Wat maakt een biografie interessant voor een lezer? Uiteraard zijn dat veel aspecten, maar een boeiend leven van de hoofdpersoon, inzicht in de redenen waarom bepaalde keuzes wel of niet worden gemaakt en het begrijpen van de tijd waarin de geportretteerde leeft, maken er zeker deel van uit. Vanuit deze drie invalshoeken bekijken we de biografie van Alwine de Vos van Steenwijk (1921-2012), Barones tussen de armen van Astrid Schutte.
Levensbeschrijving
Om te beginnen met het eerste, Alwine de Vos van Steenwijk (1921-2012) heeft zeker een boeiend en opmerkelijk leven geleid. Ze wordt geboren als derde dochter in een adellijke familie met een Nederlandse vader en een moeder van Duitse adel. Na haar zouden nog twee zonen en een dochter volgen. De Noordwijkse villa van het gezin ligt aan zee en Alwines moeder hecht erg aan een gezonde opvoeding met veel lichaamsbeweging. Ze wil ook vrijheid voor haar dochters. Alwine mag, nadat ze tot haar elfde thuisonderwijs heeft gehad, met de tram naar het gymnasium. Iets wat vrij ongebruikelijk is voor die tijd. Nadat ze haar gymnasiumopleiding heeft voltooid, gaat ze nog een jaar naar een Engelse kostschool. Daarna keert ze op haar achttiende terug naar Noordwijk. Ze wordt verliefd op militair Jan ten Bosch, die in de Tweede Wereldoorlog bij het verzet zit en wordt gefusilleerd. Ook Alwine werkt als koerierster voor het verzet. Het gezin moet Noordwijk verlaten vanwege de bouw van de Atlantikwall en verhuist naar het familielandgoed in Wijhe. De oorlog brengt veel spanningen met zich mee in het gezin van haar ouders en haar moeder wordt een paar keer gearresteerd vanwege haar Duitsgezindheid. Haar Duitse grootvader pleegt na de oorlog zelfmoord.
Ondanks haar vele relaties, gaat Alwine niet de weg van haar zussen en broers die een huwelijk sluiten en een gezin starten. Ze werkt aanvankelijk als administratief medewerkster, onder andere bij buitenlandse zaken, en doet vervolgens examens voor de diplomatieke dienst. De diplomatie was bij uitstek een omgeving voor adellijke mannen. Alwine wordt ƩƩn van de eerste Nederlandse vrouwelijke diplomaten. Het volgende citaat laat zien dat de redenen om vrouwen aan te stellen dubieus zijn:
āAls Van Kleffens Alwine heeft aangemoedigd te gaan studeren voor het toelatingsexamen van de diplomatieke dienst, dan zal de reden niet alleen haar intellectuele capaciteiten zijn geweest. Haar charme, een eigenschap waarvan verwacht werd dat vrouwen in de diplomatie die ontwikkelden en gebruikten, zodat ze dingen konen āklaarspelenā was minstens zo belangrijk. [ā¦] In het diplomatieke verkeer in haar tijd was flirten met mate bovendien volkomen normaal, ook voor wie getrouwd was. ā
Als diplomaat heeft Alwine verschillende standplaatsen waaronder Bonn, Washington en Parijs. Ze wijst verschillende huwelijkskandidaten af en ze begint een relatie met een getrouwde man, Philippe. In 1957 bekeert ze zich als protestant tot het katholieke geloof. Ze komt in 1960 in contact met de priester Joseph Wresinski die in een Parijse sloppenwijk werkt en daar een kleine hulporganisatie heeft opgezet die gerund wordt door vrijwilligers, Aide à Toute Détresse (ATD). Ze is diep onder de indruk van de armoede die ze aantreft, gaat voor zijn organisatie werken en deelt ook een huis met hem. Ze wendt haar diplomatieke talenten aan om aandacht voor de organisatie te genereren en ze bereikt veel. Ze weet fondsen te werven en de organisatie onder de aandacht te brengen van onder andere de EEG, de VN en de OESO. Ook komen er afdelingen in verschillende landen, waaronder Nederland begin jaren zeventig. Ook schrijft ze -samen met Wresinski- boeken. In 1988 overlijdt Wresinski, Alwine is dan 66. Ze blijft actief voor de ATD, schrijft onder andere een biografie over Wresinski en richt een cultuurstichting op die zich onder andere richt op het maken van theater met mensen die in armoede leven.
Beweegredenen
Het zal niet gemakkelijk geweest zijn om als adellijke vrouw een dergelijk levenspad te kiezen en dat maakt het leven van Alwine de Vos-van Steenwijk interessant. Ze heeft moeten vechten voor een eigen levensweg en daar is moed en doorzettingsvermogen voor nodig. Tegelijk heeft Alwine altijd de back up van haar adellijke familie gehad. Ze heeft kunnen profiteren van haar titel, haar contacten en -gezien het volgende citaat- ongetwijfeld ook van het vermogen van haar familie.
āNu Alwine haar eerste diplomatieke standplaats heeft bemachtigd is het tijd om een echt huishouden in te richten, besluit ze. Gelukkig stuurt haar vader haar regelmatig wat toe. Geld, maar ook andere attenties. Ik moet toch langzamerhand een normaal huishouden zien te krijgen met alles wat erbij hoort , en zilver zou ik voor mezelf nooit kopen.ā
Schutte benadrukt graag hoe bijzonder Alwine is, maar gaat daarin ook wel eens te ver. We lezen in het begin van haar boek al de volgende vooruitwijzing naar haar verdere leven:
āVierentwintig is ze, maar haar hart heeft al meer hoogte- en dieptepunten ervaren dan veel van haar leeftijdgenoten. Dat ze zowel een Nederlandse, een Canadese en een Duitse militair dichtbij heeft laten komen, laat zien dat ze niet iemand is die mensen alleen beoordeelt op hun buitenkant.ā
Is dat zo of was ze gewoon een jong meisje? En een Duitse militair?
