Er zijn weinig politici uit de jaren tachtig en negentig van de vorige eeuw die nog net zo tot de verbeelding spreken als Ien Dales. Haar uitspraak āeen beetje integer kan nietā wordt de laatste tijd weer veelvuldig aangehaald en niet ten onrechte. Een tweejaarlijkse prijs voor integriteitsbeleid, een leerstoel aan de Universiteit van Amsterdam en ook een lezing, die naar haar vernoemd zijn, helpen een handje om haar niet te vergeten.
Nu ligt er een kloeke biografie van de hand van Sylvester Hoogmoed, die eerder schreef over het āwonderlijke levenā van Ramses Shaffy. Ook Dales was in haar tijd heel populair, maar, anders dan bij Shaffy, kwam toen over haar persoonlijke leven weinig naar buiten. In deze biografie komen we nog steeds niet veel daarover te weten, los van anekdotes in de sfeer van haar liefde voor lekker koken en eten, voorkeur voor jenever en vakanties met vriendinnen in Zwitserland. Het boek van Hoogmoed is daardoor vooral een politieke biografie geworden.
Jeugd
Dales werd in 1931 geboren als oudste van een gezin met drie kinderen. Toen zij pas tien was, overleed haar vader die een groothandel dreef in bouwartikelen. Dat betekende een grote verandering in het gezin en zeker ook voor Ien (die toen nog Ineke heette). Ooit liet zij zich in een openhartige bui ontvallen, dat zij een āheel ander levenā zou hebben geleid mĆ©t een vader. Haar moeder, een sterk door het hervormde geloof geĆÆnspireerde vrouw, werd nu kostwinner. De christelijke opvoeding kreeg door haar een centrale plaats in het gezin en ook voor Ien werd en bleef het geloof een belangrijke inspiratiebron. In de oorlogsjaren hakte vooral de slag om Arnhem er, net als bij andere Arnhemmers, flink in. Het gezin moest op last van de Duitsers evacueren en vond bij terugkomst na de bevrijding de stad grotendeels in puin en de huizen geplunderd. Voor de kinderen was die naoorlogse periode, toen het leven weer op gang kwam, een spannende tijd. Zij schooierden niet zonder gevaar rond in de vele puinhopen. āDie van Dalesā onder aanvoering van Ien stonden al gauw bekend als de vandalen van de buurt.
Haar middelbareschooltijd rondde Dales in 1950 af met een diploma HBS-B. Haar plan om met dat diploma medicijnen te gaan studeren bleek echter niet mogelijk. Dat was te duur. Daarom accepteerde zij een beurs van de Nederlands Hervormde Kerk om een opleiding tot werker in kerkelijke arbeid (āwikaā) te volgen aan de Academie āKerk en Wereldā in Driebergen. Dat was het kaderopleidingsinstituut van de Nederlands Hervormde Kerk. Het was beslist geen negatieve keuze van Ien. Haar belangstelling voor vraagstukken op het vlak van religie en maatschappij was al op jonge leeftijd groot.
Kerk en Wereld
Op de opleiding was de socialist Willem Banning haar belangrijkste leermeester. Banning, van oorsprong onderwijzer, was op latere leeftijd predikant geworden en werd in de jaren twintig voorman van de religieus-socialistische beweging die streefde naar de vernieuwing van het (marxistisch) socialisme. Na de oorlog behoorde hij tot de oprichters van de Partij van de Arbeid (PvdA) en werd hij directeur van Kerk en Wereld. Dales en Banning werden zielsverwanten van elkaar en Banning sterkte Dales in de overtuiging dat het geloof er niet alleen was voor persoonlijke ascese, maar dat het omgezet moest worden in daden. Daar bedoelde hij vooral mee dat men moest opkomen voor de zwakkeren in de samenleving. Onder invloed van hem kwam Dales langzaam tot de sociaaldemocratie, tot zij uiteindelijk in 1968 ook daadwerkelijk lid werd van de PvdA.
