‘Opperste SD-bandiet’, ’Reptiel van de Euterpestraat’, ‘politiejakhals’, ‘levensgroot, grijs insect’. Het zijn veelzeggende typeringen van de SS’er Willi Lages, verantwoordelijk voor de dood van honderden verzetsmensen en de deportatie van 75.000 Joden. Sytze van der Zee verdiepte zich in het leven en de misdaden van deze fanatieke leider van de Amsterdamse Sicherheitsdienst en Zentralstelle für jüdische Auswanderung en laat zien dat het nationaalsocialisme hem op het lijf geschreven was.
Jacht op het verzet
Willi Lages, in 1901 in Braunschweig geboren als zoon van een koopman in koloniale handelswaren, komt begin 1941 naar Nederland. Hij is het die na de Februaristaking, tijdens de bezetting een van de meest explosieve gebeurtenissen, zonder scrupules orde op zaken stelt. Het is het begin van zijn keiharde repressie van het (gewapende) verzet en een lange reeks bloedige represailles in Noord- en Zuid-Holland, waaronder de beruchte Silbertanne moorden.
Onder Lages’ leiding wordt er op de Amsterdamse Aussenstelle naar believen gemarteld en gemoord en bij acties en executies is hij vaak nadrukkelijk aanwezig. Iconische verzetsmensen als Johannes Post en Hannie Schaft behoren tot zijn slachtoffers. In haar cel wijst Lages de laatste ‘als vrouw zijnde, op haar fouten’, alvorens haar amper drie weken voor de bevrijding koelbloedig te laten doodschieten.
Kat en muisspel
Exemplarisch voor diezelfde koelbloedigheid is Lages’ rol bij de Jodenvervolging, Van der Zee staat er uitvoerig bij stil. Alle steeds radicalere anti-Joodse maatregelen komen aan bod, net als de pijnlijke betrokkenheid van de Joodse Raad bij de uitvoering daarvan. Als een kat met een muis speelt Lages met de voorzitters Abraham Asscher en David Cohen, die hij ’s ochtends belooft dat er geen razzia’s zullen plaatsvinden, om ’s avonds Joden voor transport uit hun huizen te laten slepen.
Zoals in juni 1941 als Lages, ruim een jaar voor het begin van de deportaties, driehonderd Joden laat arresteren als gijzelaars voor twee aanslagen op Duitse militairen. Onder hen de ruim zestig uit het Joodse werkdorp Wieringermeer vrijgelaten jongens, voor wie hij de voorzitters kort daarvoor veilige emigratie beloofde. Allen eindigen in Mauthausen.
Een enkele keer laat Lages een Joodse gevangene vrij, ‘maar in grote zaken was hij onverbiddelijk’, zegt Cohen na de oorlog. Hij en zijn medevoorzitter blijken volkomen weerloos tegenover de leugens en valse beloftes van de doortrapte Lages, die ze tot het einde aan het lijntje houdt met het mantra dat ‘de Joden naar Duitsland gaan om te werken’.
Ambitie en dienstijver
Wie is deze gewetenloze politiechef, die zich dag en nacht inzet om Nederland ‘Judenrein’ te maken en van ‘vijanden’ te ontdoen? Over het persoonlijke leven van de man komen we helaas niet veel meer te weten dan zijn zwak voor drank en vrouwen, als hij even geen razzia’s of executies heeft. Wel rijst er een helder beeld op van een ambitieuze dienstklopper, een man die al in de nationaalsocialistische vrijstaat Braunschweig van de jaren dertig met gemak onschuldige burgers in ‘Schutzhaft’ neemt en naar een concentratiekamp stuurt.
Dat fanatisme wortelde, zo lijkt het, minder in ideologische gedrevenheid en virulent antisemitisme dan in een extreme drang om te heersen. Eenmaal in Nederland gaat Sturmbannführer Lages vol overgave op in het rechteloze nazi-systeem. En door niemand laat hij zich een strobreed in de weg leggen. Gertrud Slottke, ’Juffrouw Plotseling’, ondervindt het aan den lijve. Deze rabiaat antisemitische secretaresse van Lages’ baas Wilhelm Harster die de ’Sperren’ (vrijstellingen van deportatie) beheert en ze liever intrekt dan uitdeelt – wat Lages prima vindt – komt er vanwege haar ‘onvrouwelijke’ heerszucht op de Euterpestraat niet in. En ook Douwe Bakker, de beruchte NSB baas van het concurrerende Amsterdamse ‘Bureau Inlichtingendienst’ moet uiteindelijk het veld ruimen.
Onrechtvaardig
Na de oorlog krijgt Willi Lages de doodstraf, maar drie jaar later wordt dat levenslang. Hij is dan een van ‘de Vier van Breda’ en zit in de koepelgevangenis, tot hij terminale kanker krijgt en in 1966 voor drie maanden naar zijn vrouw in Braunlage mag vertrekken. Tegen de verwachting in leeft hij nog vijf jaar, waarna hij in 1971 sterft, als vrij man.
Lages was een ‘herzensguter Mann’ getuige de door zijn echtgenote opgestelde rouwadvertentie. Die kwalificatie spreekt boekdelen. Nog aan het einde van zijn leven beklaagt Lages zich over zijn onrechtvaardige doodstraf en levenslange gevangenisstraf. Had hij immers niet gewoon zijn militaire plicht gedaan en daarbij ook nog eens veel mensen geholpen?
Het is het soort verweer van grote oorlogsmisdadigers die het vermogen bezitten om zich fatsoenlijk, redelijk en ontwikkeld voor te doen. Zoals Willi Lages. Na de oorlog wist hij mensen voor zich in te nemen en niet de minsten. De voormalige verzetsman Le Poole bijvoorbeeld, en de Rode Kruismedewerkster Loes van Overeem. Antonio van Rixtel, de gevangenisaalmoezenier, beriep zich zelfs op zijn ‘oprechte vriendschap voor Lages.’
Het staat in schril contrast met de bevindingen van Lages’ biograaf. Tijdens zijn onderzoek heeft Sytze van der Zee Willi Lages geen moment op sympathieke gedragingen of goede of zelfs maar minder slechte eigenschappen kunnen betrappen. De lezer van deze mooie en goed gedocumenteerde biografie van een van de grootste oorlogsmisdadigers uit de Nederlandse geschiedenis zal dat volmondig beamen.
Willi Lages. Ceremoniemeester van de dood
Sytze van der Zee
Prometheus
ISBN hardcover 9789044644548
Verschenen in november 2023
Bestelinformatie
Bestel als hardcover bij bol.com (€ 42,50)
“Het is het soort verweer van grote oorlogsmisdadigers die het vermogen bezitten om zich fatsoenlijk, redelijk en ontwikkeld voor te doen. Zoals Willi Lages. ”
Ja, kan zijn, maar je bent oorlogsmisdadiger als je in het oorlogsrecht wel omschreven misdaden hebt begaan. Na alle Conventies van Genève sinds 1864 zijn die heel precies benoembaar. En kom op zeg, sinds wanneer worden gruwelijke misdaden onder de bescherming van een staat/dictator NIET begaan door dat soort sociaal-culturele modelburgers?
Eind vorige eeuw kregen we het Internationaal Strafhof dat nog veel verder gaat in het benoemen van oorlogsmisdaden en misdaden tegen de menselijkheid.
Toch: ik ben nog steeds benieuwd hoe bijv. de executie van Hannie Schaft onder de Geneefse Conventies of de clausules van het ICC gevallen zou zijn. Ik vrees dat het onder moord tout court zou vallen.