Ondanks dat Alwine een bijzonder leven leidde, wringen de bovenstaande perspectieven in het boek, dat van barones en weldoenster voor āde allerarmstenā. De lezer wordt voortdurend ingepeperd hoeveel ze voor haar levenswijze heeft moeten opofferen. We lezen telkens weer hoe zwaar de omstandigheden zijn in de diplomatie, dat Alwine een zwakke gezondheid heeft en zeer gevoelig is: ā
We lezen dat ze problemen heeft met het klimaat, met een gebouw waarin ze werkt, met haar vader die haar huwelijksplannen met een gescheiden man blokkeert. Ze schrijft aan hem: āHij brengt mij niet in een burgerlijke familie aangezien hij niemand meer heeft. Hij is ook de eerste man die mij ten huwelijk vraagt van wie ik zeker weet dat hij net ook een klein beetje is aangetrokken door de glans van de naam de Vos Van Steenwijk.ā Ook kan haar vader haar overgang naar het katholicisme en haar vertrek uit de diplomatieke dienst niet waarderen.
Het is alsof Alwine niet alleen een strijd voert om haar opmerkelijke leven te kunnen leven, maar anderen ook voortdurend wil overtuigen wat haar dat kost. Een voorbeeld? Anders dan de andere vrijwilligers woont Alwine niet in de sloppenwijk, maar koopt ze āvan haar laatste salarisā een huis erbuiten waar ze met Wresinski gaat wonen. āKennelijk ligt dat gevoelig. Wresinski voelt zich genoodzaakt de andere volontairs uitleg te geven. āZe moet ās avonds en op zondag een āthuisā kunnen vinden waar ze kan rusten en zich ontspannen. Anders zal ze door haar gevoeligheid bezwijken te midden van de ellende en zal ze het niet lang kunnen volhouden.ā
Tijdens het lezen van het boek heb je het gevoel dat de auteur in dat persoonlijke zelfbeeld mee gaat, terwijl het een ongelooflijk interessante vraag is waar dat gevoel om voortdurend haar opofferingsgezindheid te willen benadrukken, vandaan komt. āWaarom is Alwine zo zwijgzaam over de plek waar ze woont? Wil ze niet toegeven dat het letterlijk wonen te midden van de armen, zoals de andere permanente vrijwilligers doen, te zwaar is voor haar?ā
Hetzelfde zie je wanneer ze in haar latere jaren met Wresinksi steeds het belang van celibatair leven benadrukt als de juiste weg voor de vrijwilligers, terwijl ze voor en ook nog tijdens het leven in de sloppenwijk voortdurend relaties had. Dat voelt onwaarachtig en als één van de geïnterviewde vrijwilligers in de biografie opmerkt dat ze er vrijwel zeker van is dat Alwine verliefd was op Wresinski, is dat voor de lezer bijna als een opluchting. Een echt mens.
Tijd
Leren we door deze biografie de tijd begrijpen waarin Alwine leeft? Ten dele wel, het is interessant om te zien wat er gebeurt als een adellijke vrouw een andere weg kiest dan die van haar wordt verwacht. Maar er blijven veel vragen onbeantwoord. Zo was het fijn geweest om meer te lezen over de manier waarop met de in Nederland wonende Duitse adel werd omgegaan tijdens en na de Tweede Wereldoorlog. Alwines moeder wordt twee keer gearresteerd en haar zus moet het probleem onder ogen zien dat vriendinnen zich van haar afkeren vanwege haar Duitse moeder. Haar andere zus, die vanwege haar huwelijk aan het hof verkeert, heeft dat probleem dan weer niet. Waarom niet? En hoe zat dat met Alwine zelf?
Ook over Alwines bekering tot het katholicisme zou je meer willen weten. Is de volgende verklaring niet een beetje simpel? āOpgevoed in een protestants klimaat met veel wantrouwen ten opzichte van katholieken is Alwine vertrouwd geraakt met hun vooroordelen. Katholieken zouden te slaafs Rome volgen, voor hun zonden wel erg makkelijk vergeving krijgen via de biecht en hun geloof vooral via rituelen beleven, niet via een echt diepgaand beleefd geloof. Maar wat ze in hun kerken vooral ervaart is schoonheid en blijheid en de betekenis van het gebed als manier om God in je leven toe te laten.ā Het waren toch niet alleen protestanten die vraagtekens zetten bij de katholieke kerk, ook katholieken zelf deden dat. Het zou interessant zijn geweest om te weten hoe Alwine naar dit soort kwesties keek.
De fluwelen duimschroef
Haar neef vertelt dat Alwine in haar familie de bijnaam āDe fluwelen duimschroefā heeft. Uit haar biografie komt -tussen de regels door- naar voren dat ze een -soms irritante- doordrammer is die graag haar zin wil krijgen en die het belangrijk vindt om āgezienā te worden. Maar ze is ook zeer sociaal bewogen en ze heeft, waarschijnlijk juist dankzij bovengenoemde eigenschappen, voor een vrouw in haar tijd veel bereikt. Deze biografie is bovenal een levensbeschrijving, een levensbeschrijving van een echt mens.
Barones tussen de armen
Astrid Schutte
Spectrum
ISBN paperback 9789000387489
ISBN e-book 9789000387496
Verschenen in september 2025
Bestelinformatie
Bestel als paperback bij bol.com (⬠22,99)Bestel als e-book bij bol.com (⬠14,99)