André van der Louw was begin jaren tachtig de gedroomde opvolger van PvdA-leider Joop den Uyl. Hij werd het niet en het is maar zeer de vraag of het een succes zou zijn geworden, blijkt uit de gedegen biografie van Chris Hietland over deze kroonprins van Nieuw Links.
‘Verkeerd gegokt’, ‘Op een dood spoor’, ‘Politiek uitgerangeerd’ en ‘Onmachtig NOS-voorzitter’: het zijn de veelzeggende titels van de vier laatste hoofstukken van De kroonprins van Nieuw Links. Zeker in een politieke biografie word je als lezer normaal gesproken gegrepen door de hoogtepunten en spannende wapenfeiten van een politieke carrière. Die waren er in het geval van Van der Louw genoeg: de razendsnelle opmars van deze Haagse melkboer-zoon binnen de PvdA gelederen bijvoorbeeld, waar hij het als 38-jarige voorman van vernieuwingsbeweging Nieuw Links schopte tot partijvoorzitter. Twee jaar eerder was hij al tot lid van het partijbestuur gekozen, waarop de besnorde pijproker de iconisch geworden ‘berendans ’ opvoerde. Ook zijn burgemeesterschap van Rotterdam mag, met de nodige kanttekeningen, tot de hoogtepunten gerekend worden.
Toch zat ik pas echt op het puntje van mijn stoel bij de genoemde vier laatste hoofdstukken waarin Van der Louw de gifbeker tot op de bodem leegdrinkt. Ze maken pijnlijk duidelijk dat hij op zijn achtenveertigste eigenlijk zijn carrière achter zich had liggen. Door inschattingsfouten, toeval en domme pech, maar zeker ook door gebrek aan de nodige kwaliteiten, ging het vanaf dat moment mis. Keer op keer. Het levert het pijnlijkste, maar ook interessantste deel van het boek op.
Stalin en Lenin
Wat hierbij ook meespeelt is dat het verhaal over het hoogtepunt, de razendsnelle opmars van Nieuw Links, al vele malen verteld is, bijvoorbeeld door Van der Louw zelf in het gelijknamige boek dat hij op zijn sterfbed voltooide én in het door zijn biograaf geredigeerde 10 over rood 50 jaar later uit 2016. De vernieuwingsbeweging Nieuw Links verwierf zich eind jaren zestig een stevige positie binnen de partij, waarop voorman Van der Louw partijvoorzitter werd en partijleider Joop den Uyl niet meer om hem heen kon. Hij moest zelfs dulden dat de populaire Van der Louw naast hem op het affiche voor de Tweede Kamerverkiezingen kwam te staan. ‘Stalin en Lenin’, werd gekscherend gezegd en inderdaad: de uiterlijke overeenkomsten waren treffend. Het affiche moest de indruk wegnemen dat er een machtsstrijd binnen de partij gaande was. Maar die was er wel degelijk, toont Hietland aan. Als partijvoorzitter wist Van der Louw een jonge generatie aan zich te binden, maar van de plannen om van de PvdA een echte actiepartij te maken kwam onder zijn voorzitterschap weinig terecht.
Joviale burgemeester
In 1974 werd Van der Louw burgemeester van Rotterdam. Zijn gezin vond het maar niks om Hoevelaken te moeten verruilen voor de Maasstad. Zijn huwelijk was toch al een ‘knoeiboel’ doordat hij regelmatig vreemd ging. Ook in de buitenwereld waren er twijfels: was de polariserende Nieuw Linkser wel verbindend genoeg?
Dat was hij zeker, zo bleek. Met zijn joviale, toegankelijke houding maakte hij zich bovendien geliefd onder inwoners. Als een ombudsman hield hij wekelijks spreekuur voor bewoners die vastliepen in de ambtelijke molens. Op de nieuwjaarsreceptie was iedereen welkom en er was gratis drank. Drank was er ook bij de collegevergaderingen. En ook toen zijn huwelijk op de klippen liep tijdens het burgemeesterschap, gingen er meer whiskyflessen leeg dan normaal. De vraag dringt zich op of Van der Louw een drankprobleem had. Zijn biograaf gaat er niet op in. Als het om de psyche van Van der Louw gaat, laat Hietland vaker vragen onbeantwoord. In zijn diensttijd kreeg Van der Louw tijdens een verlof bijvoorbeeld een ‘zenuwinstorting met langdurige huilbuien’. Na het congres met de berendans in 1969 stortte hij opnieuw in en raakte naar eigen zeggen ‘in een niet te stuiten, eindeloze val’. Hoe is dit te rijmen met de opgeruimde en evenwichtige indruk die Van der Louw in de rest van het boek maakt? Het blijven ongestelde en onbeantwoorde vragen in deze verder zo zorgvuldig analyserende biografie.
