Kijk, fietsen kon Joop Zoetemelk natuurlijk wel. Geen Nederlandse wielrenner won zoveel prijzen, deed zo vaak mee aan de Tour de France, werd zo vaak tweede en won de Tour, alsmede het wereldkampioenschap, et cetera. Joop was groot. Maar Joop had geen charisma. Wie wel eens een interview met Zoetemelk heeft gezien weet genoeg. Geen tekst. Op het schrijnende af. Joop is weliswaar een ontzettend aardige en bescheiden peer. Maar de stiltes zijn lang en eindeloos. Een gesloten boek. Daar zit je dan als schrijversteam van Joop Zoetemelk, een open boek. Wat doe je dan als het onderwerp van je biografie een wielerleven lang nauwelijks meer dan een handvol gedenkwaardige quotes over de lippen krijgt. Precies, dan maak je een fotoboek met een woordspeling in de titel. Gelardeerd met beschouwende en beschrijvende verhalen en zo min mogelijk quotes van de Joop.
Gelukkig hebben we de fotoās nog
Deel Ć©Ć©n van die exercitie is goed gelukt. Het fotogedeelte mag er meer dan zijn. Joop Zoetemelk, een open boek is alleen al de moeite van het aanschaffen waard vanwege de sfeervolle fotoās die herinneringen aan oude Tourbeelden uit het geheugen naar boven halen en je een prachtige sentimental journey door het pre-Epo tijdperk laten maken. Mooie close-ups van Joopās oude verweerde wielerspullen (het petje dat hij droeg toen hij in 1968 goud won in de ploegentijdrit), ontwapenende fotoās uit zijn familiealbum en grootse actieplaten uit alle koersen waar Joop afzag, viel, op het asfalt stuiterde, bikkelde of won. Je blijft kijken naar het ouderwetse fietsmateriaal, de fraaie wielershirts, maar ook naar de familieman die braaf met een Franse burgerfiets met mandje poseert bij het bord van zijn woonplaats. Of Joop die een potje voetbal speelt met Herman Kuiphof, Dries van Agt vol ontzag aankijkt of met zijn fiets in een molenwiek klimt. Maar vooral dus die wielerplaten uit de koers zijn een genot om naar te kijken. Hinault, Merckx, Raas, Thevenet, Van Impe, Van der Velde, De Vlaeminck. Allemaal zie je ze afzien voor, achter of naast Joop. Holle ogen, gewonde ledematen, steile hellingen, diepe ravijnen, lekke banden, valpartijen, alle heroĆÆek van het wielrennen zit erin. Zoals het rauwe portret van Zoetemelk tijdens Parijs-Roubaix van 1973, die na een val in het Bos van Wallers overeind en uit de modder wordt getrokken. De fiets volledig aan gort. De blik wanhopig en stuurs. Zelfs de enkele luchtige snapshots van Joop die gaat langlaufen met Gerrie Knetemann, vissen met Bernard Hinault (in prachtige seventies-broek met wijde pijpen) of bij de start van de Zesdaagse in Rotterdam wordt weggeschoten door Johan Cruijff, werken. Enige minpunt aan de fotografie zijn de iets te grote hoeveelheid Zoetemelk-fotoās waar Joop niet meer doet dan glazig in de lens kijken. Maar soit, kniesoor die daar op let, het fotodeel van het boek staat als een huis. Met dank ook aan het koffietafelformaat van het boek, waardoor de fotoās op de grote bladzijden mooi tot hun recht komen.
