Op weg naar 4 mei: een rechter in gewetensnood

Hoe verraders de doodstraf ontliepen

Verzet begint niet met grote woorden maar met kleine daden, dichtte Remco Campert. Maar waar begint verzet? Nieuwsgierig naar het antwoord heb ik die vraag in 2013 voorgelegd aan oud-NOScollega, nieuwslezer en verslaggever, Pim Reijntjes ( 1919-2014).
Als dienstplichtig soldaat maakte hij op 14 mei 1940 het bombardement mee op Rotterdam.
Een verschrikkelijke ervaring. Dorstige evacués hielp hij aan drinken. Met het geweer in de aanslag vorderde hij een melkwagen met als constatering daarbij: “Tot zover mijn heldendaad.” Onder zijn Amsterdamse vrienden bevindt zich een aantal Joodse jongens aan wie hij een schuilplaats biedt. Als in 1943 een van zijn vroegere klasgenoten standrechtelijk wordt doodgeschoten is voor hem de maat vol.
” Verdomme, we gaan in het verzet”, zegt hij tegen z’n oudere broer Loek.
Samen met zes anderen voegt hij de daad bij het woord. De groep wil in de haven van IJmuiden de kapitein van een vissersboot overmeesteren en de oversteek maken naar Engeland. Veel verder dan de kade van de haven komen ze niet. Door verraad belanden ze nog diezelfde avond in de gevangenis van Scheveningen. Zes andere aspirant-Engelandvaarders worden vrijwel direct geëxecuteerd.
De cel in het Oranjehotel is voor Pim en zijn broer het begin van een lange, barre tocht door de oorlogsjaren die ze samen doorstaan. Na ‘ Scheveningen’ worden ze in Nederland opgesloten in de kampen in Vught en Amersfoort. In de Elzas hakt hij graniet dat bestemd is voor Hitlers utopische stad Germania. Het is het Nacht und Nebel-kamp Natzweiler, opgezet om de gevangenen na gedane arbeid en opgebruikte energie spoorloos te laten verdwijnen.
Uiteindelijk beleeft hij met z’n broer de bevrijding in Dachau. ” Het was hard, maar samen bleven we sterk”.

Dachau

De verraders van IJmuiden staan kort na de oorlog voor de rechter bij het Bijzondere Gerechtshof in Amsterdam. De beide broers Reijntjes worden opgeroepen als getuige. De algemene verwachting is dat de daders de doodstraf zullen krijgen.
Zover komt het niet. De rechter wil er niet aan. Pas jaren na het proces hoort Reijntjes de werkelijke reden. Op een zeker moment ontmoet hij als verslaggever van de NOS het kamerlid Bas de Gaay Fortman die tot zijn grote verbazing het verhaal van de rechtszaak kent.

W.F. de Gaay Fortman

Het besluit om de doodstraf niet op te leggen valt triviaal genoeg aan de keukentafel in huize Fortman. Rechter W.F. de Gaay Fortman – later o.a. als lid van de ARP minister van binnenlandse zaken in het kabinet Den Uyl- kan het opleggen van de doodstraf niet in overeenstemming brengen met zijn gereformeerde geloof. ” Mijn vader worstelde er mee”, vertelt de zoon aan Reijntjes “en legde het dilemma binnen de muren van het gezin aan de familie voor”.
Hoe zwaar het ook was, de oorlog en alles wat hij heeft moeten doorstaan, hebben Pim Reijntjes naar eigen zeggen ” niet blijvend getraumatiseerd”. Wel zijn Duitsers voor hem nog lange tijd ‘rotmoffen’ geweest en nam hij zich voor nooit meer naar Duitsland af te reizen. Het beeld is later
bijgesteld.
” Door mijn werk voor de Vriendenkring van Oud-Dachauers heb ik ook veel warme, vriendelijke, goede Duitsers ontmoet”.
Door een speling van het lot stond zijn eerste werkdag bij het NTS/NOS-Journaal, in 1963, in het teken van een verslaggeversreisje naar….Bonn.
Pim Reijntjes overleed op 25 november 2014.

Govert van Brakel
Govert van Brakel
Govert van Brakel is een Nederlandse journalist en radiopresentator (onder andere Langs de Lijn, Met het oog op morgen, het Radio 1 Journaal). Tegenwoordig is hij presentator van de Perstribune (Omroep Max)

Fijn als je dit artikel met anderen deelt:

Lees ook...

LAAT EEN REACTIE ACHTER

Vul alstublieft uw commentaar in!
Vul hier uw naam in