In zekere zin was Han Hollander een zondagskind. Als zoon van een Joodse voddenboer had hij nauwelijks kansen in het leven. Een nieuw spelletje, overgewaaid uit Engeland, opende de deuren naar een toekomst waarvan hij als kind in Deventer alleen maar durfde te dromen. Hij werd de eerste voetbalverslaggever van de radio, de aartsvader van Dick van Rijn, Theo Koomen en Govert van Brakel (Langs de lijn). Die laatste schreef een aangrijpende biografie van de man die in Nederland de sportjournalistiek in de ether heeft gebracht.
Hollander richtte in zijn geboorteplaats Deventer met zijn broer een voetbalclub op, Be Quick, later omgedoopt tot Go Ahead. Het was de club voor de arme sloebers van de stad, die de contributie van Utile Dulci, het clubje van de rijkeluiszoontjes, niet konden betalen. Hollander zat al lang en breed in Amsterdam toen Go Ahead in 1917 landskampioen werd. Een baan bij de spoorwegen had hem naar de hoofdstad gebracht. Hij trouwde er het nichtje van zijn hospita, Leentje Smeer. Dochter Froukje werd op 25 oktober 1915 geboren.
De kunst van het vertellen
In 1921 ging Hollander als sportverslaggever bij de Telegraaf werken. Hollander begon met zijn ontvangsttoestel de verslagen op de BBC van zijn favoriete spelletje te volgen. Zo doe je dat dus, van sport radio maken. Willem Vogt, omroeppionier bij de Nederlandsche Seintoestellen Fabriek in Hilversum, durfde het aan om Hollander als verslaggever aan te stellen. Hij debuteerde op 11 maart 1928 bij de derby der lage landen Nederland-Belgiƫ. Die vond plaats in het Amsterdamse Stadion. Zijn dochter had Hollander haar poppetje meegegeven, dan had hij iemand om tegen te praten tijdens zijn liveverslag van de wedstrijd. Het vroor dat het kraakte die zondag in maart.
Hollander deed het zo goed dat zelfs de kranten de loftrompet staken, en die waren zeker niet de grootste vriend van het nieuwe medium. Hij kreeg 25 gulden voor de uitzending, het weekloon van een gecertifieerde timmerman. Hollander had āde kunst van het vertellenā van zijn familie van marktkooplieden geleerd. Oom Jakob stond als ākoninklijk gebrevetteerd medicusā op het Waterloopplein zijn middeltjes tegen likdoorns te verkopen. De werkelijkheid kon enige opsmuk wel gebruiken. āWaar is de bal? DƔƔr, Tap, vĆ³Ć³r je voeten! Een boogschot, een boogschot en daar wipt hij de bal buiten bereik van doelman Caudron in het net. GoƔƔl! 1-0 voor ons.ā
Sport en politiek
Willem Vogt, inmiddels de grote man van de AVRO, had met Hollander goud in handen. De aanwas van de jeugdafdelingen van de amateurclubs groeiden gestaag, Hollander had het voetbal gepopulariseerd. Een paar maanden na de interland kreeg Hollander zijn eigen sportprogramma bij de AVRO en verdiende hij genoeg om op stand te gaan wonen. Behalve voetbal, begon hij ook andere sporten te verslaan, waaronder atletiek.
In die hoedanigheid was hij ook bij de Olympische Spelen van 1936 aanwezig, die van Berlijn. Hollander vond dat sport en politiek uit elkaar gehouden moesten worden ā in 1928 deed hij voor de Telegraaf uitgebreid verslag van de vriendschappelijke interland tussen Nederland en ItaliĆ« in Milaan. De Nederlandse voetballers brachten voor aftrap de fascistengroet, āuit beleefdheidā. Als dank kreeg de Nederlandsche Voetbalbond een bronzen beeldje van de Duce als aandenken mee. Hollander werd voor zijn verdiensten in Berlijn gelauwerd. Hij ontving een certificaat, met de handtekening van Joseph Goebbels hoogstpersoonlijk. Hollander koesterde het document als een kleinood.Ā Ā
Amstelkade 118
Ja, Hollander was een zondagskind. Totdat die verdomde oorlog uitbrak. Volgens Loe de Jong ontsloeg Willem Vogt zijn Joodse medewerkers vĆ³Ć³rdat de Duitse bezetter daarom vroeg, maar die bewering heeft hij later moeten rectificeren. Han Hollander, Jetty Cantor en Jacob Hamel waren formeel immers niet in dienst van de AVRO, maar als āfree lancersā werkzaam. Er was tijdens de Bezetting eenvoudigweg geen werk meer voor ze, beweerde Vogt na de oorlog. Van Brakel houdt het erop dat Vogt Hollander gemaakt heeft, maar ook gebroken.
Hollander dacht oprecht dat zijn handtekening van Goebbels hem zou vrijwaren voor het lot dat zijn buren wel overkwam, hij weigerde het onderduikadres dat hij en Leentje kregen aangeboden. In juli 1943 werden zij via kamp-Westerbork naar Sobibor gedeporteerd en na aankomst vergast. Hun stolpersteentjes liggen voor het laatste huis van de Hollanders, de riante woning aan de Amstelkade 118. Froukje was enkele maanden eerder in Auschwitz om het leven gebracht. Er kwamen zoān 150 leden van Hollanders familiekring in de oorlog om.
Govert van Brakel is erin geslaagd hun lot invoelend te beschrijven, Han Hollander. De eerste radiostem van het Nederlandse voetbal is een heel overtuigend debuut als biograaf. Van Brakel heeft een mooie pen. Ook de historische context komt voldoende aan bod, waaronder die van de opkomst van de radio in Nederland. Daarin had de AVRO een leidende rol, die pas later de concurrentie van de verzuilde omroepen te duchten had. Radio was de vreemde eend in de bijt, een medium dat door de geschreven pers te vuur en te zwaard bestreden werd. Waarom zou je op maandagochtend nog een krant openslaan, als je op zondagmiddag al de uitslag van je favoriete club hebt vernomen? Ook die geschiedenis weet Van Brakel meespelend te vertellen. De liefde voor het medium ā en voor zijn protagonist – zit er bij hem ingebakken, en die proef je, tussen alle regels door.
Lees ook het interview van Marita de Jong met Govert van Brakel op Biografieportaal.
Han Hollander. De eerste radiostem van het Nederlandse voetbal
Govert van Brakel
Uitgeverij Balans
ISBN paperback 9789463823845
ISBN e-book 9789463823968
Verschenen in oktober 2024
Bestelinformatie
Bestel als paperback bij bol.com (ā¬ 25,00)Bestel als e-book bij bol.com (ā¬ 12,50)