De Joodse dagboekschrijfster Etty Hillesum (1914-1943) werd bewonderd Ć©n verguisd om haar keuze het lot van haar volk te delen ā een keuze die ze met de dood bekocht. Wrang genoeg vond ze uitgerekend in Westerbork haar bestemming als mens Ć©n als schrijfster. In een ingenieus gecomponeerde biografie laat Judith Koelemeijer zien wie de auteur van Het verstoorde leven werkelijk was.
22 februari 1941. Tijdens de eerste grote razzia worden in de Amsterdam Joodse buurt 427 mannen opgepakt. Wie dacht dat het mee zou vallen met de anti-Joodse maatregelen, weet nu beter. Nog geen twee weken later begint de 27-jarige Etty Hillesum even verderop in de hoofdstad met het bijhouden van het dagboek dat haar wereldberoemd zal maken.
Wedergeboorte
Terwijl de vrijheden van de Joden steeds verder worden beknot, voelt Etty zich op dat moment paradoxaal genoeg vrijer dan ooit. Die āwedergeboorteā dankt ze aan Julius Spier. Bij deze handlezer is ze enkele weken eerder voor het eerst op consult geweest. Hij raadde haar aan een dagboek te beginnen. Niet zozeer om grip te krijgen op de wereld om haar heen, maar vooral op haar eigen binnenwereld.
Judith Koelemeijer koos de ontmoeting met Spier als startpunt van de biografie. Dit is om meerdere redenen een goede keuze: door de analyses van Spier ā en Ettyās reactie daarop ā krijg je als lezer meteen een beeld van de hoofdpersoon. Bijkomend voordeel: Ettyās dagboek kan vanaf dit moment als bron dienen, terwijl uit de periode daarvoor nauwelijks schrijfsels van haar bewaard zijn gebleven. Bovendien zullen de sessies met Spier ā met wie ze ook een liefdesrelatie krijgt ā bepalend blijken voor keuzes die ze later in de oorlog maakt.
Vanuit dit verhaalheden maakt de auteur met een bewonderenswaardige souplesse uitstapjes naar eerdere periodes in Ettyās leven en dat van haar (voor)ouders. Hierbij hink-stap-springt ze door de tijd zonder dat dit de lezer in verwarring brengt. Sterker: het zorgt voor een prettige afwisseling. Ook weet ze de spanning er goed in te houden. Zo valt ze met de deur in huis over een abortus, maar onthult pas paginaās later van wie Etty zwanger was. De vertelwijze wordt nooit een maniertje, de keuzes staan steeds in dienst van het doel: Etty leren kennen en begrijpen.
Erfelijk belast
Hierbij besteedt Koelemeijer veel aandacht aan Ettyās familierelaties. Etty bewondert haar beschouwende, schijnbaar rationele vader, die is opgeklommen tot rector van het Deventer gymnasium. Bij haar emotionele, opvliegende, van oorsprong Russische moeder voelt ze een mengeling van compassie, weerzin en angst om op haar te lijken. Ettyās beide broers hebben de nodige psychische problemen. De familie is duidelijk erfelijk belast, maar Koelemeijer rekent af met het beeld dat de āgekteā van moeders kant kwam. Als het erop aan komt, houdt die het hoofd koel, terwijl uitgerekend haar vader in een kliniek belandt na ā zoals we dat nu noemen ā een burn-out.
Vanwege haar vaders werk is het gezin vaak verhuisd. Toch is dat niet de enige reden voor Ettyās innerlijke onrust, analyseert haar biograaf. āDeze was ook het gevolg van de enorme intensiteit waarmee zij leefde, haar gretigheid en gulzigheid, op het mateloze af.ā In het gezin heerst spanning en chaos en is het steeds opnieuw zoeken naar een kwetsbaar evenwicht. In Ettyās woorden: āStuk voor stuk beste mensen, maar samen je reinste vuurwerk.ā Als het erop aankwam, was Etty nergens thuis ā ook niet bij zichzelf, concludeert de auteur. Het is dan ook niet zo vreemd dat Etty een baken en schuilplaats zoekt bij oudere mannen als Julius Spier en Han Wegerif. Bij deze āpa Hanā woont ze in, waarna zich een liefdesrelatie ontwikkelt.
Bij Etty wisselen extase en somberte elkaar af. Ze leeft in haar gedachten die haar reĆ«ler voorkomen dan de wereld om haar heen. Door al dat fantaseren komt ze aan (be)leven vaak niet toe. Zo droomde ze er al langer van om schrijver te worden, zonder dat er een letter op papier kwam. Dit verandert dankzij haar dagboek. Spier leert haar meer in het hier en nu te leven, maar hij maakt haar leven er niet alleen maar gemakkelijker op. Hij houdt er nog een verloofde op na die in Engeland op hem wacht en wil ook haar trouw zijn. Dat maakt voor Etty het verlangen alleen maar groter. Koelemeijer formuleert de oplossing treffend: āIn een halfslachtige poging tot trouw, vreeĆ«n Etty en Spier zoān beetje om de daad heen.ā
Niet bang
Naarmate de bezetting voortduurt en de Jodenvervolging zichtbaarder wordt, dringt deze ook in Ettyās dagboek door. Dan komt (opnieuw) een opmerkelijke paradox aan het licht: de vrouw die zoveel angsten kent (om een geliefde te moeten loslaten, om door te draaien zoals haar broers, om niets van betekenis te kunnen schrijven) is niet bang op het moment dat er Ć©cht onheil dreigt: deportatie.
