Onlangs verscheen het boek 140 verzetsmensen in en rond het 2de OD-proces. Wie waren zij, wat deden zij, wat was hun lot. Geschreven door Betty Hoogeveen-Bastiaans en in eigen beheer uitgegeven. Het is een lijvig boek voorzien van veel fotoās. In dit boek staan 140 verzetsmensen centraal die veroordeeld zijn tijdens het tweede proces dat door de Duitse Sicherheitsdienst werd gehouden. Aanleiding voor dit boek was het verzetsverleden van Henk Bastiaans, de vader van de auteur.
Het Nederlandse verzet tijdens de Tweede Wereldoorlog staat nog vaak ter discussie. Tegenover de mensen die de verzetsstrijders zien als ware helden, staan de critici die vinden dat er nauwelijks echt verzet was. Bovendien vinden ze vaak dat de verzetsstrijders onnodige risicoās namen en dat hun daden doelloze slachtoffers maakten. Het gevolg is dat veel verzetsstrijders zwegen over hun aandeel in de oorlog waardoor ze merendeels onbekend zijn gebleven. Gelukkig komt er langzamerhand steeds meer aandacht voor deze groep en dat is ook nodig, want hoe je ook over hun daden denkt, er was verzet en menig verzetsman of -vrouw heeft zijn/haar daden met de dood moeten bekopen. Sommigen werden zonder rechtsgang geliquideerd door de Duitse bezetter, anderen kregen wĆ©l een proces met als vonnis executie of levenslange gevangenisstraf in een concentratiekamp.
Een dergelijk lot viel onder meer ten deel aan de leden van de Ordedienst, kortweg de OD genoemd. De OD was Ć©Ć©n van de belangrijkste illegale organisaties tijdens de Tweede Wereldoorlog, waarbij diverse verzetsgroepen waren aangesloten. Zo ook de groep Nout/Bastiaans/Roeske, waartoe Henk Bastiaans en zijn broer Gerard behoorden.
Henk Bastiaans werd geboren op 28 december 1914 in Den Haag. Hij groeide op in een gezin met zeven kinderen in de wijk Transvaal. Zijn hele leven tot aan zijn overlijden op 14 januari 1989 bleef hij in Den Haag wonen, waar hij werkte bij de vroegere PTT.
In de Tweede Wereldoorlog was Henk actief in het verzet. Na zijn arrestatie, eind maart 1942 en zijn veroordeling tot Nacht und Nebel-gevangene[1] in het tweede OD-proces, werd hij gedeporteerd naar verschillende concentratiekampen, tot aan de bevrijding van kamp Ebensee op 6 mei 1945. Hij overleefde de kampen ternauwernood.
Zijn dochter Betty Hoogeveen-Bastiaans had vele vragen over het verzetsverleden van haar vader en ging op zoek naar antwoorden. Dat resulteerde destijds in het boek Wel gebogen, maar niet gebroken. Toch had ze nog vele vragen over, met name over de OD. Wat was dat voor een organisatie, die ruim 4.000 leden telde, en wat was de relatie tussen de OD, de andere verzetsmensen en haar vader en oom? Zo ontstond haar nieuwe boek 140 verzetsmensen in en rond het 2e OD-proces.
De achtergrond van de OD
Direct na de capitulatie in mei 1940 werd de Ordedienst opgericht door de reserve luitenant-kolonel der Artillerie Johan Hendrik Westerveld, met als doel bewaring van de openbare orde als de Duitsers weer waren vertrokken. De verwachting was toen nog dat de Duitsers na de capitulatie snel zouden vertrekken uit Nederland en dan moest de orde hersteld worden, zodat de rust kon wederkeren.
De OD bestond behalve uit beroeps- en dienstplichtige militairen ook uit gelijkgezinde burgers die nooit in dienst waren geweest, zoals journalisten, chauffeurs, fabrikanten, docenten, en winkelbediendes. Toen bleek dat de Duitsers toch niet zo snel vertrokken, besloot men over te gaan tot het plegen van verzet tegen de bezetter. Dat gebeurde onder meer door het saboteren van Duitse treinverbindingen en telefoonkabels, maar ook door spionage. Die informatie werd vervolgens naar Engeland gestuurd. Door die laatste activiteit ontstond een nauwe band met Londen waar de Nederlandse regering, samen met koningin Wilhelmina, zetelde. In 1944 waren drie grote organisaties actief: de Ordedienst, de Raad van Verzet en de Landelijke Knokploegen. Daarnaast bleven ook veel kleine groepen actief, want niet iedereen wilde zich aansluiten bij de OD. Men wilde liever zijn zelfstandigheid behouden.
