In haar laatste maanden verscheurde Renate Dorrestein enorme hoeveelheden papier. ‘Persoonlijke correspondentie, mappen vol vergeelde emoties, ik kende geen genade. Tegen mijn assistente Andrea zei ik: ‘Stel je voor dat je na je dood, als je je niet meer kunt verweren, een biográáf achter je aan krijgt.’ (Uit: Dagelijks werk. Een schrijversleven, 2018)
Journalist Iris Pronk moest wel even moed verzamelen na het lezen van deze woorden. Maar ze gaat de uitdaging aan: haar biografie van Renate Dorrestein zal bij Querido verschijnen op 4 mei 2024, de zesde sterfdag van de schrijfster.
Iris Pronk (1967) studeerde Nederlandse letterkunde aan de Universiteit Utrecht. Ze is chef cultuur & media van Trouw. Voor die krant – waarvan Dorrestein zelf een trouwe lezer was – interviewde ze de schrijfster geregeld. Pronk vindt het een voorrecht om zich de komende jaren te mogen onderdompelen in Dorresteins leven en werk, ‘ook omdat haar boeken scherpzinnig, kleurrijk en ontzettend humoristisch zijn, zelfs als ze gaan over de diepste krochten van de menselijke ziel’.
Renate Dorrestein (25 januari 1954 – 4 mei 2018) heeft altijd van de pen geleefd. Haar eerste meters maakte ze in de journalistiek: ze schreef reisreportages voor Panorama en was redacteur van feministisch maandblad Opzij. Haar columns waren scherp, geestig en geëngageerd; ze maakte korte metten met ‘de gemiddelde man’ maar ook met sektes binnen de vrouwenbeweging. ‘Een feministische Pietje Bell’, zo typeerde ze zichzelf. Met haar debuutroman Buitenstaanders (1983) maakte ze meteen indruk. Ze werd een van de meest gelezen schrijvers van Nederland. Door haar oeuvre lopen opvallende rode draden. Het gezin is voor haar personages geen veilige haven, eerder een horrorkabinet, een concentratiekamp achter de voordeur. De zelfmoord van haar jongste zus drukte een stevig stempel op haar schrijverschap, net als de vermoeidheidsziekte me waaraan de schrijfster jarenlang leed.
Bron: Querido