Gerrit Kouwenaar: de dichter die nog dichter moest worden

In het jaar dat hij honderd zou zijn geworden, wordt Gerrit Kouwenaar geëerd met twee boeken. Arjen Fortuin schreef men moet: biografie van gerrit kouwenaar en Wiel Kusters kwam met Morgen wordt het voor iedereen maandag: de oorlog van Gerrit Kouwenaar, het eerste deel van een tweeluik over de wordingsgeschiedenis van de dichter Kouwenaar. Dat Kouwenaar zijn toon en taal niet onmiddellijk vond, blijkt uit het veelal niet eerder gepubliceerde materiaal dat Wiel Kusters verzamelde.
‘Ooit hoop ik van mijzelf of iemand anders een studie te lezen die volledig recht doet aan het ondanks een noodzakelijke monomanie zo veelzijdige werk van de dichter. Voorlopig nog blijft zijn poëzie onder mijn ogen in beweging: wat onontraadselbaar en gesloten leek, blijkt plotseling de helderheid zelf, terwijl elders een gewonnen inzicht of duidelijke conclusie ongrijpbaar wordt, doordat er plotseling zoveel méér in het gedicht blijkt te spelen’, schreef Wiel Kusters in 1983 in de inleiding op zijn Een tuin in het niks: vijf opstellen over Gerrit Kouwenaar.

Dat boek verscheen veertig jaar later, in het jaar dat Gerrit Kouwenaar (1923-2014) honderd zou zijn geworden, en het is geschreven door Arjen Fortuin. men moet: biografie van gerrit kouwenaar heet het. En dat terwijl er eerder dit jaar van Wiel Kusters ook een boek over Gerrit Kouwenaar verscheen: Morgen wordt het voor iedereen maandag: de oorlog van Gerrit Kouwenaar. Aangekondigd als het eerste deel van een tweeluik over de dichter op wie Wiel Kusters in 1986 promoveerde. Waarover dat tweede deel precies zal gaan, wist Wiel Kusters nog niet toen Morgen wordt het voor iedereen maandag verscheen.

Wat Arjen Fortuin doet

Arjen Fortuin kweet zich voortreffelijk van zijn taak als biograaf. In men moet laat hij zien hoe Gerrit Kouwenaar dichter werd – een zoeker vol hoge verwachtingen in zijn jonge jaren, de realistische theoreticus van de Vijftigers (maar geen Vijftiger pur sang), de onvermoeibare peuteraar in de tijd dat hij zijn ware zelf als dichter vond. Van een dichter die veel schreef en weggooide wat hij niet goed genoeg vond, werd Kouwenaar een dichter die eindeloos schaafde tot hij de weinige gedichten waar hij aan werkte goed genoeg vond.
Fortuin is er daarbij veel aan gelegen om te weerspreken dat Kouwenaar een afstandelijke dichter was en zijn werk ontoegankelijk en hermetisch.

Dat doet hij door te laten zien hoe Kouwenaar zich bewoog te midden van anderen: naasten, en collega’s, maar ook de onvermijdelijke ander: elk hoofdstuk van men moet opent met een introductie van iemand die of iets dat in de betreffende periode een rol van betekenis zal spelen. En hoe dat – zijn leven – veel vaker dan de meeste mensen aannemen in zijn poëzie belandde. Fortuin ontmythologiseert Kouwenaar, in de hoop zo zijn werk onder de aandacht van (nieuwe) lezers te brengen.

In men moet vertelt Fortuin een afgerond verhaal, waarin een jongen zich dichter voelt, maar niet weet hoe hij dat moet zijn, met vallen en opstaan – dat vallen en opstaan geldt zowel zijn carrière (Kouwenaar was niet alleen dichter en prozaïst, hij betrad ook het journalistieke pad en was een gerespecteerd en bekroond vertaler) als zijn privéleven – uitgroeit tot de man (echtgenoot, vader en vriend) die zich een gerespecteerd dichter weet. Een verhaal waarin Fortuin Kouwenaar niet aimabeler maakt dan hij was, maar hem wel ontdoet van het wereldvreemde, geslotene dat hem aankleefde.
men moet doet ‘volledig recht […] aan het ondanks een noodzakelijke monomanie zo veelzijdige werk van de dichter’ en effent het pad naar Kouwenaars verzamelde gedichten, door Mirjam van Hengel verzameld en van een nawoord voorzien.

