Dichter bij Gottfried Wilhelm Leibniz dan in deze biografie kom je niet

Michael Kempe schreef een boeiende biografie van een van Europaā€™s meest veelzijdige en briljante wetenschappers: Gottfried Wilhelm Leibniz. Hij heeft een gewaagd uitgangspunt gekozen, dat gelukkig goed uitpakt.

Gottfried Wilhelm Leibniz (1646-1716) gaf met zijn integraalrekening een voorzet op wat nu de analyse heet, een belangrijk vakgebied binnen de wiskunde. Hij ontwikkelde een van de eerste mechanische rekenmachines en ontwierp een binair rekenstelsel, dat vandaag de dag nog gebruikt wordt in computers. Hij schreef historische stukken, verhalen, bouwde aan watermolens en postkoetsen, adviseerde politici, ontwikkelde een filosofie, ontdekte natuurwetten en dacht na over fossielen.

Passen al die ideeĆ«n in Ć©Ć©n biografie? Waarschijnlijk niet. Michael Kempe, onderzoeker en directeur van het Leibniz-archief in Hannover, voert ons daarom mee door zeven dagen uit het leven van Leibniz. ā€œHem in het dagelijkse leven volgen [ā€¦] biedt de kans zijn denken en handelen beter te begrijpen, en de samenhang tussen ervaring en wereldbeschouwing beter te zien,ā€ zo betoogt Kempe. Het is een originele en gedurfde aanpak, die net name in het begin van het boek goed uitpakt. Niet alleen omdat, inderdaad, de samenhang tussen Leibnizā€™ leven en denken duidelijker wordt, maar ook omdat we Leibniz daardoor veel dichter kunnen naderen. Daarin speelt de huisvlieg een bijzondere rol; die komt de lezer door het boek heen steeds tegen. Kempe heeft een mooie pen, die ons, net als een vlieg, dicht bij de persoon Leibniz brengt:

Zonder warme kachel is het amper vol te houden om de dag voornamelijk zittend door te brengen. Terwijl dat nu juist de favoriete manier van leven is van de geleerde uit Saksen. Leibniz is negenentwintig jaar oud, van gemiddelde lengte, ietwat knokig, en zijn haar is bruinachtig. [ā€¦] Overdag drinkt hij koffie met veel suiker, ā€˜s avonds niet meer dan wat wijn, waarin hij tot vreugde van de vliegen eveneens graag wat suiker doet.

We zitten meteen bij hem in de kamer, de geur van koffie dampt van het papier.

Gottfried Wilhelm Leibniz op een schilderij van Bernhard Christoph Francke (fragment, Public Domain)

Van alle markten thuis

De Hongaarse wiskundige Paul Erdős staat bekend om zijn uitspraak dat wiskundigen koffie omzetten in stellingen. Dat gold voor Leibniz zeker. Onafhankelijk van Isaac Newton ontwikkelde hij de integraalrekening, een methode in de wiskunde om de oppervlakten van grillige vormen te kunnen berekenen. Het was een grote doorbraak, en hoewel Leibniz altijd een beetje is overschaduwd door Newton zijn historici het erover eens dat hij niets minder dan een genie was (hoewel Kempe die term schuwt).  

Hij had al naam gemaakt als hij het integraalteken op 29 oktober 1675 op papier had gezet ā€“ een gebeurtenis die we dankzij Kempe nauwgezet kunnen volgen ā€“ en vervolgens lekker achterover was gaan leunen. Maar Leibniz zou Leibniz niet zijn als hij (soms op hetzelfde vel papier) meteen doorgaat met andere onderwerpen en ideeĆ«n. Hij werkte in een koortsachtig tempo. Zijn nalatenschap bestaat uit 100.000 vellen papier en hij onderhield een correspondentie met 1300 verschillende mensen.

Grenzeloze interesse

Zijn interesse was welhaast grenzeloos. Ter illustratie: de Nederlandse Wikipediapagina beschrijft hem als ā€œfilosoof, logicus, natuurkundige, historicus, rechtsgeleerde en diplomaatā€. Hoewel Leibniz vooral beroemd is geworden vanwege zijn filosofie en wiskundige resultaten, belicht Kempe ook zijn diplomatieke en historische werk. Leibniz werkte zijn hele leven lang aan een geschiedenis van het huis van de Welfen, de familie van zijn opdrachtgever. Bovendien schreef hij verhalen, en volgens Kempe had fictie voor Leibniz de status van een ā€˜mogelijke wereldā€™, waarin je naar believen kon experimenteren met wat-als-scenarioā€™s. Geschiedenis, literatuur, metafysica, wiskunde: bij Leibniz grijpen ze allemaal in elkaar.

Maar Leibniz was geen dromerige wetenschapper, hij had een bijzondere interesse voor toegepaste wetenschap. Zo lezen we over zijn werk in 1677:

Aan het hof van hertog Johann Friedrich [van Brunswijk-LĆ¼neburg, LM] en zijn latere opvolger Ernst August concentreerde Leibniz zich vooral op praktische uitvindingen en nuttige projecten voor zijn gebieders. Zijn voorstellen hadden onder meer betrekking op de wol- en zijdemanufactuur, brand- en levensverzekeringen, onzinkbare schepen, licht beweeglijke kanonnen van karton, en onderwatervaartuigen. [ā€¦] Uit Engeland vernam hij iets over een nieuw ontwikkelde drukpan met een veiligheidsventiel en hij hoopte ook de hertog van Hannover via een klein satirisch geschrift daarvoor te kunnen enthousiasmeren.

