Verhalen die helen. Levenslessen van rabbijn Awraham Soetendorp

Een bewogen leven. Dat is een understatement als je spreek over de levensloop van de emeritus liberaal-joodse rabbijn Awraham Soetendorp. Samen met journaliste Annemiek Leclaire beschreef hij bijzondere momenten in zijn overvolle leven. passend bij de Joodse traditie koos hij voor een vorm vol poëzie en verhalen.

Het boek volgt ‘licht’ een biografische lijn. Daarin is de oorlog nooit ver weg, getuige de eerste zin: ‘Mijn ervaring is de ervaring van de rest die terugkwam. Het is een wonder dat we niet allemaal ons verstand verloren hebben.’ Soetendorp werd geboren op 16 februari 1943, midden in de Tweede Wereldoorlog. De eerste twee jaar van zijn leven bracht hij door op een onderduikadres, waar hij liefdevol verzorgd werd door Ria van der Kemp, een Duitse die met een Nederlander was getrouwd. In het ‘lachhuis’ zoals Soetendorp zijn ouderlijk huis na mei 1945 noemt, woonden vader en moeder Soetendorp, teruggekomen uit de onderduik, Awraham en zijn broertje, de baby David. Het was een jeugd ‘doortrokken van dromen, nachtmerries en uitzinnige verbanden’. Een huis vol mensen waarin Awrahams tante Trees, teruggekomen uit de kampen, een plezierige rol vervulde als opvoeder van ‘Sjalommetje’, zoals ze haar neefje noemde: ‘Mijn moeder kon waarschijnlijk niet zo goed voor ons zorgen.’ Muziek bracht troost, er werd in het lachhuis veel opera gezongen. Ook Rembrandt werd bewonderd, om ‘het licht, die lichtstralen in die diepe, diepe duisternis’.

In oktober 1948 verhuisde het gezin naar Israël. Het beloofde land bleek evenmin veilig: ‘Het verhaal gaat dat in de eerste nacht dat wij daar waren het luchtalarm afging.’ Awraham leed daar, terugkijkend, aan een depressie. Met moeder Mirjam ging het beter in Israël. Eenmaal terug in de Amsterdamse Lairessestraat, waar vader rabbijn werd, ging het weer bergafwaarts met haar. Zij had aanvallen van catatonie. In Israël gebeurde een akelig ongeluk: Awraham verwondde zijn tweejarige zusje Leah met een pijl, waardoor zij het licht in haar oog verloor en hij een levenslang schuldgevoel opliep.

Samen worstelen

In het voorwoord schrijft Annemiek Leclaire dat dit boek vooral gaat over een onderbelicht deel van Soetendorps loopbaan: zijn kunde en inzet als geestelijk raadsman. Op zijn 25ste begon Soetendorp te werken als jongste rabbijn van Nederland. Hoewel hij vaak in het buitenland was, bleef hij nauw betrokken bij zijn eigen gemeente in Den Haag. Veel pastorale gesprekken voerde hij noodgedwongen per telefoon. Hij was opgeleid aan het Leo Baeck College voor liberale rabbijnen in Londen. Daar had hij geleerd: ‘Wees een onstoffelijke stem. Luister alleen en betrek het gesprek niet op jezelf.’ Maar dat past niet bij Soetendorp, zegt hij zelf. Hij behoorde immers tot de tussengeneratie, kinderen die in de oorlog geboren waren of die de oorlog niet lijfelijk hadden meegemaakt maar de verschrikkingen ervan via hun ouders of door de sfeer thuis hadden meegekregen. Terugkijkend zegt hij: ‘En ik, die wel heb leren spreken, kon woordvoerder zijn voor de ander die dat niet kon.’

Hij wilde uitdrukkelijk ‘geen krachtbron’ zijn, wilde niet dat mensen tegen hem opkeken, ook al trad hij in de publiciteit en droeg hij de fakkel: ‘Wie maakt geen momenten van wanhoop mee? In het eigen leven, in dat van een ander? In dat opzicht is mijn leven gewoon een leven, alleen krijg ik de mogelijkheid om er wat meer over te vertellen.’ In alle ontmoetingen wilde hij gelijkwaardigheid en wederkerigheid uitdrukken: ‘Het enige wat ik heb willen doen, is dichterbij komen in de duisternis. In de uitwisseling, in de nabijheid, ligt troost, voor beide partijen.’