Tijdens haar bestaan had de OD te maken met veel tegenslagen. Al in het najaar van 1940 tot het najaar 1941 vond er een grote golf van arrestaties plaats. Een aantal van de aangesloten groepen werd volledig opgerold door de Duitse SD. De redenen voor de arrestaties waren divers, van onervarenheid tot loslippigheid. Een groot aantal verzetsstrijders waren verraden door V-mannen (Vertrauensmann), zoals Anton van der Waals en de Zaanse Johnny Droog. Anderen werden opgepakt door bekentenissen van eerder opgepakte leden tijdens veelal zeer hardhandige ondervragingen. Er heerste dan ook behoorlijk wat argwaan onderling.
Het eerste OD-proces dat begon op 27 maart 1942 was hiermee een feit. Enkele maanden later werden tweeĆ«nzeventig verzetsmensen, achtenvijftig leden van de OD, samen met veertien verzetsstrijders van de groepen Schoemaker en Mekel, geĆ«xecuteerd in het concentratiekamp Sachsenhausen. Inmiddels was de Sicherheitsdienst al druk bezig het tweede OD-proces voor te bereiden, dat gehouden zou worden in het seminarie in Haaren. In de gevangenis van Scheveningen, bijgenaamd het ‘Oranjehotel‘, zaten zo’n driehonderd gearresteerde OD-ers, waaruit honderd “Todeskandidaten” werden geselecteerd voor dit tweede OD-proces.
Op 27 April 1943 werden uiteindelijk eenentwintig gevangen OD-ers ter dood veroordeeld, waarvan er zeventien daadwerkelijk werden geĆ«xecuteerd. De anderen kregen ‘gratie’, maar werden samen met de andere āTodeskandidatenā doorgestuurd naar concentratiekampen. Slechts veertig van hen overleefden de oorlog.
De 140 verzetsmensen
In 140 verzetsmensen in en rond het tweede OD-proces beschrijft Betty Hoogeveen-Bastiaansop uitvoerige wijze de OD, met de nadruk op de specifieke groep van verzetslieden die terecht stonden tijdens het tweede proces. Na een korte beschrijving van het begin van de OD volgt een omvangrijke beschrijving van de talrijke verzetsgroepen die actief waren en hun netwerken. Die groepen hielden zich bezig met vervalsingen van persoonsbewijzen, illegale kranten drukken en verspreiden, en de distributie van wapens. Ze planden overvallen op gemeentehuizen en distributiecentra, maar ook voor moord deinsde een aantal verzetsstrijders niet terug. De groep Nout/Bastiaans/Roeske was bijvoorbeeld betrokken bij de aanslag op de infiltrant en verrader Gerard Stellbrink. De V-mann was onder andere verantwoordelijk voor het oprollen van de betrokken verzetsmensen in het Hannibalspiel, In het boek staat Hoogeveen-Bastiaans kort stil bij Duitse operaties als het Englandspiel en het Hannibalspiel[2]. Logisch, want het draait in dit boek om de personen en niet om uitvoerig in te gaan op de Duitse operaties.
Het zesde hoofdstuk bevat portretten van 140 verzetsstrijders, waaronder acht vrouwen, en wat hun taken waren binnen het verzet. Nadat in de vorige twee hoofdstukken eerst hun lot centraal staat, en dan in het bijzonder na de oorlog. De meeste verzetsstrijders werden in de oorlog geƫxecuteerd, negenenveertig verzetsmensen overleefden het erbarmelijke verblijf in de concentratiekampen en keerden na de bevrijding huiswaarts, gebukt onder hun traumatische ervaringen, waarvoor op dat moment geen luisterend oor was. Vaak konden deze mensen ook niet praten over de martelingen en de ontberingen die ze meegemaakt hadden. Nederland richtte zich al weer op de toekomst en er kwamen aanzienlijk veel mensen terug uit de kampen die een gruwelijke tijd hadden meegemaakt, zo oordeelde men destijds.
Hoewel Hoogeveen-Bastiaans een voorzichtig, maar niettemin duidelijk pleidooi houdt voor het onbegrip tegenover de overgebleven verzetsstrijders, gaat ze wel aan een paar punten voorbij. Zo werd het verzet na de oorlog roekeloos gedrag kwalijk genomen, vanwege de gevreesde represailles door de Duitse bezetter, na een aanslag of een overval op instanties die onschuldige mensen het leven kostte. Verder was een groot aantal verzetsstrijders communist of op zijn minst sympathiseerden ze daarmee. Na de oorlog brak de tijd van de Koude Oorlog aan en werden communisten en hun sympathisanten beschouwd als een grote bedreiging. Deze verzetsstrijders vonden het daarom beter om maar te zwijgen. Dat neemt niet weg dat de auteur gelijk heeft wanneer ze stelt dat de oorlog ook op de verzetsmensen een dusdanig groot traumatisch stempel heeft gedrukt, dat dit nog generaties lang doorwerkt. Ook al hebben velen niet over hun ervaringen gesproken.