Een kanon van karton en een satirisch geschrift over een hogedrukpan! Dat zie ik moderne wetenschappers (helaas) nog niet bedenken.

Leibniz onderhield daarnaast (waar haalde hij de tijd vandaan?) een groot netwerk dankzij zijn aanstellingen door hertogen en vorsten (hij werkte voor Johann Friedrich als bibliothecaris) en zijn contacten met hooggeplaatsten (hij ontmoet Tsaar Peter I de Grote en belooft hem een exemplaar van zijn in ontwikkeling zijnde mechanische rekenmachine). Hij reisde heel Europa door, en in de dagen dat we hem in De beste van alle mogelijke werelden volgen, zijn we in Parijs, Hannover, Wenen, Berlijn en Zellerfeld in Harz, midden-Duitsland.

Geen roze bril

Volgens Leibniz was onze wereld de beste van alle mogelijke werelden. Het was (en is) een controversieel standpunt. Want hoe verklaar je dan al het slechts in de wereld? Waarom sterven kinderen in de beste van alle werelden? Volgens Leibniz moet God wel de meest volmaakte wereld hebben geschapen, want anders zou God zelf niet perfect zijn. Volgens Leibniz voelen we alleen geluk als dat gecontrasteerd wordt met ongeluk. Als je na een lange dag staan gaat zitten, geniet je pas Ć©cht van een stoel, zoiets. De netto som levert meer geluk dan ongeluk op, dacht Leibniz. Zijn tegenstanders overtuigde hij er echter niet van; welk geluk vloeit er voort uit de dood van een onschuldig kind?

De overtuiging dat onze wereld de beste van alle werelden is, was niet zomaar een ideetje van Leibniz. Kempe laat zien dat Leibniz geen naĆÆeveling was met een roze bril op. Leibnizā€™ denken is subtiel, en hoewel ik de details eerlijk gezegd niet altijd kon volgen, is me wel duidelijk geworden hoe Leibnizā€™ filosofie en praktische werk hand in hand gaan. Leibniz wordt aangesteld als ingenieur bij een zilvermijn in Harz, en hij ontwikkelt een windmolensysteem om de waterpompen aan te drijven. Maar die technische vooruitgang moet ook een economische vooruitgang en een verhoogd welzijn van de lokale bevolking teweegbrengen. Bovendien is die vooruitgang een realisatie van de beste van alle mogelijke werelden; volgens Leibniz beweegt onze wereld naar een steeds perfectere staat, uitvinding voor uitvinding.

Een gemis

De beste van alle mogelijke werelden beschrijft de volle breedte van Leibnizā€™ geniale geest, en toont de samenhang ervan. Er staan bijzondere historische feitjes in (zoals dat mensen in de zeventiende eeuw in twee delen sliepen: halverwege de nacht stonden ze op om allerlei dingen te doen); we komen iets te weten over de debatcultuur uit de zeventiende eeuw, en door Kempes slimme zet om zich tot zeven dagen te beperken komen we zo dicht bij Leibnizā€™ leven als we maar kunnen.

Andere zaken verdwijnen als (noodzakelijk) gevolg van Kempes aanpak enigszins naar de achtergrond, zoals de vete met Newton over de primeur rond de  integraalrekening, een onderwerp waar al vele andere boeken over bestaan. Ook de nuances van Leibnizā€™ filosofie en de details van zijn natuurwetenschappelijke en historische onderzoek zul je in De beste van alle mogelijke werelden niet terugvinden. Is dat erg? Ach, de liefhebber vindt zijn weg wel in de omvangrijke literatuur, en Kempe doet ook aanbevelingen achterin het boek.

Wat wel een gemis is, is dat Kempe noodgedwongen zĆ³ aan de oppervlakte blijft dat hij in herhaling valt. Elke volgende ā€˜dagā€™ krijgen we een update van Leibnizā€™ werk: de geschiedenis van de Welfen, Leibnizā€™ wereldbeeld, zijn worsteling met bestaanszekerheid versus intellectuele onafhankelijkheid, zijn correspondentie met talloze personen wier namen je meteen weer vergeet. Tegen het eind van het boek beginnen al die namen je te de duizelen, en wordt de herhaling een beetje saai.

Toch is dit boek inspirerend, zowel door Kempes smeuĆÆge beschrijvingen van episodes uit Leibnizā€™ leven, als door Leibniz zelf. Door diens levensethos: zijn optimisme, niet-aflatende uitzinnige werktempo en onafhankelijke geest. Zijn filosofische doorwrochtheid, zijn schijnbaar moeiteloze sprongen van de ene tak van de wetenschap naar de andere, zijn waardering voor de praktische toepassing.

Wat een genot om even in het hoofd van zoā€™n genie te mogen kijken.

De beste van alle mogelijke werelden. Gottfried Wilhelm Leibniz in zijn tijd
Michael Kempe
Vertaald door Wil Hansen
De Bezige Bij
Verschenen in januari 2023

Bestelinformatie

Bestel als softcover bij bol.com (ā‚¬ 34,99)
Bestel als ebook bij bol.com (ā‚¬ 16,99)

Laura Molenaar
Laura Molenaar
Laura Molenaar studeerde Logica aan de Universiteit van Amsterdam, daarvoor studeerde zij wiskunde en filosofie. Zij schreef onder andere voor dagblad Trouw en de filosofiewebsite van de Koninklijke Bibliotheek.

Fijn als je dit artikel met anderen deelt:

Lees ook...

LAAT EEN REACTIE ACHTER

Vul alstublieft uw commentaar in!
Vul hier uw naam in