Met naĆÆviteit heeft dit weinig te maken. Etty beseft wel degelijk wat de naziās met haar volk voor hebben. Ze ziet de misdadigheid van het systeem, maar voelt geen haat tegen de Duitsers, eerder medelijden. Etty zoekt de oplossing niet in de buitenwereld (in verzet gaan) maar in de binnenwereld: ādoor de rottigheid in onszelf uit te roeienā. Intussen blijft ze positief.
Als er iets was wat Spier haar had geleerd in de voorgaande jaren, dan was het dat zij van het leven hield en er niet meer bang voor was. Ze had door hem de weg naar zichzelf gevonden, in een gruwelijk ontspoorde tijd. Er was geloof en liefde in haar. Een groter cadeau had hij haar niet kunnen geven, en ze was niet van plan dat ooit nog van zich af te laten pakken.
Berusting
Spier heeft haar geleerd zich niet te verzetten tegen het leven, tegen haar familie, maar alles te aanvaarden zoals het is. Die aanvaarding en berusting voelt ze nu ook bij haar eigen, Joodse lot, daarin gesterkt door haar groeiende geloof. Zo komt ze tot het besluit om niet onder te duiken, maar het lot van haar volk te delen. Als zij niet gaat, zullen de naziās immers een ander in haar plaats kiezen, redeneert ze. Ze voelt zich in haar keuze bevestigd door Spier en door haar berustende vader. Haar vastbeslotenheid maakt indruk op haar omgeving, onder wie haar vriendin Leonie. āEtty was achteraf heel gevaarlijk,ā verklaart die na de oorlog. āIk zou hier niet zitten als ik me niet van haar had losgemaakt.ā Ook andere vrienden zijn kritisch: zij menen dat Ettyās toegenomen religiositeit haar zicht vertroebelt en ze doen zelfs een halfslachtige poging om haar te āontvoerenā en onder te laten duiken. Maar Etty laat zich niet op andere gedachten brengen.
Dat wil niet zeggen dat ze haast heeft om afgevoerd te worden naar de slachtbank. Ze weet dat ze het met haar matige conditie in een Pools kamp niet lang zal volhouden. Onder druk van haar vrienden en familie solliciteert ze bij de Joodse Raad, wat haar een Sperre oplevert. Zolang ze uitstel van deportatie heeft, kan ze nog iets betekenen voor haar medemens. Ze reist tijdelijk af naar Westerbork om kampbewoners te ondersteunen. Dat komt haar ook op kritiek te staan. Mensen sluiten zich er emotioneel af om met de situatie te kunnen omgaan. Door haar getroost gaan sommigen alsnog huilend op transport.
In Westerbork ontdekt ze zichzelf als kroniekschrijver. In lange brieven legt ze het dagelijks leven in het kamp vast. Dankzij haar inlevingsvermogen, oog voor detail en haar luchtige, licht ironische toon weet ze de tragiek in het kamp goed weer te geven. Volgens haar biograaf schrijft ze er het beste proza van haar leven. Wrang genoeg lijkt Etty in Westerbork haar bestemming als mens en als schrijfster eindelijk gevonden te hebben.
Dood spoor
Op 7 september 1943 wordt ze met haar ouders en broer Mischa gedeporteerd naar Auschwitz. Vanaf dat moment loopt ieder spoor dood. Onduidelijk is of ze meteen is omgebracht of nog een tijdje in het kamp heeft geleefd. Over haar einde kan haar biograaf dan ook enkel speculeren. Kon ze haar denken uitschakelen? Ging ze haar dood rustig tegemoet, zoals ze zich had voorgenomen?
Het gebrek aan informatie over haar levenseinde staat in schril contrast met de rest van het boek, waarin ongeveer iedere vriendschap, iedere ontmoeting, iedere gedachte een plek lijkt te krijgen. Natuurlijk, al die ontmoetingen helpen om Etty te leren kennen, maar als de zoveelste vriend van haar of van haar ouders uitgebreid wordt geĆÆntroduceerd, wordt het soms wat veel van het goede. Hierdoor dijde de biografie van Ettyās korte leven (ze werd 29) uit tot bijna 500 paginaās, bijlagen niet meegerekend.
Open boek?
Van de andere kant: echt langdradig wordt het nooit en gezien de enorme hoeveelheid beschikbaar archief- en bronnenmateriaal heeft de auteur ongetwijfeld al flink moeten snoeien. Een belangrijke bron is uiteraard het dagboek waarmee ze, al was dit pas jaren na dato, zo beroemd werd. Etty is hierin zo openhartig dat Koelemeijer spreekt van āeen meedogenloos eerlijk zelfonderzoekā. Toch heeft ze ervoor gewaakt om klakkeloos voor waar aan te nemen wat Etty allemaal opschrijft. Steeds houdt ze haar woorden naast andere bronnen en plaats de dagboeken en brieven in een context.
Etty Hillesum is door de jaren heen bewonderd (om haar moed haar lot te aanvaarden) en verguisd (om haar keuze niet onder te duiken). Die heldenverering en verguizing, zo schrijft Koelemeijer in de verantwoording, belemmerden een onbevooroordeelde blik. Wie was Etty eigenlijk echt? Op die vraag heeft ze met dit boek een meer dan bevredigend antwoord gegeven.
Etty Hillesum. Het verhaal van haar leven
Judith Koelemeijer
Balans
ISBN 9789463821742
Verschenen in september 2022
Bestelinformatie