Al jaren woedt er in Groot-Brittanniƫ een onderhand potsierlijk gevecht tussen Andrew Lownie, zelfbenoemd biograaf van de beroemde Lord Mountbatten (1900-1979), en de Britse staat. Eerst ging de strijd om publieke toegang tot de 4500 archiefdozen die de familie van de laatste viceroy van India, Lord Mountbatten dus, aan de universiteit van Southhampton had verkocht. Behalve de dagboeken van de Lord en zijn eega Edwina die de periode 1920-1968 coveren, bevat het archief onder meer twaalfhonderd brieven van koningin Victoria (1819-1901).
Inmiddels is na jaren touwtrekken volgens de universiteit ‘99,8%’ van deze dozen toegankelijk gemaakt voor historici. So far, so good ā ook al liepen de advocaatkosten voor Lownie naar eigen zeggen op tot zo’n 450.000 pond, rond de half miljoen euro, die maar voor een deel gecompenseerd werden door meerdere crowdfunding-acties. Maar deze maand nam de strijd om de laatste 0,2% een bizarre nieuwe wending: na een beroep op de wet die overheidsinstanties verplicht openbaar te maken welke informatie zij verzamelen over individuele burgers, kwam Lownie erachter dat de staat ijverig informatie over zijn doen en laten aan het vergaren was om een ‘lastercampagne’ te kunnen lanceren, mocht de nood daartoe zich voordoen in verband met god weet welke compromitterende geheimen in de resterende 0,2 procent van het archief, zeg de laatste negen dozen.
De staat, dat is in dit geval het Cabinet Office, het ministerie dat de Britse premier en het kabinet moet ondersteunen en met ruim tienduizend man personeel de brug vormt van het kabinet naar alle andere ministeries (ter vergelijking: het ministerie van Algemene Zaken dat onze premier en het kabinet ondersteunt telt inclusief onder anderen de Rijksvoorlichtingsdienst slechts rond de vierhonderd medewerkers). Ook de Britse overheid heeft inmiddels honderdduizenden ponden uitgegeven aan juridische kosten om Lownie te dwarsbomen.
De hoge functies die Mountbatten voor de Britse staat en de Navo vervulde, zijn talrijk, maar wat vooral tot de verbeelding van biografen spreekt is de periode dat Mountbatten de gang naar onafhankelijkheid van India leidde van Britse kant, inclusief de bloedige afscheiding van Pakistan als islamitische staat. Voor de royalty-roddelpers is het seksleven van Edwina Mountbatten dan weer interessant omdat zij mogelijk een verhouding heeft gehad met de Indiase leider Jawaharlal Nehru. De eveneens nogal overspelige Lord Mountbatten was ook de oom van Prins Philip, de vader van de huidige koning Charles. In 1979 werd de inmiddels bejaarde Lord vermoord door Provisional Irish Republican Army door een bom die deze vermeende patriotten in zijn vissersboot hadden geplant.
Mountbatten was er zelf mee akkoord gegaan dat de staat de 4500 dozen eerst mocht nazien op staatgeheimen die beter geheim konden blijven. Maar toen de familie het archief verkocht aan de universiteit, waarvoor belastingbetalers via het National Heritage Memorial fund en het district Hampshire ruim twee miljoen pond op tafel legden, was het de bedoeling dat alles openbaar zou worden. De universiteit hield zich echter aan een door de staat opgelegde blokkade.
Die is dus nu voorbij maar elke biograaf zal de honger van Lownie en anderen begrijpen om de laatste negen dozen te mogen inzien. Het Cabinet Office wil nog even geen commentaar geven op de dossiervorming over Lownie en de inhoud van de laatste 0,2 procent archief.
Lownie’s biografie van Mountbatten verscheen in 2019. Volgens Lownie heeft het Cabinet Office vanaf 2018 zoveel materiaal over hem verzameld dat men hem liet weten 650 arbeidsuren (dus zo’n vier maanden) nodig te hebben om alle informatie te verzamelen en dat hij zijn verzoek om openbaarmaking derhalve moest ‘opbreken in periodes van elk zes maanden’. De verzamelde informatie heeft volgens Lownie onder meer betrekking op rechtszaken die hij won en die ‘niets te maken hadden met mijn activiteiten als historicus’. Een woordvoerder van de regering liet weten: ‘Deze beweringen missen elke grondslag’.
We zullen zien.
Bronnen: The Guardian, Wikipedia English