Leonard Cohen (Montreal, 1934) is naast zanger en dichter, zenboeddhist, Canadees, Jood en ladies’ man vooral een levende legende. Dat laatste rechtvaardigt deze biografie. Zo staat het ongeveer op de achterflap van I’m your man: het leven van Leonard Cohen. Uit de rest van het boek blijkt gelukkig dat de schrijver, Sylvie Simmons, er een interessant levensverhaal van weet te maken.
Hoewel de boektitel in het Engels (I’m your man: The Life of Leonard Cohen) een hagiografisch zweempje heeft, steekt Simmons daar zelf de draak mee en doet ze niet aan mythevorming. Zo wordt duidelijk dat Cohens carrière als singer/songwriter niet uit muzikale lotsbestemming voortkwam: hij streefde naar een bestaan als schrijver en kreeg goede kritieken, maar de rekeningen moesten betaald. Muziek maken was aanvankelijk vooral een manier om geld te verdienen naast het schrijven. Cohen was zodoende al bij aanvang van zijn muzikale carrière de ‘oudere man’, zeker voor de meeste aanstormende talenten met wie hij het podium deelde. Dylan was acht jaar jonger. Dat Cohen niet wordt geïdealiseerd, blijkt ook uit Simmons’ oog voor het lot van zijn ex-geliefdes. Het verhaal van Marianne, de Noorse met wie hij grote delen van de jaren zestig doorbracht op het Griekse eiland Hydra, is bij vlagen schrijnend.
Simmons gaat uitgebreid in op elk icoon van de tegencultuur die een link heeft met Cohen. Ze maakt duidelijk dat het wereldje van bekende sterren, kunstenaars en bohemiens in de jaren zestig klein was; iedereen kende elkaar. Het maakt de ontsnappingspogingen die Cohen met enige regelmaat ondernam begrijpelijk. Met tussenpozen zocht hij zijn heil in ascese, religie en spiritualiteit en werd uiteindelijk zelfs vijf jaar monnik in een klooster.
Scope
Cohen kan niet ontevreden zijn met zijn biograaf. De van origine Britse Sylvie Simmons kwam in de jaren zeventig als rockjournalist naar LA en kent het muzieklandschap waarin Cohen zich daar begaf uit de eerste hand. Ze werkte voor tijdschriften als Rolling Stone en Q en schreef goed ontvangen biografieën over Neil Young en Serge Gainsbourg.
Simmons begint met de achtergrond van Cohens familie in Montreal, het huwelijk van zijn ouders en zijn relatie tot zijn familie, en weet die grondigheid in de rest van het boek vol te houden. Het resultaat is 583 pagina’s schoon aan de haak, inclusief noten en index. Dat laatste is geen luxe, vanwege het enorme aantal familieleden, jeugdvrienden, muzikanten, platenbonzen en geliefdes dat de revue passeert. Bovendien: het verhaal wordt goeddeels chronologisch verteld, maar waar Simmons even een sprongetje vooruit of terug in de tijd maakt, raakt de lezer makkelijk de draad kwijt. I’m your man bevat verder een aantal bladzijden met zwartwitfoto’s uit familiealbums en privébezit, maar de drukkwaliteit is – zoals gebruikelijk bij dit soort uitgaven – niet om over naar huis te schrijven.
De hoofdstukken zijn gelardeerd met interviewfragmenten. Het lijkt erop dat Simmons iedereen gesproken heeft die iets over Cohen te melden heeft: Cohen zelf natuurlijk, voormalige geliefdes, jeugdvrienden, verre familie, vakbroeders. Het is daardoor des te interessanter om op te merken wie ze niet sprak: zijn oudere zus Esther, producer Phil Spector, vakzusters Joni Mitchell en Jennifer Warnes. Dat is soms te begrijpen: Esther Cohen was de tachtig al gepasseerd toen Simmons begon aan haar research; Spector, die met Cohen het album Death of a Ladies Man maakte, zit een negentienjarige celstraf uit wegens doodslag. Mitchell staat blijkens het boek nog steeds op goede voet met Cohen, maar heeft vermoedelijk haar eigen plaats in de popgeschiedenis te zwaar moeten bevechten om nu leuk te vertellen over haar bijrol als één van Cohens vriendinnen.