Tien paarden
Dat de problemen op het gebied van integratie en leefbaarheid in Rotterdam tijdens zijn burgemeesterschap eerder toe- dan afnamen, straalde nauwelijks op Van der Louw af. Hij werd als een held uitgezwaaid toen hij in 1981 minister van Cultuur, Recreatie en Maatschappelijk werk werd. Naar eigen zeggen hadden ze hem ‘met tien paarden over de streep moeten trekken’. Hietland toont overtuigend aan dat dit valse bescheidenheid was en dat Van der Louw het in werkelijkheid zag als een stap die hem dichterbij de opvolging van partijleider Den Uyl bracht. Het ministerschap in het vechtkabinet Van Agt-Den Uyl werd echter een desillusie en het kabinet kwam al snel ten val.
Minutieus fileert Hietland het schaakspel dat vervolgens plaatsvond en waarbij een groep partijkopstukken Den Uyl tijdens een nachtelijke bijeenkomst probeerde te overreden plaats te maken voor Van der Louw. Den Uyl besloot bij de verkiezingen in 1982 echter de kar zelf nog een keer te trekken, waarna de partij in de oppositie belandde.
Van der Louw had dus verkeerd gegokt door terug te keren naar Den Haag. Vervolgens kwam hij opnieuw op een dood spoor als voorzitter van de regio Rijnmond. De regio rond Rotterdam zou een stadsprovincie worden met Van der Louw als Commissaris van de Koningin, maar zover kwam het niet. De stadsprovincie kwam er niet en de samenwerking werd zelfs ontbonden. Opnieuw stond Van der Louw met lege handen. Hij kon het niet verkroppen dat zijn partijgenoot en opvolger als burgemeester in Rotterdam, Bram Peper, zich had verzet tegen de stadsprovincie. Politiek en privé waren geen gescheiden werelden, zoals Van der Louw altijd deed voorkomen. Het betekende het einde van de vriendschap. Er volgde een periode waarin hij veel functies liet passeren en zijn weken vulde met bestuursfuncties. Zo werd de verstokte pijproker, die aan longkanker zou overlijden, zelfs voorzitter van het Astmafonds.
Coup
Pogingen in de politiek terug te keren liepen op niets uit. Ondanks zijn afkeer van het Kamerwerk stelde hij zich kandidaat voor de senaat. Maar zelfs deze terugkeer in de politiek mislukte, de leden van het gewest verkozen een andere kandidaat boven hem.
Van der Louw uitte stevige kritiek op zijn partij die onder Wim Kok (die Den Uyl wél opvolgde) wankelde tijdens de WAO-crisis. Van der Louw bood aan dat een driemanschap onder zijn leiding een nieuwe koers zou bepalen. Het werd in de pers niet geheel ten onrechte uitgelegd als een coup. Van der Louw overwoog zelf even een eigen partij op te richten. Volgens de peilingen zou die kunnen rekenen op 20 zetels. Maar het enthousiasme van ontevreden PvdA-kiezers en prominenten nam snel af en het initiatief stierf een stille dood.
Zijn voorzitterschap van de NOS, een prestigieuze baan waarmee hij zich had willen rehabiliteren, werd evenmin een succes. Het bestuur zat vol door de wol geverfde omroepbestuurders ‘die hem konden hebben’. Het bestuur was hopeloos verdeeld over de onderlinge samenwerking en de te varen koers ten opzichte van de commerciële omroepen, die een steeds grotere concurrentie vormden. Op een avond kwamen twee topambtenaren van het ministerie bij Van der Louw thuis om hem ervan te overtuigen dat hij de samenwerking met tv-producent Joop van den Ende moest zoeken. Van der Louw durfde het niet aan om hem te bellen. Tot grote verbazing van de aanwezigen pakte uiteindelijk zijn vrouw Annelies de telefoon en belde de producent op.
Het is een onwaarschijnlijke anekdote, die niettemin veel zegt over de handelswijze van Van der Louw. Hij gaf veel ruimte aan anderen, wist een goede sfeer te creëren, maar als het op doorpakken of knopen doorhakken aankwam, gaf hij vaak niet thuis. Ook ontbrak het hem aan visie.
Wat nu als deze kroonprins van Nieuw Links Den Uyl begin jaren tachtig wél was opgevolgd? Zijn biograaf constateert terecht dat hij het als lijsttrekker mogelijk goed gedaan zou hebben, maar dat een Kamerlidmaatschap problematisch was geworden en een premierschap te hoog gegrepen. De vier laatste hoofdstukken onderbouwen deze stelling ruimschoots.
De kroonprins van Nieuw Links. Biografie van André van der Louw
Chris Hietland
Prometheus
ISBN 9789044638264
Verschenen in april 2019
Ik ben blij met de voortreffelijke biografie van Andre v.d. Louw, ook omdat nu “officieel” wordt bevestigd dat Van der Louw in zin HW-tijd een fanatieke “anti-Muller” campagne voerde omdat ik in zijn ogen veel te commercieel en daarmee te “rechts” bezig was. Ik werd door Van der Louw en Bloemendaal min of meer als NSB-er neergezet omdat ik in de door hem gehate Telegraaf over popmuziek schreef. In januari 2020 verschijnt mijn autobiografie “Seksbaron Tegen Wil en Dank” waarin uiteraard de HW-geschiedenis niet zal ontbreken. De heer Hietland is bij deze uitgenodigd voor de perspresentatie in café Scheltema waar Maarten Spanjer het boek zal in leiden. Vriendelijke groet, Peter J. Muller