Vrienden van Joop
Maar dan het tekstgedeelte. Dat was voor de makers een zwaardere bevalling. Joop Zoetemelk. Een open boek begint nog ijzersterk met de oude renner die een aantal koffers van zijn zolder haalt en bij de inhoud vol wielerparafernalia herinneringen ophaalt. Maar vervolgens weten de auteurs dat niveau van spanning en verwachting in de rest van het boek niet waar te maken. Het leven van Joop wordt thematisch en deels chronologisch opgeschreven, maar het is te vaak een vlakke en deels afstandelijke opsomming. De auteurs willen het hele leven van Zoetemelk beschrijven, maar dat levert te veel afgezaagde hoofdstukken over bijzaken die er niet toe doen. Focussen op de renner in zijn gloriedagen en de grote koersen, was beter geweest. Dat maakt Zoetemelk namelijk de kleurrijke man waar je een boek over wil lezen. De ziel van toprenner Zoetemelk wordt echter te weinig geraakt. Het verhaal pakt je nooit bij de keel en je hunkert nooit naar de volgende bladzijde. Natuurlijk is het leuk om te lezen hoe de verlegen jongen van het boerenland alle stadsjongens met een grote bek naar huis fietst, hoe zijn talent ontbolstert, wat hij allemaal wint en hoe de mechanismen in het peloton werken tijdens de koersen (het onverholen kopen van overwinningen, het prille dopinggebruik en de al net zo prille ontkenning daarvan, de vriendschappen en vijandschappen tussen de renners). Daarbij is het hoofdstuk over hoe Zoetemelk de Tour wint een feest van herkenning. Maar het wordt nergens meeslepend. Daarvoor is het boek ook te veel geschreven door auteurs die fan zijn van de renner Zoetemelk en de onterechtheid van zijn bijnaam āDe eeuwige tweedeā willen aantonen. Dat is vermoeiend en vooral niet boeiend. Ook verliezen de auteurs zich in wielerdetails die voor de gemiddelde lezer bijzonder oninteressant zijn en in verhalen over bijzaken die er totaal niet toe doen. Over de wielerclub waar Joop groot werd, over pindakaasreclame en over de stapeltjes hout die Joop zo mooi recht kan hakken en stapelen, over officials en boboās uit het de wielerwereld, en slap gezanik over het afscheid van Joop of zijn nauwelijks boeiende loopbaan als ploegleider.
Joopās ziel wacht op ontsluiting
En dat terwijl het boek wel degelijk onthult dat het leven van Zoetemelk een heftig dramatisch potentieel herbergt. Joop Zoetemelk blijkt op het hoogtepunt van zijn wielercarriĆØre getrouwd met een zware alcoholiste. Zijn vrouw FranƧoise zuipt tegen de klippen op, drijft Joop tot wanhoop en is uiteindelijk totaal onhandelbaar. Joop draagt die last met zich mee over de toppen van de steilste Alpencols. Hij worstelt in zijn topjaren enorm met dat leed, maar gesloten oester als hij is, weet bijna niemand iets over de wedstrijd op het thuisfront. Daarbij wordt Joop met een zware hypotheek en een onrendabel hotel zowat gegijzeld door zijn Franse schoonfamilie. Dat drama, daar hadden minstens tien cliffhangers in gezeten. Daar had ik veel meer over willen lezen. De held op de toppen van zijn carriĆØre verstrikt in zijn huwelijksellende. Hoe kon hij toch zes keer tweede worden in de Tour met zoān thuissituatie? Fietste Joop om te overleven? Wat had Joop allemaal kunnen winnen als hij vrijuit had kunnen fietsen? Hoe die aardige en bescheiden Joop kansloos vastliep in het web van zijn gehaaide en graaiende schoonfamilie. Hoe hij zijn vrouw ten onder zag gaan aan ongetemde dranklust. Dat verhaal. Dus laat die echte biografie over Zoetemelk maar komen. Want Joop mag dan totaal geen prater zijn, er zit een dramatisch verhaal verborgen in zijn ziel. De biograaf die het lukt dat te naar boven te krijgen, heeft in mij zijn eerste koper. En dan pak ik Joop Zoetemelk, een open boek er wel weer bij voor de fotoās.
Joop Zoetemelk. Een open boek
Joop Holthausen, Jacob Bergsma
Atlas Contact
ISBN 9789020448320