Cornelis Lely’s liberale en persoonlijke erfenis

“Op oudere leeftijd was Lely de copieuze maaltijd en een goed glas wijn steeds meer gaan waarderen. Toen hij ooit een serveerster om een extra glas rode wijn vroeg, zei het meisje – bekend met de mores van het doopsgezinde geloof – “Ik dacht dat u geheelonthouder was”. Waarop Lely antwoordde: “Ik heb in mijn leven al genoeg drooggelegd”.

Terwijl dit weekend de eerste bezoekers voet aan land mogen zetten op de Marker Wadden, het allernieuwste stukje Nederland, lees ik de biografie Cornelis Lely. Ingenieur van het nieuwe Nederland van Cees Banning uit. Honderd jaar na het aannemen van de Zuiderzeewet wordt het laatste gedeelte van die plannen uitgevoerd. Niet precies zoals Lely en de zijnen in gedachten hadden, maar dat zou hij niet erg gevonden hebben. Hij heeft als minister in 1907 het wetsvoorstel Zuiderzee van tafel geveegd. Zijn voorganger Jacob Kraus wilde alleen het gedeelte tussen het eiland Wieringen en de kust van Noord-Holland bij Medemblik inpolderen. Dat ging Lely niet ver genoeg.

Drie keer was Cornelis Lely minister van Waterstaat in de periode van 21 augustus 1891 tot aan 9 september 1918. De eerste keer duurde zijn ministerschap drie jaar, daarna bleef hij Kamerlid; het was in die tijd heel normaal dat te combineren. Ook met bijbanen in het bedrijfsleven.
De tweede keer was hij minister van 1897 tot 1901 en de laatste keer, zijn langste regeerperiode, van 1913 tot 1918.
Hij wilde toen alleen ja zeggen op de vraag of hij minister wilde worden als hem beloofd werd dat nu eindelijk de Zuiderzee werd afgesloten. Op 14 juni 1918 tekende Wilhelmina de droogleggingswet. Het werk aan de Afsluitdijk kon beginnen.

Cornelis Lely minister
Het kabinet-Pierson. Lely staande tweede van rechts

Tussendoor was Cornelis Lely, de overgrootvader van schrijver Charlotte Mutsaers, niet alleen Kamerlid, hij was ook nog drie jaar gouverneur van Suriname en vier en een half jaar wethouder van Den Haag. Die laatste positie sloot hij af met het bijwonen van de opening van het Vredespaleis op 28 augustus 1913. In aanwezigheid van Andrew Carnegie, een van de grootste geldschieters, opende een ontstemde koningin Wilhelmina het prestigieuze gebouw. De zondag daarvoor had de dominee tijdens de dienst die ze bezocht laten blijken ook erg naar de opening van het Vredespaleis uit te kijken. Wilhelmina schreef aan koningin-moeder Emma: ”Zelfs mijn kerkgang is verpest door de vredesbeweging! U kunt zich voorstellen hoe ik mij gevoel!”
Ander saillant detail uit die periode: Colijn die later premier zou worden, had laten weten beschikbaar te zijn wanneer hij zijn functie zou kunnen blijven combineren met zijn werk bij de ‘Koninklijke’ oftewel de voorloper van Shell. Daar verdiende hij volgens Banning ‘vijftig tot vijfenzeventig keer zoveel als de 12.000 gulden per jaar die hij als minister zou toucheren’.

Staatsbemoeienis

Lely pleitte als vooruitstrevend liberaal voor meer staatsbemoeienis. Tussen 1908 en 1913 was Cornelis Lely ook voorzitter van de Mijnraad en dat deed hij met net zo veel inzet als voorzitter zijn van de Zuiderzeevereniging. Hij was groot voorstander van staatssteun aan de KLM en vond dat we als klein land konden uitblinken, juist als het economisch wat slechter ging, door veel en langdurig te investeren in infrastructuur.
Het kabinet Pierson zorgde voor de oprichting van Staatsbosbeheer en Lely ijverde voor de oprichting van de Rijksvisafslag in IJmuiden. Zou hij die staatsbemoeienis ook als goedmaker hebben bedoeld richting de vissers van de Zuiderzee? Zijn plannen maakten immers dat die geen werk meer hadden. In Den Haag heeft hij zich als wethouder ook enorm ingezet voor de aanleg van een nieuwe haven voor de vissers van Scheveningen.

