Met het verstrijken van de jaren bladdert het imago van prins Bernhard (1911 – 2004) af. Dit boek doet het beeld van Bernhard verder kantelen.
‘een ontnuchterende werkelijkheid’
Gerard Aalders beschrijft een man die in de eerste plaats zijn eigen belangen najoeg, ongeacht wat daarvan de consequenties waren voor Nederland en de monarchie.
In 1936 werd prins Bernhard von Lippe-Biesterfeld, de Duitse verloofde van prinses Juliana, binnengehaald als een godenzoon. De mythevorming rond deze bespiegelende, sportieve en in cultuur geïnteresseerde jongeman begon direct. Maar van bespiegelingen hield hij niet, in sport was hij altijd slecht geweest en zijn belangstelling voor cultuur beperkte zich tot feestvieren.
De Tweede Wereldoorlog bracht Bernhard nieuwe faam en maakte hem ook onaantastbaar.
Na de oorlog, zo is ons altijd voorgehouden, betrad de prins het toneel van de internationale politiek en global business.
Overal ter wereld haastten staatshoofden zich tijd vrij te maken om Bernhard te ontvangen. Het voorzitterschap van de schimmige Bilderbergconferenties zou de statuur van de prins – eigenlijk té groot voor Nederland – nog eens extra onderstrepen.
Ook Bernhards voorzitterschap van het Wereld Natuur Fonds was opmerkelijk. Het gaf hem het imago van een natuurbeschermer, al was hij dol op het schieten van beschermde diersoorten.
Weinig wat ons is verteld over de prins der Nederland klopt. Het meeste is bij elkaar gefantaseerd, gesuggereerd of gewoon gelogen. Maar niets was wat het leek. Alles was anders.
Gerard Aalders was onderzoeker bij het NIOD. Hij schreef boeken over kartels, de Bilderbergconferenties, inlichtingendiensten en economische oorlogvoering. Vorig jaar verscheen Wilhelmina, fictie en werkelijkheid dat positief werd ontvangen