Stefan Zweig over Michel de Montaigne. Een pleidooi voor de vrijheid

Wat is dit eigenlijk, dit boekje van nog geen honderd pagina’s van de Oostenrijkse Europeaan Stefan Zweig over de Franse humanist Michel de Montaigne? Een biografie, een biografische schets, een uit de hand gelopen essay misschien? Een verkapt zelfportret, een autobiografie? Maar voor Zweigs autobiografie kun je toch beter naar Die Welt von Gestern grijpen.

Van alles een beetje dan? Ja, zeker. Het boek is een vreemde mengelmoes van biografische en autobiografische elementen. Dat begint al met de eerste zin: ‘Er zijn schrijvers met wie je op elke leeftijd en in elke levensfase affiniteit hebt – Homerus, Shakespeare, Goethe, Balzac, Tolstoj […]’. Dat gaat niet over Montaigne, dat gaat over Zweig. Maar in de volgende zin komt Montaigne al op de proppen, ‘een van de schrijvers die zich op een bepaald moment aan je openbaren.’ Voor de jonge Zweig was Montaigne interessant, maar niet meer dan dat. Het leven, Europa, zíjn Europa, was mooi, de mensen waren vrij, er kwam een nieuwe eeuw aan, een gouden toekomst lag in het verschiet. Wie dacht anno 1900 aan de verschrikkingen die die nieuwe eeuw zou brengen, wie maakte zich druk om de vrijheid van het individu die bevochten moest worden? Hoezo bevochten, die vrijheid hebben we toch al? Hoe anders was het veertig jaar later, toen Zweig en zijn tweede vrouw Elisabet Charlotte Altmann voor het naziregime naar Brazilië waren gevlucht. Toen was vrijheid in Zweigs ogen de grootste, de enige zaak waarvoor het nog waard was te vechten. En als je dat gevecht niet meer kunt winnen, ja dan…

Apologie

Het gaat over Montaigne, dit boek, maar het gaat minstens net zo veel over Zweig. En het gaat vooral over de vrijheid, de vrijheid om te denken, de vrijheid om te kiezen, zelfs als het om een keuze voor de dood gaat. Als je niet vrij bent, kun je beter dood zijn, lijkt Zweig te willen zeggen en Montaigne heeft hem die vrijheid voorgeleefd.

Een apologie is dan ook de term die volgens mij het best de lading van dit boek dekt, een verdedigingsschrift van Zweig zelf en vooral van zijn keuze om niet lang na het voltooien van de tekst samen met zijn vrouw in 1942 uit het leven te stappen, teleurgesteld als hij was door alles wat er in zijn Europa gebeurde. En hoe kon hij dat beter doen dan aan de hand van zijn – naast Erasmus – grote humanistische voorbeeld Michel Eyquem, seigneur de Montaigne. À propos voltooien: echt voltooid heeft Zweig de tekst niet, zijn zelfgekozen dood bleek uiteindelijk toch urgenter.

Michel de Montaigne (1533-1592) (Public Domain)

Studeerkamergeleerde

Wie was deze Michel Eyquem, heer van Montaigne? We kennen hem natuurlijk vooral van zijn Essays, een verzameling overpeinzingen van een kleine veertienhonderd pagina’s over de meest uiteenlopende onderwerpen, van gewetensvrijheid tot Virgilius en Seneca tot postpaarden. Het genre essay is door hem uitgevonden. Het beeld dat we hierbij voor de geest hebben, is dat van een studeerkamergeleerde die boven in de torenkamer van zijn château te midden van een uitgebreide verzameling boeken onafgebroken noteert, leest, studeert, schrapt, slijpt en opnieuw noteert. Liefst zo min mogelijk gestoord door de woelige wereld om hem heen, te beginnen bij zijn vrouw, zijn huishouding en de zorg voor zijn landerijen, maar liever ook niet door de ‘grote’ buitenwereld van de Franse politiek die in deze jaren – we schrijven de tweede helft van de zestiende eeuw, Montaigne leefde van 1533 tot 1592 – heen en weer werd geslingerd door de strijd tussen de katholieke machthebbers en de protestantse hugenoten. Dat beeld van de studeerkamergeleerde klopt. Maar Montaigne was ook – af en toe, met tussenpozen – raadsheer van de katholieke Franse koning Henri III, vertrouweling van diens latere opvolger, de toen nog protestantse Henri van Navarra, en last but not least, in de voetsporen van zijn vader Pierre de Eyquem, burgermeester van Bordeaux. Dus hoezo studeerkamergeleerde?