© Jac. de Nijs /Anefo (cc0)

Die vermaledijde oorlog

Hoe anders is de insteek van Wiel Kusters. In het eerste deel van zijn tweeluik beperkt kenner en propagandist van de dichter en vriend van de mens Kouwenaar zich tot diens vormende jaren. De jaren waarin Gerrit zich als zoon gesteund en aangemoedigd weet (zijn ouders staan toe dat hij voor het kunstenaarschap kiest en vinden het goed dat hij voortijdig de middelbare school verlaat); zich lezend (via aangezochte docenten, waaronder de omstreden Stefan George en Wolfgang Frommel, en via zelfstudie) en schrijvend (poëzie, maar vooral het formuleren van een theoretische onderbouwing van waar hij voor wilde staan, het ontwikkelen van een poëtica dus) een weg probeert te banen richting dichterschap. Aan het einde van Morgen wordt het voor iedereen maandag heeft Kouwenaar veel geschreven (veel gedichten die nog in niets lijken op de poëzie waarmee hij zich later een plaats in de literatuur verwierf), maar is hij nog maar net een debutant.

Een debutant die al behoorlijk getekend is door het leven, want een deel van zijn vormende jaren vallen samen met de Tweede Wereldoorlog, en die oorlog fungeert in menig leven als een scheidslijn. Zo ook in dat van Gerrit Kouwenaar die tijdens de oorlog opgepakt werd en gevangengezet, omdat hij literaire bijdragen leverde aan een illegaal, maar niet-politiek, tijdschrift. Een ervaring die van de oorlog een nog grotere leerschool maakte dan die toch al geweest zou zijn.
Ook het naoorlogse anti-communistische sentiment heeft aanvankelijk zijn weerslag op (de waardering van) de dichter en de mens Kouwenaar. Zijn dienstverband met de communistische krant De waarheid werd hem – Kouwenaar was zeker geen hardcore communist – kwalijk genomen en schaadde zijn maatschappelijke mogelijkheden.

Een bronnenboek, een bloemlezing

Een biografie is Morgen wordt het voor iedereen maandag niet. Terwijl Kusters zich toch moeite getroost om het leven van de jonge Kouwenaar gedetailleerd in kaart te brengen. Maar een inhoudelijke studie van werk in de afgepaalde periode is het ook niet. Terwijl de lezer een overdadig overzicht krijgt van wat Kouwenaar toen vond, poogde en schreef.
Het lijkt wel of Kusters niet durft te kiezen, te duiden en te oordelen. Of wellicht: daartoe nog niet in staat was, omdat hij nog niet in dat stadium van zijn studie aanbeland was. Alsof hij de hete adem van Arjen Fortuin in zijn nek voelde, en iets voor publicatie uit handen gaf dat nog niet helemaal af was (nog even los van het feit dat hij het zichzelf niet makkelijk maakte door de vormende jaren van de dichter Kouwenaar uit te smeren over twee boeken).

Wat Morgen wordt het voor iedereen maandag wel is, is een heel rijk bronnenboek. Een bloemlezing waarin ook veel niet eerder gepubliceerd materiaal is opgenomen. Kusters neemt veel vroege poëzie op, waardoor duidelijk wordt dat Kouwenaar er anders dan Lucebert niet meteen stond, en vestigt terecht de aandacht op de pogingen van Kouwenaar om – bij het nog ontbreken van een eigen dichterlijke toon en taal – zich in proza uit te drukken.
Naast (fragmenten uit) poëzie en proza illustreert Kusters zijn analyse van een beginnend schrijverschap ook met (citaten uit) brieven. Brieven waaruit een veel stelliger en zelfverzekerder Kouwenaar naar voren komt dan uit zijn vroege poëzie en proza. Kouwenaar weet wel degelijk wat hij wil en heeft een duidelijke kijk op de kunstenaar die hij wil zijn, en toont zich bewust van de stappen die hij nog moet zetten.

