Een vrouw naar mijn hart, dat wist ik al toen ik de eerste keer over Ru Paré hoorde. Daarom wilde ik ook heel graag de biografie lezen die Wim Willems van haar schreef. In Verzetsheldin met schilderskist. Het leven van Ru Paré maakt hij een reconstructie van haar bijzondere bestaan.
Wie, zoals ik tijdens de research voor de documentaire De Baby (Deborah van Dam) uit 2012, op zoek gaat naar informatie over het verzet in Den Haag, komt zonder twijfel de naam van Ru, of Zus, Paré tegen. Vaak in combinatie met die van haar vriendin en levenspartner Do Versteegh. Zij zingt in de jaren 20 en 30 met Jo Vincent in het Haags Vocaal Kwartet, staat meer dan 250 keer in de Mattheüs Passie in Utrecht en treedt op in concertzalen in Parijs, Brussel, Londen en Berlijn.
In diezelfde jaren werkt Ru Paré aan haar schilderkunst. Ze volgt lessen bij Albert Roelofs en, samen met koningin Wilhelmina, bij Willem van Konijnenburg. Ze valt op, verwerft een positie binnen de Haagsche Kunstkring en is bevriend met schilder Jan Toorop, die haar werk bewondert. Twee veelbelovende carrières. Tot het oorlog wordt. De vrouwen weigeren voor de Kulturkamer te tekenen. Ze doen wat ze kunnen om Joodse kinderen uit de klauwen van de nazi’s te houden.
Kinderen
Vooral Ru gaat onverschrokken te werk. Ze reist het hele land door om onderduikplekken te regelen. Haar schilderskist gaat mee, daar zitten nu maar een paar schildersspullen in, om de bonkaarten en persoonsbewijzen te verbergen. In totaal zijn er door haar daadkracht 52 Joodse kinderen gered. Kinderen die ze in huis neemt als het moet, die ze tot in het Friese dorpje Boornbergum persoonlijk in veiligheid brengt. Kinderen die ze ook na de oorlog met raad en daad terzijde staat.
Het verzet in Den Haag, waar Paré woonde, was vaak een individuele en ongeorganiseerde aangelegenheid. Dat moest wel, want de Duitse vijand was in de Hofstad zwaar vertegenwoordigd. Een paar kleine kringen van vastbesloten idealisten deden in de anonimiteit wat veel anderen niet aandurfden. Na de oorlog werd daar niet veel meer over gesproken. De brokstukken van al die getekende levens werden bij elkaar geveegd. Er was geen tijd en geen energie om aan slachtofferschap te besteden.
Daarom is het goed dat historicus Wim Willems het als zijn opdracht zag om de biografie van Ru Paré te vervolmaken. Ondanks de moeizame zoektocht naar persoonlijke gegevens over deze bijzondere vrouw. Hij moet veel interpreteren en heeft geluk dat hij kan putten uit agenda’s en brieven. Soms slaat de interpretatie naar mijn smaak iets teveel door naar geëxalteerd overdrijven. Voorbeeld? Hij beschrijft een foto van Ru met het zoontje van een van haar ‘onderduikkinderen’ op haar arm. De foto is uit 1951. Willems schrijft :
”Ze lijkt op een moeder die haar kind trots op de arm draagt. Ze mag op dat moment 56 jaar oud zijn, ze ziet er uit als een veertiger. Dit is het beeld van een vrouw die zich één voelt met een jeugdige spruit van haar grote familie. Niet de natuur, maar de geschiedenis heeft haar gemaakt tot deze lievelingstante. Tot iemand die zich voelt samenvallen met het jochie dat zijn beentjes losjes langs haar heupen laat bengelen. Deze twee zijn samen even één. In haar blik valt geluk te lezen. Voorzichtig geluk maar toch.”
Ik kijk naar de foto en denk, hm een beetje teveel van het goede.
Maar veel van het goede is wel waar het om gaat in deze biografie. Een verhaal over een bescheiden vrouw van weinig woorden maar des te meer daden. Daden uit liefde voor onbekende mensen. Daden die hiermee terecht meer erkenning krijgen. Het boek is met veel zorg gemaakt, ziet er mooi uit. Dat zijn we gewend van uitgeverij Boom, maar in deze biografie zit iets extra’s door de aandacht voor de opmaak. De foto’s van haar schilderijen zijn in kleur op glanzend papier afgedrukt, terwijl foto’s en tekeningen mooi in zwart-wit zijn gehouden.
En die soms wat ronkende schrijfstijl levert ook mooie plaatjes op. Willems beschrijft een prachtige scene, voor poezenliefhebbers zeker, rond het sterven van Do Versteegh. Die ligt na een mislukte operatie aan een gebroken heup thuis in bed en weet dat het einde nadert. Ze vraagt de verpleegster naar Dikke, hun zwarte poes. Zus Paré gaat de kat boven halen.
“Dit leidde niet tot een blijde verwelkoming want de poes bewoog zich in een universum waar het intuïtieve de boventoon voerde. Het eerste wat Dikke deed toen ze onwetend de kamer kwam binnenlopen en haar vertrouwde bazin in bed zag liggen, was een hoge rug opzetten. In de hoop dat het om een eenmalige afwijzing ging, probeerden Zus en Do het een week later nog eens, maar ze reageerde niet anders.”
Nadat Do is overleden nemen Zus en vriendin Lucie de avond voor de crematie afscheid van Do, die is opgebaard in de woonkamer. Willems schrijft:
“Op dat moment hoorden ze de deur achter hen, die op een kier stond, zachtjes opengeduwd worden. De poes kwam rustig naar binnen gelopen, haar staart als een vlaggenstok omhoog. Ze vlijde haar kop tegen de benen van de twee vrouwen aan en bleef even staan, alsof ze samen met hen afscheid kwam nemen. Daarna sprong ze op de stoel van Do, waarop een kussentje lag, en hier krulde ze zich in vast – de geur van afwezigheid in haar snorharen.”
In de maanden daarna weigerde Dikke te eten en rond Kerst stierf de kat aan ondervoeding.
Tot en met 16 september is er in het Museon in Den Haag een tentoonstelling te zien met het werk van Ru Paré.
Verzetsheldin met schilderskist. Het leven van Ru Paré
Wim Willems
Uitgeverij Boom
ISBN 9789024408658
Verschenen in april 2018