Kerk en Wereld was het vormingscentrum van de Nederlands Hervormde Kerk (later zou het overgaan in de Hogeschool De Horst). Dales klom langs verschillende trappen binnen die organisatie langzaam omhoog, soms tijdelijk onderbroken door studies Geneeskunde (toch nog een poging) en Andragogie (alleen deze studie maakte zij af). Uiteindelijk werd zij zelf in 1969 directeur. Dat bleek niet altijd een onverdeeld succes. Eerst was zij vooral cursus- en conferentieleider geweest en in dat werk kwam zij goed uit de verf. Met haar nuchtere, pragmatische instelling was zij geknipt voor het praktische vormingswerk. Zij was scherp en serieus, en kon met haar kenmerkende, bulderende lach sfeer maken. Maar eenmaal aan de top werd haar menigmaal eigenzinnig gedrag, tot aan het autoritaire toe, verweten. Het kwam tot een uitbarsting, toen zij in 1971 naar aanleiding van negatieve publicaties in De Telegraaf en onder druk van de Nederland Hervormde Synode vrijwel eigenhandig een bezinningsweekeinde voor vredesactivisten annuleerde.
Na deze affaire (die nogal breed uitgesponnen wordt in de biografie) brokkelde haar gezag steeds verder af. In 1974 nam zij het besluit om te vertrekken. Zij vestigde zich na de voltooiing van de studie andragogie (met een afstudeerscriptie over de vergaderwijze van de Nederlandse Hervormde Synode!) als zelfstandig organisatieadviseur. Dat werk beviel haar matig. Zij was dan ook maar wat blij met het aanbod in 1977 om de door schandalen geplaagde Sociale Dienst in Rotterdam te reorganiseren.
Sociale Dienst en haar eerste stappen in de politiek
Zij snoeide vooral in de hogere lagen van de dienst en bevorderde de klantvriendelijkheid. De fraude van de uitkeringsgerechtigden werd niet direct meer bestraft; de dienst probeerde eerst tot een schikking te komen. Bovendien relativeerde zij de omvang van de fraude om verdere hetze tegen uitkeringsgerechtigden te voorkomen. In plaats daarvan sloeg zij alarm over de toenemende armoede en de noden van de werklozen. Met deze aanpak maakte zij niet alleen naam in Rotterdam, maar ook in de rest van het land.
In de nazomer van 1981 werd zij daarom ook gevraagd als staatssecretaris van Sociale Zaken in het kabinet Van Agt-Den Uyl. Dat werd een korte, maar ook heftige periode. Na een jaar viel het kabinet als gevolg van grote verschillen tussen PvdA en CDA. Het kabinet was al wel begonnen met flinke bezuinigingen. Loyaal aan de afspraken daarover diende Dales voorstellen in om de Ziektewetuitkeringen te beperken. Dat bracht haar in een groot conflict met de vakbonden. Volgens de toenmalige FNV-leider Wim Kok zou het āoorlogā worden.
De plannen gingen door de val het kabinet uiteindelijk niet door, maar Dales had haar naam gevestigd als een onverzettelijke figuur die niet bang was om harde en in haar ogen noodzakelijke maatregelen te treffen. Het maakte haar zelfs bij haar achterban populair. Bij de verkiezingen werd zij met voorkeursstemmen Kamerlid. Dat bleef zij vijf jaar met een zekere tegenzin. Zij wilde liever daadkrachtig besturen.
Burgemeester en minister
Zij deed in 1983 een gooi naar het burgemeesterschap van Amsterdam. Hoewel tienduizend inwoners een pleidooi voor haar ondertekenden, ging de functie toch naar Ed Van Tijn. Vier jaar werd zij gevraagd voor Nijmegen. In het eens zo machtige katholieke bolwerk Nijmegen was de PvdA bij de verkiezingen in 1986 de grootste geworden. Het was een opvallende benoeming voor een protestant en een vrouw. Dat laatste wilde zij beslist niet uitventen, want zij voelde zich allesbehalve een feministe. Bij het blad Opzij had zij bij de feministische meetlat een heel lage score gehaald en daar was zij zeker niet rouwig om.