Wordt vervolgd?

Het is te eenvoudig om Morgen wordt het voor iedereen maandag van Wiel Kusters af te zetten tegen men moet: biografie van gerrit kouwenaar van Arjen Fortuin en de weegschaal dan in het voordeel van Fortuin te laten doorslaan. Daarvoor was de opdracht waarvoor beide auteurs zich gesteld zagen te verschillend. Maar constateren dat men moet een voldragen en voorbeeldige biografie is, en wat Kusters beoogt in Morgen wordt het voor iedereen maandag niet volledig uit de verf komt, moet toch gezegd kunnen worden.

Eigenlijk is een definitief oordeel over Morgen wordt het voor iedereen maandag pas mogelijk als ook het boek dat nog geschreven moet worden er is. Dan wordt pas duidelijk wat Kusters precies voor ogen stond en of hij geslaagd is in zijn opzet. Waar hij de grens trekt tussen de omtrekkende bewegingen en het definitieve dichterschap van Gerrit Kouwenaar. Dat is het moment om te oordelen of de visie van Kusters hout snijdt en of hij die op overtuigende wijze kan onderbouwen.
De vraag is alleen of dat boek er nog komt. En als het komt, of het dan het boek wordt dat Wiel Kusters voor ogen stond toen hij aan zijn tweeluik begon. Tijdens De vormende jaren van Gerrit Kouwenaar, een SPUI25-programma naar aanleiding van het verschijnen van het Morgen wordt het voor iedereen maandag, waaraan behalve Wiel Kusters ook Marjoleine de Vos, Graa Boomsma en Lodewijk Verduin meewerkten, wekte Kusters te indruk niet meer precies te weten waar dat tweede boek precies over zou moeten gaan. ‘Als het maar niet weer over de Vijftigers gaat’, verzuchtte Marjoleine de Vos vervolgens.
En dat terwijl Kusters in een interview voor de Volkskrant op 27 april duidelijk verwoordde wat hem voor ogen stond: ‘In het tweede deel ben ik van plan terug te blikken op zijn kinderjaren en wil ik de jaren zestig, zijn scheiding, zijn tweede huwelijk met Paula en de geboorte van zijn zoon Marnix nog behandelen. Daarna stop ik, want dan heeft hij zijn stem gevonden. Hij zou nog heel mooie dichtbundels uitbrengen, maar in mijn ogen is zijn ontwikkeling als dichter dan rond en heeft hij de taalopvatting gevonden die de zijne moest worden.’

Morgen wordt het voor iedereen maandag: de oorlog van Gerrit Kouwenaar
Wiel Kusters
Cossee
ISBN 978-94-6452-976-7
Verschenen in mei 2023

Bestel als hardcover bij bol.com (€ 39,99)
Bestel als e-book bij bol.com (€ 19,99)

men moet: biografie van gerrit kouwenaar
Arjen Fortuin
Querido
ISBN 9789021482767
Verschenen in augustus 2023


Bestel als hardcover bij bol.com (€ 39,99)
Bestel als e-book bij bol.com (€ 19,99)

Liliane Waanders
Liliane Waandershttps://www.hanta.nl/hanta/
Liliane Waanders is (literair) journalist en programmamaker. Ook schreef zij over kunst, cultuur en politiek en was hoofdredacteur van het Adoptietijdschrift. Ze maakte programma’s voor onder andere Stichting Literaire Activiteiten Zwolle, Writers Unlimited/B-Unlimited en Woordnacht. Nu bestiert ze een poëziepodium en is zij een van de bedenkers/moderatoren van het boekenprogramma Bazarow.LIVE Op haar website Hanta schrijft ze over literatuur.

Fijn als je dit artikel met anderen deelt:

Lees ook...

LAAT EEN REACTIE ACHTER

Vul alstublieft uw commentaar in!
Vul hier uw naam in