āWaarom zoudt ge de Joden niet met rust laten?ā schreef Wouter Lutkie in 1936 aan zijn vriend en protegĆ© Arnold Meyer, de leider van het gewelddadige en fel antisemitische Zwart Front. Meyer trok zich er niets van aan en Lutkie verbond verder geen consequenties aan diens antisemitisme. Hij bleef met Arnold Meyer bevriend en werd in 1941 zelfs lid van het Nationaal Front, de opvolger van het Zwart Front. Toch komt Willem Huberts aan het eind van zijn volumineuze biografie Soli Deo. Wouter Lutkie (1887-1968), biografie van een priester-fascist tot een mild oordeel over Wouter Lutkie. Hij noemt hem een geharnaste idealist en een wereldvreemde wereldverbeteraar. Dat oordeel is te mild en steunt niet op een aantal feiten uit de biografie.
Wie was Wouter Lutkie?
Wouter Lutkie werd in 1887 geboren in een rijk koopmansgezin in Den Bosch. Hij ging aanvankelijk in de huidenhandel en kreeg op latere leeftijd een priesterroeping. Hij werd in 1919 tot priester gewijd en door bisschop Diepen benoemd tot kapelaan in het Brabantse gehucht Gemonde. Lutkie had weinig belangstelling voor de zielzorg in de parochie en des te meer voor de grote kerkpolitiek. Hij vroeg de bisschop om ontheven te worden van het parochiewerk en kocht in Nuland een landgoed, waarop hij wat huizen bouwde, waaronder zijn eigen verblijf: Soli Deo (Alleen God). Met de status van het priesterschap, de verkregen ontheffing van zijn verplichtingen als parochieherder en tijd en geld in overvloed wijdde hij de rest van zijn leven aan de grote vraagstukken in de kerk en de samenleving. Als propagandist voor het Esperanto voerde hij correspondentie met voornamelijk katholieke conservatieve denkers, vooral in de Latijnse wereld. Hij vatte al vroeg sympathie op voor het fascisme van Mussolini. Als auteur, redacteur en uitgever van literaire bladen gaf hij veel jonge katholieke schrijvers de kans te debuteren. Sommigen van hen ontwikkelden zich in fascistische richting, anderen werden uiteindelijk overtuigde democraten. Lutkie was actief in vrijwel elke fascistische splintergroep die Nederland in de jaren dertig kende, met uitzondering van de NSB, waarvan hij niets moest hebben vanwege het antisemitisme. Hij voelde geen aandrang om de leiding van de Nederlandse fascistische beweging op zich te nemen en opereerde liever op de achtergrond. Hij probeerde mensen als Jan Baars en Arnold Meyer naar voren te schuiven als de leider van de fascistische beweging in Nederland. Hij reisde veel. Hij ging regelmatig naar Italiƫ en werd zeven keer door Mussolini in audiƫntie ontvangen, de laatste keer in 1934. Daarna werd Lutkie wat minder actief in het elkaar bestrijdende landschap van fascistische splinterpartijtjes. Hij concentreerde zich op zijn literaire tijdschrift Aristo-, dat hij 35 jaar lang, tussen 1930 en 1965 grotendeels op eigen kosten uitgaf en dat nooit een oplage van meer dan een paar honderd exemplaren bereikte. Tijdens de oorlog wist Lutkie dankzij zijn connecties in de fascistische wereld de nodige gevangenen vrij te krijgen, maar zijn inspanningen waren ook vaak vergeefs. Hij slaagde er niet in de vrouw en kinderen van zijn vriend, de tot het katholicisme bekeerde joodse schrijver Herman de Man, vrij te krijgen. Ze werden al in 1942 in Auschwitz vergast. In het laatste oorlogsjaar verloor Lutkie zijn woonhuis, een paar andere huizen en zijn uitgeverij door oorlogsgeweld. Na de oorlog zette hij zich in voor wat hij slachtoffers van de partijdige bijzondere rechtspleging noemde en verrichtte ombudswerk voor mensen uit Nuland en wijde omgeving die problemen hadden met de autoriteiten. Het fascisme bleef hij zijn hele leven verdedigen.
Katholieken en fascisme
Willem Huberts is een van de belangrijkste kenners van het Nederlandse fascisme. Hij promoveerde in 2016 op de geschiedenis van het Nederlands fascisme. In zijn proefschrift In de ban van een beter verleden. Het Nederlands fascisme 1923-1945 presenteerde hij een stamboom van het Nederlands fascisme, een overzicht en beschrijving van alle fascistische groeperingen, hun ideologie en hun daden. Tijdens het schrijven van zijn proefschrift kwam hij de naam Wouter Lutkie regelmatig tegen als ideoloog en inspirator van het katholiek fascisme. De figuur van Lutkie intrigeerde Huberts omdat Lutkie allerminst een eendimensionale figuur was. Hij trof in het Katholiek Documentatie Centrum een Lutkie-archief aan van 175.000 items. Drie jaar aanvullend onderzoek leidde tot een dikke biografie.