Ook de functie van burgemeester oefende zij slechts kort uit. Al na negenhonderd dagen trok de landelijke politiek weer aan haar en werd zij minister van Binnenlandse Zaken tot aan haar dood in 1994. Haar eerste beleidsvoornemen, de zogenoemde sociale vernieuwing, ging als een ānachtkaarsā uit, zoals Hoogmoed het typeert. Dat kwam vooral omdat het kabinet te weinig geld ter beschikking stelde aan de gemeenten. Even leek het erop dat haar positie ter discussie kwam te staan, maar premier Kok, met wie zij eerder in zijn rol als vakbondsleider gebotst had, bleef haar steunen.
Haar grootste wapenfeit kwam in 1993 met de Wet Gelijke Behandeling. Deze wet beoogde een nadere uitwerking van artikel 1 van de Grondwet over het verbod op discriminatie. Zij beleefde haar āfinest hourā met het voorbeeld van de homoseksuele leraar. Zij maakte duidelijk dat deze leraar bij het bijzonder onderwijs niet afgewezen mocht worden ālouter vanwege zijn homoseksualiteitā. Met een dreigende blik naar de Kamer zei zij: āIk wil hier geen misverstand over laten bestaan, dat mag dus niet.ā Met die uitspraak oogstte zij veel lof, vooral in homoseksuele kringen.
Zij kreeg ook, vlak voor haar voortijdig overlijden, veel waardering voor haar standpunt over de integriteit van de overheid en het volgens haar dreigend machtsbederf. Het bleef bij een aanzet, maar haar woorden daarover resoneren nog steeds. In een lezing voor het jaarcongres van de Vereniging Nederlandse Gemeenten in 1992 agendeerde zij de integriteit van het bestuur. Zij benadrukte daarin dat van politici, bestuurders en ambtenaren een hoge moraal gevraagd werd. De top moest gekenmerkt worden door āmoed, karakter en zichtbare onkreukbaarheidā. De lezing maakte grote indruk en behoort volgens Hoogmoed tot haar belangrijkste erfgoed.
Pontificaal sociaal. Ien Dales 1931-1994 is een omvattend en goed leesbaar verhaal geworden van het bestuurlijk en politiek leven van een interessante politica die met haar stevig optreden, duidelijke taal en grote sociale betrokkenheid veel ontzag inboezemde. Het boek staat vol met anekdotes van mensen die Dales van dichtbij hebben meegemaakt, gaat uitvoerig in op de reacties in de media en de herinneringen van ambtenaren en politici. Dat had voor mij iets minder gemogen. Dat geldt zeker voor het slothoofdstuk, dat sterk neigt naar een lofzang op de hoofdpersoon. Zo staat er: āIen Dales was een van de beste populisten die we nooit hebben gehadā. Los van het feit dat zij moeilijk als een populist betiteld kan worden, moet haar populariteit (ja, populair was ze) ook niet overdreven worden. In het boek staan genoeg voorbeelden van weerstanden die zij bij tijd en wijle opriep met haar beleid en optreden. Soms grensde haar beslistheid aan ongevoeligheid, zoals bij de Bijlmerramp. Feit blijft dat zij met haar gedrevenheid heel belangrijke maatschappelijke themaās agendeerde die nog steeds actueel zijn, zoals armoede, sociale zekerheid, discriminatie en integriteit van de overheid. Hoewel zij zelf niet van oneliners hield, wordt zij juist herinnerd vanwege haar klare taal en ferme uitspraken.
Pontificaal sociaal. Ien Dales 1931-1994
Sylvester Hoogmoed
Prometheus
ISBN hardcover 9789044644791
ISBN e-boek 9789044651942
Verschenen in september 2024
Bestelinformatie
Bestel als hardcover bij bol.com (ā¬ 32,50)Bestel als e-book bij bol.com (ā¬ 19,99)