Marie du Saar: eerste generatiestudent in het kwadraat

We kennen allemaal Aletta Jacobs en misschien ook Catharina van Tussenbroek, maar eind negentiende eeuw werden meer vrouwen opgeleid tot arts. Marie du Saar (1860-1955) bijvoorbeeld, de oogarts over wie Tineke van Loosbroek de biografie Van pionier tot buitenstaander schreef. Twee onbetrouwbare mannen zaten Marie du Saar in de weg bij het opbouwen van een succesvolle carrière. Haar zoon kon deze teleurstelling niet goedmaken.

Marie du Saar legde een lange weg af voordat zij zichzelf arts mocht noemen. Ze was afkomstig uit een ontwikkeld, maar niet welgesteld milieu. Haar rusteloze vader had talloze, steeds slechter betaalde banen. Hij verdween uiteindelijk spoorloos in Zuid-Afrika. Alleen door financiële steun van doopsgezinde sympathisanten kon zijn dochter de voorbereidende opleidingen en de studie aan de Universiteit van Amsterdam volgen.

Een ongelijk paar

Marie du Saar trof het goed met haar Amsterdamse hoogleraren, die haar steeds ‘met onderscheiding’ behandelden. Praktische en morele steun kreeg ze ook van vriendinnen. In het pension van de moeder van de dichter Herman Gorter ontmoette ze veel jonge vrouwen die studeerden of werkten. Vooral de schilderes Betsy Repelius heeft een stimulerende rol in haar leven gespeeld. Ze vormden ‘een ongelijk paar in de toenmalige standenmaatschappij’, schrijft de biografe met gevoel voor understatement. Waarschijnlijk was de rijke Repelius verliefd op Du Saar, maar dat was niet wederzijds. Toch richtte Repelius in Amsterdam een woning in met een atelier voor zichzelf en een praktijkruimte voor haar geleerde vriendin.

Op 28 maart 1890 promoveerde Marie du Saar, als eerste vrouw op deze universiteit, cum laude op een fysiologisch proefschrift over de maaginhoud bij jonge zuigelingen. Daarna maakte ze een lange reis langs Europese universiteiten en oogklinieken om zich op de hoogte te stellen van de laatste ontwikkelingen in de oogheelkunde, het vak waarin ze zich gespecialiseerd had.

Op die studiereis, in Parijs, ontmoette Du Saar haar grote liefde en latere echtgenoot Heinrich Hammer. Deze violist en dirigent van Duitse afkomst met een Zweeds paspoort bleek net zo’n rampzalige egoïst als haar vader. Hammer was een romantische kunstenaar, vol van zijn eigen ambitieuze plannen voor een internationale muzikale carrière. Geld had hij niet. Na hun huwelijk, op 14 september 1892, trok Hammer in bij Du Saar in het huis van Betsy Repelius.

Marie du Saar (Public domain)

Oogarts

Marie du Saar had de beste papieren om kostwinner te zijn, maar ontdekte al snel dat ze in haar beroepsleven meer moeilijkheden en weerstand ondervond dan in haar studietijd. Het lukte de ‘doctores’ simpelweg niet om een particuliere oogheelkundepraktijk op te bouwen met voldoende betalende patiënten. Vrouwelijke artsen werden stelselmatig uitgesloten in gemeentelijke ziekenhuizen en men ging ervan vanuit dat een vrouwelijke dokter het zou moeten hebben van vrouwelijke patiënten. Dat ging niet op voor oogartsen. Du Saar moest allerlei (onderwijs)baantjes ernaast aannemen om rond te komen, want ook met haar werk als leidinggevende in een polikliniek oogheelkunde verdiende ze amper. Haar gezondheid was altijd al broos geweest en na de geboorte van een zoon en een dochter volgde een miskraam. Hammer kreeg niet de concertposities die hij wilde en reisde door heel Europa. Het huwelijk verslechterde snel, vooral toen het echtpaar naar het platteland verhuisde en een financieel avontuur van Hammer op een ontginning in Ugchelen op een catastrofe uitdraaide. De spoken uit Du Saars armoedige jeugd keerden terug en wanhopig schreef ze: “Ik ben een wrak, kan zelf niets meer verdienen.” Haar zwaarbevochten carrière als oogarts was na tien jaar al voorbij.