Doelstelling van de auteur
Wat begon als een persoonlijk verhaal over haar vader Henk en oom Gerard Bastiaans groeide met dit boek uit tot een tamelijk omvangrijk werk, zowel letterlijk als figuurlijk. De auteur heeft er duidelijk veel tijd in gestoken. Er is ook een klein hoofdstuk gewijd aan de tegenstanders, zoals de auteur de medewerkers van de SD en de Abwehr, en de V-mannen noemt. Tussen de informatieve stukken worden sommige feiten explicieter uitgelicht. Het boek bevat tevens een aantal bijlagen.
Opvallend is dat Betty Hoogeveen-Bastiaans, naast het verzet, ook uitgebreid stil staat bij de diverse concentratiekampen: hun doel, de routines, het verblijf, vermengd met persoonlijke verhalen. Was dit hier noodzakelijk? Natuurlijk heeft dit onderwerp betrekking op de straf van een aantal verzetsstrijders, maar aan de andere kant zijn er in de loop van de tijd al behoorlijk veel boeken verschenen over het gruwelijke leven in de concentratiekampen. Toch valt voor de beschrijving in dit boek wel iets te zeggen. Door die volledigheid wordt de indruk gewekt dat dit boek tevens een standaardwerk wil zijn. Die gedachte wordt versterkt door de beschrijving van de vele persoonsnamen en de vele verzetsgroepen die de gewone lezer af en toe behoorlijk doen duizelen. Daardoor is 140 verzetsmensen niet een boek geworden dat je āevenā ter hand neemt om op een regenachtige middag geĆÆnteresseerd te gaan lezen. Is het een heus standaardwerk over het verzet en de OD geworden? Het ligt er dicht tegen aan. Maar om een heus standaardwerk te zijn, zijn sommige themaās wat onderbelicht gebleven en had de redactie zorgvuldiger gekund.
Het is echter wel een belangrijk boek, omdat Betty Hoogeveen-Bastiaans de verzetsstrijders weer tot leven laat komen, nadat ze lange tijd miskend zijn geweest. De auteur pretendeert met haar boek niet om van de verzetsstrijders helden te maken. Ze is daar helder in. Velen wilden ook niet gezien worden als helden. Ze deden het werk uit vaderlandsliefde of uit naastenliefde, anderen pleegden verzet uit gevoel van gerechtigheid. En waar de strijd gezocht wordt, hoe triest ook, vallen nu eenmaal gewonden en doden. Uit dit boek blijkt wederom dat het verzet in de Tweede Wereldoorlog geen goed geoliede machine was. Een conclusie die al vaak getrokken is. Er ging nog wel eens wat fout. Zo was bijvoorbeeld niet iedereen goed op de hoogte wanneer er een dropping aanstaande was, waardoor de gedropte mensen niet opgehaald werden. Ook aanslagen verliepen niet altijd op de juiste manier. We kunnen dat het verzet kwalijk nemen, maar we kunnen ook meer begrip hebben voor de moed die nodig was om met verhoudingsgewijs enkele mensen de strijd aan te gaan met een grote bezettingsmacht. Laten we eerlijk zijn, bewonderen we in deze tijd ook niet het verzet in de huidige oorlogen die gaande zijn in de wereld? Waarom kan dat dan ook niet bij het verleden?
140 verzetsmensen in en rond het 2de OD-proces. Wie waren zij, wat deden zij, wat was hun lot
Betty Hoogeveen-Bastiaans
In eigen beheer uitgegeven
ISBN 978.9090.3756.56
Verschenen oktober 2023
[1] Nacht und Nebel -gevangene, kortweg: NN. Dit waren gevangenen van wie de Duitsers probeerden hun identiteit als mist te laten verdwijnen.
[2] – Het Englandspiel was een Duitse operatie in de Tweede Wereldoorlog, aangeduid met Operation Nordpol of Operation Pol Nord door de Duitse contraspionagedienst Abwehr, waarbij een reeks Nederlandse geheimagenten werd gevangengenomen zodra ze vanuit Engeland op Nederlandse bodem gedropt waren.
– Het Hannibalspiel was de naam van het onderzoek naar drie verzetsgroepen, de Rotterdamse verzetsgroep Groep Erkens, groep Clarence, een Limburgse/Belgische verzetsgroep en de Belgische verzetsgroep Groep Luc, een Belgische verzetsgroep dat werd uitgevoerd door de Duitse Oberleutnant Ulrich Schwartz. Dit spel van de contraspionagedienst van de Kriegsmarine leidde tot de ondergang van de drie groepen. Op 30 november 1942 kwamen de 52 gevangenen in Kamp Haaren aan. Op 29 juli 1943 begon in de Utrechtse gevangenis het proces tegen 52 gevangenen, waarvan 22 de oorlog niet overleefden. De naam was ontleend aan de fascinatie die Schwartz had voor de tocht van de Carthaagse veldheer Hannibal over de Alpen.
Bestelinformatie
Bestel als paperback bij bol.com (ā¬ 29,90)