Alleen omdat ik een Van Hall ben. Gijs van Hall (1904-1977)

Dit was niet eerder vertoond in de hoofdstad: een burgemeester die door de regering naar huis werd gestuurd. Het overkwam Gijs van Hall in het onrustige Amsterdam van de jaren zestig. Biograaf Dirk Wolthekker onderzocht hoe deze gevierde verzetsheld als burgemeester zo roemloos ten onder kon gaan.

Alleen om dat ik een Van Hall ben luidt de toepasselijke titel van Wolthekkers biografie over Gijs van Hall (1904-1977). Zelf meende Van Hall namelijk dat hij de dupe was geworden van zijn eigen familiegeschiedenis. Als hij Pieterse had geheten, zou hem geen regentenmentaliteit zijn verweten. Zijn biograaf toont overtuigend aan dat dit genuanceerder lag.

Regenten

Van Hall was telg van een negentiende-eeuwse Amsterdamse regentenfamilie, waar het traditioneel toeging. Zo gaf zijn vader hem schriftelijk instructies over het contact met zijn latere vrouw Emma. Ze mochten elkaar om de twee weken ontmoeten, maar

Door geen enkel uiterlijk teken mag tegenover je wellicht nieuwsgierige broeder en zusters te kennen gegeven worden dat er eene bijzondere verhouding zou bestaan

Van Hall studeerde rechten en trouwde met Emma. Ze woonden in New York ten tijde van de beurscrisis  van 1929. Het bedrijf waarvoor Van Hall werkte kwam hier redelijk ongeschonden uit. Emma klaagde over ‘geldtroubles’ maar intussen gingen ze gewoon op skivakantie.

Tijdens de oorlog speelden Gijs Van Hall en zijn broer Walraven een belangrijke rol in het verzet. Gijs kwam op het idee om bankpapieren te vervalsen en hiermee het verzet te financieren. Walraven werd kort voor de bevrijding als represaille gefusilleerd.

Burgemeester

Na de oorlog werden Emma en Gijs lid van de PvdA, volgens Emma omdat ze zo geëngageerd waren. Wolthekker ziet het eerder als een ‘paternalistisch verantwoordelijkheidsgevoel’, dat paste bij de regententradities uit de negentiende eeuw. Van Hall werd senator voor de socialisten, tot ergernis van zijn werkgever, de bank Labouchere. Hij weigerde echter ontslag te nemen. Dat deed hij pas toen hij burgemeester werd.

Van Halls benoeming tot burgemeester in 1957 was opmerkelijk. Hij beschikte nauwelijks over politieke en bestuurlijke ervaring. Mogelijk heeft zijn echtgenote hem gepusht. Omdat de zelfbewuste Emma als vrouw geen carrière kon maken, drong ze er bij haar echtgenoot op aan minister te worden ‘of zoiets tenminste’. Verder pleitte zijn financiële kennis en zijn reputatie als verzetsman voor zijn kandidatuur.

IJtunnel

Van Halls eerste periode als burgemeester was redelijk succesvol. Via zijn connecties in de VS regelde hij een lening om de aanleg van de IJtunnel te financieren. Hij kreeg voor elkaar dat de Bijlmer bij Amsterdam werd gevoegd en zorgde ervoor dat het rijk de financiering van de gemeentelijke universiteit UvA –tot dan speelbal van de gemeentepolitiek- overnam. Hij toonde zich, kortom, een succesvol lobbyist die politiek Den Haag handig bespeelde.

Dat beeld kantelde volledig in de tweede periode. Zijn herbenoeming liet lang op zich wachten. Blijkbaar had politiek Den Haag twijfels. Waarom wilde Van Hall ondanks zijn geringe politieke belangstelling überhaupt herbenoemd worden, vraagt zijn biograaf zich terecht af. Het antwoord: vanwege gebrek aan alternatieven. Door zijn PvdA-lidmaatschap kon Van Hall niet terug naar de bank. Met de herbenoeming kon hij precies de periode tot zijn pensioen overbruggen.

