinden voor gouverneurs van de deelstaten, burgemeesters en wethouders.
Dan blijkt opnieuw dat Lula ook een zeer ambitieuze man is. Hij meldde zich voor de race om het gouverneurschap van São Paolo. Zijn PT geloofde dat hij onverslaanbaar zou zijn. De biograaf geeft aan waar het de PT nog aan schortte: geen lokale afdelingen in 300 van de 571 kiesdistricten, geen geld om zoals zijn rivalen met gecharterde vliegtuigjes rond te toeren (het werd meestal een Volkswagen Kever) en geen geld voor campagnemateriaal en eigen opiniepeilingen. Daar stond tegenover dat Lula als grote winnaar tevoorschijn kwam in een televisiedebat met de vier andere kandidaten en dat zijn verkiezingsbijeenkomsten massa’s mensen trokken, op een van de laatste meer dan honderdduizend. Fake news begon te circuleren dat hij als vakbondsleider rijk geworden was en helemaal niet in een volkswijk met zijn gezin woonde maar in een villa in de deftige wijk Morumbi; later zou daar nog een fictieve villa aan de kust bij komen.
Uiteraard ontkende de PT dit in een officiële verklaring, maar Lula verloor toch, hij eindigde als vierde. Veertig jaar later zou hij Morais vertellen dat hij op slag zwaar gedeprimeerd raakte:
“Het deed pijn, het deed heel veel pijn. Ik werd wanhopig, ik raakte de weg kwijt, ik wist nog maar één ding zeker: ik was helemaal klaar met de politiek… de vakbond had inmiddels een andere voorzitter. Ik werd ’s morgens wakker en had niks te doen, en ik voelde me wanhopig.”
Zijn depressie zou twee jaar duren. In 1983 hielp hij nog wel honderden vakbonden en vakbondjes te verenigen in de Central Única dos Trabalhadores (CUT). In 1986 deed hij mee aan de parlementsverkiezingen en behaalde 651.763 stemmen, toen een historisch record.
De ambitie bleef. Hij zou in 1989, 1994 en 1998 tevergeefs een gooi doen naar het presidentschap, won vervolgens in 2002 en 2006 en opnieuw in 2022, 77 jaar oud en voor een derde keer getrouwd.
Die ontwikkelingen komen pas aan bod in het tweede deel van de biografie, dat nog niet is verschenen. Oorspronkelijk wilde Morais ruim twintig jaar geleden een boek schrijven over “de eerste duizend dagen” van de eerste Braziliaanse president uit de arbeidersklasse, maar Lula werd al belaagd door tientallen andere would-be biografen. Later zou voor Morais als biograaf onder meer pleiten dat hij geen petista was, geen lid van de PT. Hij had zelfs een keer op een andere presidentskandidaat gestemd.
Toch zal Morais, denk ik, te zijner tijd niet de meest kritische biograaf blijken te zijn en dat hoeft niet aan hem te liggen. Wie wil met hem zijn kritiek op Lula delen als er al zoveel leugens de ronde doen en die kritiek weer tot nieuw nepnieuws kan leiden?
In een nawoord legt Morais uit hoe het contact met Lula zich ten behoeve de biografie ontwikkelde. Tekenend detail: de beste plek om hem te interviewen was tijdens lange vliegreizen, wanneer hij even niet druk-druk-druk was maar niet kon slapen. In een land met ruim tweehonderd miljoen inwoners moet je als president even hard werken als vroeger je vader, de havenarbeider.
Lula: A Biography
Fernando Morais
Verso
ISBN 978-1804294925
Verschenen in 2024
Bestelinformatie
Bestel als hardcover bij bol.com (€ 29,99)
Bestel als e-book bij bol.com (€ 13,99)