Buitenstaander

In de periode na 1900 is Marie du Saar volgens biografe Tineke van Loosbroek een ‘buitenstaander’ geworden. Ze hoorde niet meer bij de praktiserende medici en was als vrouw van een reizend musicus letterlijk nergens thuis. Het gezin woonde in Bochem, Lausanne en Leiden. Alleen bij de bevriende familie van dichter Albert Verwey in Noordwijk waren zij en haar kinderen graag. In april 1907 kreeg Marie du Saar ineens het bericht dat Hammer naar de Verenigde Staten was vertrokken. Hij zou nooit meer terugkomen. Het duurde tot 1924 voordat het daadwerkelijk tot een echtscheiding kwam en in al die jaren kwam er steeds minder geld. Gelukkig sprong Betsy Repelius bij, schrijft Van Loosbroek: “In haar latere leven was Marie er steeds op gericht om haar achtenswaardige en fatsoenlijke reputatie te behouden en daar had ze Betsy voor nodig. Betsy op haar beurt zou haar daarbij altijd terzijde staan omdat ze van Marie hield.” Zo kon zoon Ernst een opleiding tot arts volgen. Hij stond nog aan het begin van zijn carrière toen hij op 44-jarige leeftijd aan longtuberculose overleed. ‘Doctor du Saar’ leefde de rest van haar leven stilletjes met haar dochter in Amsterdam in bescheiden omstandigheden, dankzij een legaat van Betsy Repelius. Ondanks haar kwetsbare gezondheid werd ze 95 jaar.

Het kerende historische tij

Dankzij de uitvoerige correspondentie met Betsy Repelius en Du Saars persoonlijke archief, zoals haar patiëntenboek, kon Tineke van Loosbroek het leven van de ‘eerste vrouwelijke medische specialist’ goed reconstrueren. Dit rijke bronnenmateriaal leverde een compacte, prettig leesbare en mooi geïllustreerde biografie op. De titel van de biografie, Van pionier tot buitenstaander, is goed gekozen. Marie du Saar heeft, vooral tot haar eigen verdriet, haar ambities niet kunnen verwezenlijken. Tineke van Loosbroek gaat niet voorbij aan de persoonlijke omstandigheden en keuzes van Du Saar in dit drama, maar heeft ook veel aandacht voor de maatschappelijke ontwikkelingen. In de periode rond 1900 ontmoette Du Saar veel mensen die openstonden voor nieuwe mogelijkheden. Langzamerhand keerde het historische tij. Na de Eerste Wereldoorlog werden de beroepsperspectieven voor vrouwen een stuk slechter. Hoewel de studiemogelijkheden sinds de jaren zeventig wel verbeterd zijn, zijn rolmodellen als de jonge Marie du Saar nog steeds nodig. Want onlangs, 135 jaar na Du Saars promotie, stonden de kranten helaas vol van het nieuws dat meisjes nog steeds lagere schooladviezen krijgen dan jongens met dezelfde kwaliteiten.  

Van pionier tot buitenstaander. Marie du Saar, 1860-1955
Tineke van Loosbroek
Walburg Pers
ISBN Paperback 9789464566321
Verschenen oktober 2025

Bestelinformatie

Bestel als paperback bij bol.com (€ 24,99)

Petra Teunissen-Nijsse
Petra Teunissen-Nijsse
Petra Teunissen-Nijsse werkt als freelance redacteur, journalist en biografisch onderzoeker. Zij publiceerde over Louis Couperus, Carry van Bruggen en Clare Lennart. In juni 2017 promoveerde zij op het proefschrift Voor ’t gewone leven ongeschikt. Een biografie van Clare Lennart. Haar tekstbureau heet Leven in Woorden

Fijn als je dit artikel met anderen deelt:

Lees ook...

LAAT EEN REACTIE ACHTER

Vul alstublieft uw commentaar in!
Vul hier uw naam in