Het werk van vrede en hoop

De lijst met organisaties en initiatieven waarvoor Soetendorp zich inzet(te) lijkt eindeloos. ‘Gedreven tot actievoeren tegen onverschilligheid’ besteedt hij tijd aan clubs als het Global Forum of Spiritual and Parliamentary Leaders en het Fonds Hoop voor Kinderen. Het klimaat vindt hij belangrijk, laat hij zien in het ‘International Green Cross’, het ‘Earth Charter’, ‘Water for Life’ en de commissie voor Millennium Development Goals. Hij was ook actief in de beweging rond het Charter voor Compassie van de Britse godsdienstwetenschapper Karen Armstrong. Heel belangrijk was zijn bemoeienis met de totstandkoming van een extra afdeling van de Stichting Joods Maatschappelijk Werk voor laagdrempelige, pastorale, traumagerelateerde hulp voor slachtoffers van de Holocaust: ‘Dit verdriet is te groot om te dragen. We moeten iets anders organiseren dan witte jassen.’ Zijn werk voor deze organisaties had wat mij betreft nog meer aandacht mogen krijgen. Maar dat is waarschijnlijk werk voor de biograaf die ooit aan de slag gaat met Soetendorps levensloop.

Onderduikbaby

Awraham Soetendorp is een emotionele man. Een man die zich er niet voor schaamt om die emoties te laten zien. Die steeds opnieuw vanuit het hart spreekt. Dat maakt het lezen van zijn levenslessen ook zo aangrijpend. Je kunt je goed voorstellen hoe generaties schoolkinderen ademloos luisterden naar het verhaal dat hij talloze malen vertelde over zijn wonderlijke redding. Toen het gezin in 1943 opgepakt dreigde te worden, gaf een SS-officier die Awraham in zijn wiegje zag liggen, hun bars de opdracht ‘Was je, wij komen morgen terug.’ Het was een toneelstukje, want zo kon de familie onderduiken. Wat bewoog deze man om hun leven te redden? Soetendorp stelde deze vraag in een schoolklas:

‘En toen zei een meisje met de naam Emma: “Omdat u een teer bloempje was, met de wortels nog in de grond. Die kun je er niet uittrekken.’” Dat was het antwoord dat ik kreeg. Ik kan er nog om huilen. Het mooiste wat ik ooit gehoord heb.’

Voor Soetendorp betekent deze ervaring: elk ogenblik, elke ontmoeting, is een kans om iets te veranderen. Hij zet die boodschap kracht bij door het delen van verhalen. Zijn onderduikverhaal, maar ook de verhalen uit de joodse traditie en het verhaal van het meisje Emma.

Dapper zelfonderzoek

‘Levenslessen van een rabbijn’ verscheen aan de vooravond van Soetendorps tachtigste verjaardag. Het is zeer inspirerend om te lezen hoe een tachtigjarige man, die slechts drie maanden oud had mogen worden, zo optimistisch kan blijven en toch de ogen niet sluit voor de realiteit van een gebroken wereld. Daar ging heel grondig en dapper zelfonderzoek aan vooraf. De belangrijkste les uit dit dunne, maar toch rijke boekje is dan ook om kritisch naar je eigen handelen te blijven kijken: ‘Hoe pijnlijk en verscheurend het ook is om zonder uitvluchten je handelen in het verleden te analyseren, uiteindelijk is het mogelijk daar de vruchten van te plukken. Je kunt het verleden natuurlijk niet veranderen, maar je bent wel in staat om de confrontatie met je daden uit het verleden volledig en zonder omwegen aan te gaan. En met de lessen die je uiteindelijk uit het hartgrondige zelfonderzoek trekt, kun je de toekomst veranderen.’

Levenslessen van een rabbijn
Awraham Soetendorp en Annemiek Leclaire
Uitgeverij Balans
ISBN: 9789463822411
Verschenen: januari 2023 

Bestelinformatie

Bestel als paperback bij bol.com (€ 15,00)
Bestel als e-book bij ol.bom (€ 9,99)

Petra Teunissen-Nijsse
Petra Teunissen-Nijsse
Petra Teunissen-Nijsse werkt als freelance redacteur, journalist en biografisch onderzoeker. Zij publiceerde over Louis Couperus, Carry van Bruggen en Clare Lennart. In juni 2017 promoveerde zij op het proefschrift Voor ’t gewone leven ongeschikt. Een biografie van Clare Lennart. Haar tekstbureau heet Leven in Woorden

Fijn als je dit artikel met anderen deelt:

Lees ook...

LAAT EEN REACTIE ACHTER

Vul alstublieft uw commentaar in!
Vul hier uw naam in