Jennifer Warnes lijkt vaak langdurig op de achtergrond aanwezig in Cohens carrière. Ze had al twee albums gemaakt toen ze solliciteerde als zijn achtergrondzangeres. Haar carrière als soloartiest kreeg daarna echter momentum, zodat zíj in de jaren tachtig groot commerciëel succes kreeg, terwijl Cohen in de VS veel minder naamsbekendheid genoot. Warnes’ artistieke doorbraak kwam met het album Famous Blue Raincoat (1987) met de nummers van Cohen: voor menig Amerikaan een eerste kennismaking met zijn werk. Warnes kan om vergelijkbare redenen als Mitchell geweigerd hebben; Simmons schildert in elk geval een lastig te duiden persoon.
Plot
Ook heeft Simmons niet gesproken met Kelley Lynch; zijn manager, steun en toeverlaat tot 2004. Lynch is inmiddels veroordeeld en heeft een contactverbod. Op een oktoberdag in dat jaar werd Cohen gebeld door zijn dochter, die meldde dat ze net een merkwaardig gesprek had gehad met iemand die haar op haar werk had opgezocht. Het was de vriend van een medewerkster van Lynch, die haar kwam vertellen dat ze haar vaders bankrekeningen moest checken, en dat er haast bij was. Lynch bleek miljoenen te hebben verduisterd.
I’m your man was een ander boek geworden, zo merkte recensent David M. Kinchen van het tijdschrift Huntington News terecht op, als Lynch er niet met Cohens pensioengeld vandoor was gegaan. Het is goed denkbaar dat Cohen in dat geval zijn dagen enigszins teruggetrokken had gesleten met meditatie en andere spirituele bezigheden.
De onverkwikkelijkheden rond het vermiste geld en de rechtszaak worden droog uiteengezet, maar zijn bizar genoeg. Cohen komt eruit naar voren als een man die zowel onthecht is als extreem bang om verantwoordelijkheid te nemen voor de zakelijke kant van zijn werk. Inmiddels – de lezer is dan ruimschoots voorbij de helft van het boek – zijn zoveel liefdespartners de revue gepasseerd dat het niet verbaast dat ook Lynch eerder nog het bed deelde met Cohen.
Het zou ook een ander boek zijn geworden als de comeback van Cohen na 2008, geïnspireerd door de geldnood, niet zo laaiend enthousiast was ontvangen. Inmiddels zit hij er na een uitstekend ontvangen monstertour weer redelijk warmpjes bij. Dat hij de laatste jaren muzikaal actief is gebleven, stelt Simmons, moet zijn omdat de comeback-excercitie hem meer voldoening heeft gegeven dan hij vooraf voor mogelijk had gehouden.
Taal en vertaling
De tekst op de achterflap doet het boek geen goed. Het begint met een vertaald citaat van Cohen (‘In alles zit wel een barst. Zo kan het licht erbij komen.’). In tegenstelling tot wat de achterflap doet vermoeden zijn de meeste citaten in het boek uit gedichten en songs in het Engels. Gelukkig maar. De vertaling lijkt verder adequaat, zij het niet altijd even bezonken. Dat is te begrijpen: veel Cohen-fans en poëzieliefhebbers zullen de Engelse versie lezen.
Simmons kiest bovendien zelf ook soms voor vreemde vergelijkingen: ‘De door Mort bestuurde Cadillac sneed als een zwarte streep door de diepe sneeuw als een Mozes die oefent voor het kunstje dat hij bij de Rode Zee moet uithalen.’ Of: ‘Ondanks de ernstige gezichtsuitdrukking, de stoppelbaard en de lijnen die als door een strijdwagen achtergelaten groeven van zijn neus naar zijn mondhoeken lopen, ziet hij er erg jong uit.’
Een enkele keer vergaloppeert Simmons zich echt: ‘De dichter Leonard transformeerde de persoon Suzanne tot een abstracte Suzanne en maakte een engel van haar. De illusionist Leonard zaagde haar doormidden, paste de twee delen – het vleselijke en het geestelijke – weer in elkaar waardoor ze volmaakter werd dan voorheen. De componist Leonard maakte een gewijde melodie van haar die zowel ongelooflijk intiem als onuitsprekelijk weids klinkt.’
Simmons is Cohen duidelijk sympathiek gezind, maar ze ontkracht of nuanceert de mythes en bijbehorende misverstanden en brengt hem zo terug tot menselijke proporties. Simmons is doorgaans juist bij het beschrijven van minder fraaie situaties goed in een beschouwende toon. Het resulteert in een boek dat interessant, afgewogen, diepgaand en compleet is, zij het met wat kleinere gebreken – kwaliteiten passend bij een levende legende.
I’m your man. Het leven van leonard Cohen
Sylvie Simmons
Uitgeverij Nijgh & Van Ditmar
ISBN 9789038896298
Verschenen oktober 2012