Psychologische portretten

Het is dit conflict tussen het openbare leven en de zelfverkozen afzondering dat Zweig als uitgangspunt voor zijn biografische schets neemt. Zweig is van de psychologie, meer dan van de data. Als hij in onze tijd zou hebben geleefd, zou hij waarschijnlijk hebben gezegd: wil je precies weten wanneer de goede man heeft geleefd, wie zijn vader was, wie zijn vrouw en wanneer hij hoe en met wie heeft gegeten, kijk dan op Wikipedia. Sowieso altijd een goed idee natuurlijk, maar niet des Zweigs. Zweig concentreert zich op een paar momenten in Montaignes leven, en wel precies die momenten waarop de Fransman gedwongen wordt te kiezen tussen zijn openbare en zijn private zelf. Hij probeert zich een beeld te vormen van de afwegingen die zijn held op die momenten heeft moeten maken, net zoals hij in zijn – veel bekendere en veel omvangrijkere – biografieën van Maria Stuart en Marie Antoinette niet zozeer complete levenslopen schetst als wel psychologische portretten. De hedendaagse academische wetenschap zou niet veel op hebben met de biograaf Zweig. Te literair, te psychologisch vooral.

Bartholomeusnacht

Toch maar even wat biografische gegevens. Montaigne stamde uit een gegoede koopmansfamilie uit Bordeaux. Zijn overgrootvader had eind vijftiende eeuw de hand weten te leggen op een kasteel in het plaatsje Saint Michel-de-Montagne en sindsdien mochten de Eyquems zich heer van Montagne noemen. Vader Pierre Eyquem werd in 1544 benoemd tot burgermeester van Bordeaux. De kleine Michel werd uiterst degelijk opgevoed. Eerst werd hij een paar jaar ondergebracht bij een boerenfamilie, om aan den lijve te ondervinden hoe het leven van het gewone volk was. Terug op het kasteel van zijn vader kreeg hij een persoonlijke leraar die alleen Latijn met hem mocht praten. Michel sprak eerder Latijn dan Frans. In zijn essays zie je dat terug: tientallen essays gaan over de Klassieke Oudheid. De geest van het humanisme waart overal in zijn werk rond.

Na zijn studie rechten werd Michel raadsheer aan het gerechtshof van Bordeaux. Enkele jaren later, hij was nog geen dertig, werd hij naar het hof van de toenmalige Franse koning Frans II gezonden. Dat openbare leven hield hij een kleine tien jaar vol, maar – vooral vanwege de heftigheid waarmee de katholieken en de hugenoten elkaar in die tijd in de haren vlogen, met de Bartholomeusnacht van 23 en 24 augustus 1572 als bloedig hoogtepunt – liet hij in het begin van de zeventiger jaren de politiek voor wat die was en trok zich met zijn gezin terug op zijn kasteel. Zelf ging hij nog een stapje verder: zelden was hij nog buiten te zien, meestal sloot hij zich op in zijn torenkamer met zijn boeken. ‘Vrij’ noemt Zweig dat, en die zelfgekozen vrijheid in beslotenheid is in zekere zin Zweigs eigen ideaal dat hij de laatste jaren van zijn leven in Brazilië heeft gecultiveerd.

Vrijheid en verantwoordelijkheid

Nog twee keer laat Montaigne zich verleiden tot een openbare functie – eerst als raadsheer van Hendrik III van Navarra daarna als burgermeester van Bordeaux – maar uiteindelijk trekt hij zich definitief terug op zijn kasteel om zich volledig te wijden aan zijn Essays. Dat van dat burgermeesterschap is nog wel bijzonder trouwens: hij was op reis in Italië en kreeg in Rome via via te horen dat de inwoners van Bordeaux hem tot hun burgermeester hadden gekozen. Of hij maar zo vriendelijk wilde zijn om stante pede terug te komen. Montaigne vond dat hij niet kon weigeren. Ergens voelde hij toch altijd wel een bepaalde verantwoordelijkheid die niet ophield bij de muren van zijn kasteel. Ook hier vindt hij een geestverwant in Zweig. Want ondanks diens afzondering in Brazilië op het eind van zijn leven is het werk dat hij juist in die periode heeft geschreven doordrenkt van een groot gevoel van verantwoordelijkheid voor ‘hoe het met de wereld verder gaat’. Die Welt von Gestern is daar misschien wel het meest imposante voorbeeld van, maar dit boek over Montaigne is, juist door Zweigs psychologische inzicht en zijn vloeiende stijl, een goede tweede. Lezen dus, en daarna Die Welt von Gestern!

Montaigne
Stefan Zweig
Vertaald door Isabelle Schoepen en Kris Lauwerys
Athenaeum–Polak & Van Gennip
Verschenen in januari 2023

Bestelinformatie

Bestel als paperback bij bol.com (€ 14,99)
Bestel als e-book bij bol.com (€ 9,99)

Frans Janssen
Frans Janssen
Frans Janssen heeft wiskunde gestudeerd aan de Radboud Universiteit Nijmegen. Na zijn studie was hij adviseur onderwijs aan de universiteit en daarnaast werkte hij als freelancer aan het universiteitsblad kunieuws (later: Vox) waarvoor hij onder andere een reeks columns onder de titel De stelling van Gödel publiceerde. Nu werkt hij als literair vertaler Duits-Nederlands.

Fijn als je dit artikel met anderen deelt:

Lees ook...

LAAT EEN REACTIE ACHTER

Vul alstublieft uw commentaar in!
Vul hier uw naam in