Wie Machiavelli’s werk De heerser – dikwijls ook De Vorst genoemd – openslaat, stuit algauw op een reeks referenties waar de eenentwintigste-eeuwse Nederlander weinig mee kan. Om twee voorbeelden te geven van zulke passages (in de vertaling van Dr. J.F Otten uit 1940):
In onze tijd, gedurende de regeering van Alexander VI werd Oliverotto van Fermo, een ouderloos kind, opgevoed door een oom moederzijds, Giovanni Fogliani geheten. Door deze werd hij reeds spoedig in krijgsdienst bij Paolo Vitelli gezonden opdat hij onder diens leiding een hoge militairen rang zou verwerven.
Philippus van Macedonia werd na de dood van Epaminondas door de Thebanen tot veldheer verkozen; op die wijze kon hij hun na de overwinning de vrijheid ontroven. De Milaneezen namen na de dood van Hertog Philips Francesco Sforza tegen Venetië in hun dienst; deze overwon de vijand bij Caravaggio, maar verenigde zich terstond met hem om de Milanezen, zijn heeren, te onderdrukken De vader van de genoemden Francesco beyond zich indertijd in dienst van Johanna van Napels, die hij plotseling met zijn krijgsyolk in de steek liet. Die koningin moest zich toen, daar zij geheel zonder troepen was, in de armen van de Koning van Aragon werpen om haar rijk niet te verliezen.
Wie waren al die heersers waar Machiavelli aan refereert? Waarom noemt Machiavelli ze zo veelvuldig? En waarom zijn de Thebeërs en Macedoniërs relevant voor de situatie in Florence omstreeks 1500?
Erica Benner bewijst met haar voortreffelijke biografie van de middeleeuwse Florentijn dat je niet in 1500 geboren hoeft te zijn om te begrijpen wat Machiavelli wil zeggen. Sterker nog, in deze biografie komt hij naar voren als een verfrissend heldere denker, die gevangen zit te midden van schimmige politieke spelletjes en machtswellustige Italiaanse families. Wie The Borgias gezien heeft kan daar zeker over meepraten.
We volgen Machiavelli, zijn familie en vrienden in een van de roerigste periodes die Italië gekend heeft. Alles komt samen in deze biografie: de Medici-dynastie, een heel rijtje pausen (die stierven toentertijd vaak kort nadat ze paus werden), Franse koningen, de Borgia’s, maar ook ‘het gewone volk’ wordt behandeld. Machiavelli komt naar voren als een geslepen criticus, die ondanks tegenslagen vurig blijft geloven in de Florentijnse republiek. Hij komt op audiëntie bij de grootste machthebbers van zijn tijd, maar blijft ook altijd opkomen voor het volk. Met zijn scherpe pen en grote gevoel voor ironie wijst hij de edellieden en heersers subtiel hun plaats.
Afhankelijk als hij was van de welwillendheid van de Florentijnse heersers —zijn werkgevers— kon Machiavelli zijn kritiek echter niet zomaar opschrijven. Hij levert bijvoorbeeld commentaar op de beslissingen die Romeinse heersers namen. De geschoolde lezer kon zo wel raden over wie het daadwerkelijk ging. Een ander voorbeeld van Machiavelli’s subtiele kritiek is zijn gebruik van het woord ‘fortuinlijk’. Wanneer hij Cesare Borgia ‘fortuinlijk’ noemt, wil hij daarmee niet zeggen dat Cesare een goed heerser was. ‘Fortuinlijk’ betekent volgens Machiavelli, zo laat Benner zien, dat Cesare afhankelijk was van het lot (fortuna), en zijn successen alleen te danken had aan toeval en de hulp van anderen.
Benner wil met deze biografie bewijzen dat Machiavelli helemaal niet zo sluw en gewetenloos was als hij zo vaak wordt geportretteerd. Ze plaatst hem in zijn tijd, maar kan ook goed articuleren waarin Machiavelli anders was dan zijn tijdgenoten. De interessantste passages koppelen zijn geschriften aan gebeurtenissen in Florence en omstreken. Zo komt het beeld naar voren van Machiavelli als meesterlijk politiek en sociaal criticus. We zien hoe Machiavelli, ondanks familieschulden, opklimt in de politieke hiërarchie van Florence. Hij zet zich zijn leven lang in voor de stadstaat als adviseur, kanselier en diplomaat. Machiavelli maakt mee hoe Florence zich ontworstelt aan het regime van de Medici’s, zich ontplooit als republiek, en haar vrijheid weer verliest aan de Medici’s.
Ondanks het ingewikkelde politieke klimaat zit Machiavelli nooit bij de pakken neer. Als hij verbannen wordt uit de stad, omdat hij een Medicikardinaal ongevraagd advies geeft, schrijft hij juist des te meer. Machiavelli schrijft niet alleen politieke werken maar ook maatschappijkritische toneelstukken. Dankzij die toneelstukken, die enorm populair worden, weet hij tegen het eind van zijn leven weer op te klimmen, en zijn baan als politiek adviseur te herstellen. Zijn kritische pen weet hij ook in te zetten in zijn diplomatieke werk, zo schrijft hij aan een vriend:
Ik zeg al heel lang niet meer wat ik denk en ik denk niet wat ik zeg. En zeg ik soms de waarheid, dan verstop ik die achter zoveel leugens dat ze nauwelijks meer te achterhalen is. Ik ben echt een volleerd leugenaar geworden.
Inderdaad was Machiavelli een geniaal leugenaar, sluw als een vos.
Als een vos – Machiavelli’s levenslange zoektocht naar vrijheid
Erica Benner
Uitgeverij Athenaeum
ISBN: 9789025308155
Verschenen in maart 2018
Bestelinformatie
Koop bij Athenaeum Boekhandel
Bestel als paperback bij Athenaeum Boekhandel (€ 29,99)
Bestel als ebook bij Athenaeum Boekhandel (€ 19,99)
Bestel als paperback bij bol.com (€ 29,99)
Bestel als ebook bij bol.com (€ 19,99)