Provo 1966
PROVO, 1966. Bron: Nationaal Archief © Collectie Spaarnestad / Anefo. (CC BY-SA 3.0 NL)

Ordeverstoringen

De kiem voor de problemen in de tweede periode was al bij zijn aantreden gelegd. Als burgemeester had hij nauwelijks contact met zijn politiechef. Met de opkomst van Provo en de nozems in de jaren zestig, was het met de gezagsgetrouwheid -waarin Amsterdammers toch al niet uitblonken- snel gedaan. Ordeverstoringen waren aan de orde van de dag. De politie sloeg er op los, bijvoorbeeld tijdens het huwelijk van Beatrix en Claus, wat de onrust alleen maar vergrootte.

De kritiek op de burgemeester zwol aan. Kritiek die hij volgens zijn biograaf te persoonlijk opvatte. Het was niet zozeer zijn afkomst ( ‘Alleen omdat ik een Van Hall ben’), maar vooral zijn eigen houding en gedrag, die hem het stempel van regent bezorgde. De tv had zijn intrede gedaan en legde alles genadeloos vast. In een tv-interview met Mies Bouwman liet Van Hall het beeld achter van een burgemeester die het zelf allemaal ook niet meer wist.

Onder druk van politiek Den Haag moest de politiecommissaris opstappen en werd uiteindelijk Van Hall zelf ontslagen. Van de mogelijkheid de eer aan zichzelf te houden maakte de koppige burgemeester geen gebruik. ,,Mijn afscheid zou je een Grieks drama kunnen noemen, maar ook één grote klucht’’, zei hij er zelf over.

Van Hall was de verkeerde man op de verkeerde tijd en plaats, constateert zijn biograaf. In zijn eerste termijn kwam hij er nog mee weg de stad als een city manager te besturen. In de jaren ’60 werd gezag niet automatisch meer geaccepteerd. Van Halls ontactische, hautaine en soms ondemocratische stijl ging steeds meer mensen tegenstaan. Een steun en toeverlaat voor de bevolking was hij nooit geweest, maar nu keerde ook politiek Den Haag zich tegen hem en ging de gevierde oorlogsheld door de zijdeur af.

Wetenschappelijk

‘Meeslepende en genuanceerde biografie’ vermeldt de flaptekst van Alleen omdat ik een Van Hall ben. De tweede kwalificatie is zeker terecht, de eerste veel minder. Na taaie passages over theorievorming, aristocratisering en de familiegeschiedenis, wordt Gijs van Hall op bladzijde 67 eindelijk geboren en komt het verhaal langzaam op gang. Helaas gaat de wetenschappelijke diepgang van deze dissertatie nogal eens ten koste van de leesbaarheid.

In zijn analyses valt de auteur bovendien regelmatig in herhalingen. De slotbeschouwing vat het allemaal nog eens samen en levert weinig nieuwe  inzichten op. Het taalgebruik is nogal plechtig, hoewel dat ergens wel past bij de regenteske hoofdpersoon.

Voor zijn onderzoek dook de auteur in de archieven van de ‘Hallemannen’. Door de vele citaten uit de dagboekfragmenten van echtgenote Emma van Hall, komt zij echt tot leven. Het beeld van haar echtgenoot, zeker in de periode voor zijn burgemeesterschap, blijft flets. Van Hall’s zakelijke en afstandelijk memoires hielpen de biograaf in dit opzicht ook niet verder. Het maakt dat Van Halls uiteindelijke deconfiture, ondanks de tragiek, veel lezers onverschillig zal laten.

Alleen omdat ik een Van Hall ben. Gijs van Hall (1904-1977)
Dirk Wolthekker
Uitgeverij Balans
ISBN 9789460034688
Verschenen in mei 2017

Bestelinformatie

Koop bij Athenaeum Boekhandel
Bestel hier als paperback bij Athenaeum Boekhandel (€ 29,95)
Bestel hier als ebook bij Athenaeum Boekhandel (€ 9,99)

Koop bij bol.com
Bestel hier als paperback bij bol.com (€ 29,95)
Bestel hier als ebook bij bol.com (€ 9,99)

Joep Boerboom
Joep Boerboom
Joep Boerboom is journalist. Hij schreef onder meer een biografie van Jan Terlouw.

Fijn als je dit artikel met anderen deelt:

Lees ook...

LAAT EEN REACTIE ACHTER

Vul alstublieft uw commentaar in!
Vul hier uw naam in