Vervoer

Cornelis Lely bezat nooit een rijbewijs maar interesseerde zich enorm voor nieuwe technologische ontwikkelingen, vooral van vervoermiddelen zoals de auto. Met zijn vooruitziende blik pleitte hij voor wegen waarop minstens 100 kilometer per uur kon worden gereden. Dat hij geen rijbewijs had belemmerde hem trouwens niet om af en toe achter het stuur te kruipen.
In Suriname was hij als gouverneur verantwoordelijk voor de aanleg van de Lawaspoorweg, die al de door goudkoorts bevangen mijnbouwers moest vervoeren. Plus al het goud natuurlijk. Tussen 1874 en 1882 werd er 4.295.179 gulden aan goud uit Surinaamse bodem gehaald. Dat was meer dan de Nederlandse begroting in die jaren. Op zeventien kilometer afstand van Paramaribo ligt Lelydorp, een dorp dat al rond 1903 naar Cornelis Lely werd vernoemd. Zestig jaar later ontstond bij ons Lelystad, de hoofdstad van de nieuwe provincie Flevoland, waar in 1967 de eerste mensen kwamen wonen.

Cees Banning heeft met deze biografie Cornelis Lely Ingenieur van het nieuwe Nederland een mooi geschiedenisboek geschreven. Leven, werk en maatschappelijke ontwikkelingen binnen de levenslijn van Lely zijn mooi door elkaar gevlochten. Het boek is dik bezaaid met interessante wetenswaardigheden en luchtige anekdotes.
Soms kwam ik tijdens het lezen wat in de knoop met de jaartallen die heen en weer sprongen. Bijvoorbeeld over zijn periode in Suriname. Lely zit daar en volgt de ontwikkelingen in Nederland – hij noemt het ingrijpen van Abraham Kuyper tijdens de Spoorwegstaking, waarbij staken strafbaar werd en er een speciale spoorwegbrigade werd opgericht ‘te haastig’ – De tegenreactie vanuit het volk liet niet lang op zich wachten. Vakbonden werden opgericht en de socialisten wonnen duizenden stemmen.
Op de volgende bladzijde zijn we ineens vier jaar verder, in 1907/1908, en staat er alleen een foto met bijschrift waarin staat dat Lely met zijn gezin in 1905 is teruggekeerd en aan de Nieuwe Parkweg in Den Haag is gaan wonen. Maar daar moest ik wel naar zoeken en was helemaal de lijn van het verhaal kwijt.
De toon van de biografie is mooi persoonlijk, soms iets te ‘schoolmeesterachtig’ – wanneer op blz. 145 wordt uitgelegd dat de uitdrukking‘Krijg de klere’ komt vanuit de cholera-epidemieën die Nederland vroeger kende – maar dat hoort ook wel bij een geschiedenisboek. Verplichte schoolkost, wat mij betreft.

Cornelis Lely spreekt als mens, politicus en bestuurder tot de verbeelding. Hij was een workaholic, die in het harnas is gestorven. Zijn dochter Bep vond hem dood naast zijn bureau met daarop de brochure over het Amsterdam-Rijnkanaal waar hij aan schreef. Op dat moment was er zes kilometer Afsluitdijk gerealiseerd.

Cornelis Lely. Ingenieur van het nieuwe Nederland
Cees Banning
Pharos Uitgevers
ISBN 9789079399994
Verschenen in juni 2018

Bestelinformatie

Koop bij Athenaeum Boekhandel

Bestel als hardcover bij Athenaeum Boekhandel (€ 29,90)

Koop bij bol.comBestel als hardcover bij bol.com (€ 29,90)

Martine van Poeteren
Martine van Poeteren
Martine van Poeteren is journalist en werkzaam voor de KRO-NCRV. Ze is directeur/eigenaar van M4 Producties en sinds december 2016 hoofdredacteur van Biografieportaal. Naast lezen en schrijven is beeldhouwen een passie. Momenteel werkt ze aan een biografie van Afra Geiger.

Fijn als je dit artikel met anderen deelt:

Lees ook...

LAAT EEN REACTIE ACHTER

Vul alstublieft uw commentaar in!
Vul hier uw naam in