Huberts probeert het fascisme uit de jaren twintig en dertig te beschrijven vanuit het gezichtspunt van de tijdgenoten zonder op voorhand uit te gaan van de latere gruwelijke geschiedenis die wij allemaal kennen. Ooit was het fascisme een politieke en maatschappelijke stroming die door miljoenen in Europa en honderdduizenden in Nederland werd aangehangen als een alternatief voor het kapitalisme en het socialisme, voor het liberalisme en de democratie. Ook Lutkie werd door het fascisme gegrepen. Lutkie met in zijn kielzog een aantal jonge katholieke schrijvers had zware kritiek op de politieke compromissen van de Rooms Katholieke Staatspartij (RKSP) en op de gezapigheid binnen de Rooms Katholieke kerk. Hij voelde zich meer aangetrokken tot een radicaal autoritair en corporatief katholicisme waarin klassentegenstellingen geen rol spelen. Dat meende hij te onderkennen in het Italiaanse fascisme van Benito Mussolini. Lutkie had er moeite mee dat de Nederlandse katholieke kerk het fascisme veroordeelde. Hij pleitte binnen de katholieke kerk voor ruimte voor het fascisme. Dat standpunt kon rekenen op sympathie van een deel van de katholieke wereld, mede omdat Mussolini met het Verdrag van Lateranen in 1929 een eind had gemaakt van een langlopend conflict tussen de Italiaanse Staat en de Rooms Katholieke kerk. Maar binnen het episcopaat kon Lutkie op weinig sympathie rekenen. Hij lag regelmatig in de clinch met zijn superieur, bisschop Diepen van Den Bosch. Diepen hechtte in de bloeitijd van het Rijke Roomse Leven net als de andere bisschoppen zeer aan de eenheid van de katholieken. De snelle katholieke emancipatie en de ontwikkeling van een krachtige katholieke zuil mochten niet in gevaar worden gebracht door dissidente geluiden uit eigen kring. Lutkie kreeg een publicatieverbod. Dat schrok hem voldoende af omdat hij zijn priesterschap en daarmee zijn status in de katholieke wereld niet in de waagschaal wilde stellen.
Geen vriendschap met Mussolini
Huberts maakt duidelijk dat Lutkie Mussolini idealiseerde maar dat hij ondanks zijn vele internationale contacten geen realistisch beeld had van de werkelijke Mussolini. Lutkie zat in hedendaagse termen opgesloten in een bubbel waar hij steeds verder in verstrikt raakte. Huberts zegt dat Lutkie pas teleurgesteld raakte in Mussolini toen deze AbessiniĆ« en AlbaniĆ« binnenviel, met Hitler ging samenwerken en het antisemitisme een grotere plek ging geven. Maar ook daarvĆ³Ć³r waren er genoeg aanwijzingen dat Lutkies beeld van Mussolini niet overeenkwam met de werkelijkheid van de zwarthemden en knokploegen die het ItaliĆ« van de beginjaren van de dictator bepaalden. Toch zegt Huberts om onduidelijke redenen dat Lutkie allerminst naĆÆef genoemd mag worden. De verhouding met Mussolini stelde heel wat minder voor dan de vriendschappelijke band waarover op de achterkaft van het boek wordt gesproken. Van vriendschap was geen sprake. Lutkie drong zich op via bevriende relaties uit het Vaticaan, maar na enkele bezoeken had Mussolini er genoeg van. Lutkie probeerde de steun van de Duce te verwerven voor Arnold Meyer als leider van het Nederlandse fascisme. Mussolini had echter heel goed door dat de elkaar bestrijdende fascistische groepjes in Nederland met uitzondering van de NSB weinig voorstelden. Mussolini reageerde niet eens meer op Lutkies verzoek om Arnold Meyer in audiĆ«ntie te ontvangen.
Een monument voor zichzelf
Uit het boek blijkt dat Lutkie met honderden personen correspondeerde maar vaak lijkt er sprake te zijn van eenzijdige acties waarop hij nooit antwoord ontving. Het blijft onduidelijk hoe serieus Lutkie werd genomen. Volgens Huberts presenteerde Lutkie zich graag als een invloedrijke speler op het fascistische veld, maar zijn daadwerkelijke invloed was gering, zeker internationaal sloeg hij geen deuk in een pakje boter. Eerdere schrijvers over Lutkie noemden hem een intrigant, een fantast en een querulant. Huberts bestrijdt die termen maar de feiten die hij aandraagt laten zien dat deze kwalificaties niet zonder meer als onzin kunnen worden bestempeld. De enige beschuldiging die Huberts overtuigend weerlegt is dat Lutkie een collaborateur was. Met de bezetter heeft hij nooit actief samengewerkt en zijn relaties heeft hij juist gebruikt om een aantal mensen van vervolging te redden. Het beeld dat blijft hangen na de lezing van de biografie is dat Lutkie nogal megalomaan was en vooral een monument voor zichzelf wilde oprichten. Hij correspondeerde koortsachtig met geestverwanten en anderen, bewaarde alles wat hij ooit schreef, iedere snipper papier die hij ooit van anderen ontving, elke letter die hij ooit in kranten en tijdschriften publiceerde en alles wat er ergens over hem verscheen. Daarnaast had hij een enorme bibliotheek met fascistische lectuur. Zelf is hij er niet in geslaagd dat monument tijdens zijn leven te bouwen. Buiten Nuland dreigde hij steeds meer in de vergetelheid te raken totdat Willem Huberts zijn enorme schoenendoos op het KDC omkeerde. Zo kreeg Wouter Lutkie ruim een halve eeuw na zijn dood alsnog het papieren monument dat hij zo begeerde. Met veel bekende en nieuwe feiten maar afgesloten met een veel te mild oordeel.
Soli Deo. Wouter Lutkie (1887-1968). Biografie van een priester-fascist
Willem Huberts
Uitgeverij Boom
ISBN 9789024446414
Verschenen in maart 2022
Bestelinformatie
Bestel als hardcover bij bol.com (ā¬ 39,90)Koop bij Athenaeum Boekhandel Bestel als hardcover bij Athenaeum Boekhandel (ā¬ 39,90)