Joséphine Bonaparte vond zichzelf uit

Alexandre de Beauharnais voelde zich met de Creoolse in de aap gelogeerd. Hij verwachtte een wildebras die haar gebrek aan opvoeding zou compenseren door een exotische natuurlijkheid. Hij zag een onnozel wicht dat, getuige haar verrotte gebit, iets te vaak van de vruchten van de suikerplantage van haar vader had gesnoept en over poëzie, de opera of het hofleven weinig te melden had. De onverbeterlijke rokkenjager was niet gelukkig met Marie-Josèphe-Rose de Tascharde de La Pagerie, dochter van een slavenhouder uit Martinque. Hij besloot van zijn vrouw een project te maken, “om met behulp van mijn inzet, de zo tragisch verwaarloosde eerste vijftien jaren van je leven te herstellen.” De heropvoeding mocht niet baten. Binnen een jaar liep het verstandshuwelijk op de klippen en wilde Alexandre, notabene op grond van haar overspel, een scheiding van tafel en bed. De Creoolse ontving het bericht van zijn maîtresse. Scenes uit een huwelijk aan de vooravond van de Franse Revolutie.

De kop van Alexandre zou rollen tijdens het terreurbewind van Robespierre, die van zijn verlaten echtgenote werd ternauwernood gered. Zij vond zichzelf opnieuw uit. Want daarover gaat Joséphine. Verlangen, ambitie, Napoleon van Kate Williams. Hoe een niet buitengewoon aantrekkelijke vrouw van niet al te fortuinlijke ouders zich een stijl en elegantie aanmat waarmee ze de jetset van Parijs aan haar voeten kreeg. Joséphine was de Lady Gaga van de Thermidor, een stijlicoon die het stijve korset verruilde voor de hemdjurk en een smal rood lint rond de nek, verwijzingen naar het gevangenistenue en de snee van de guillotine tijdens de Terreur. Ze was de ster van het Bal des victimes, waar gasten elkaar begroetten met een ferme hoofdknik.  Een Corsicaanse brigadegeneraal viel als een blok voor haar présence. Nadat ze met elkaar de nacht hadden doorgebracht, kon hij zijn “bezoeken aan het donkere woudje” maar moeilijk vergeten. Napoleon was “overrompeld en betoverd door haar repertoire aan technieken en haar vleiende interesse in hem.”

De lezer van Joséphine wordt overrompeld door dit soort anekdotiek. Williams schrijft de sterren van de hemel en paart haar stilistische gedrevenheid aan een totaal gebrek aan bronnenkritiek, zodat de straten in de hoogtijdagen van Napoleon overladen zijn met dolenthousiaste Fransen die de keizer en keizerin hartstochtelijk toejuichen wanneer hun koets de Tuilerieën verlaat om naar Malmaison af te reizen. Daar schijnt de zon altijd en staan de rozen door de botanische talenten van Joséphine Bonaparte steevast in bloei. Bladluis bestaat niet in de wereld van l’imperatrice. Eigenlijk kun je zo geen biografie meer schrijven, maar – ach – wat heb ik genoten van William’s aanpak.

En gelachen. Zo lezen we dat de verleidingskunsten van Napoleon in geen verhouding staan met zijn veroveringsdrang. Hij was geneigd vrouwen op wie hij viel zwijgend en nors aan te staren, met een diepe frons in het voorhoofd, totdat ze zich ongemakkelijk begonnen te voelen. De liefdesdaad was in de keizerlijke bedstede van de prematuur ejaculerende soort, vrouwen in zijn omgeving werden bij voorkeur gebruuskeerd. Hij zag ze als “versiering op feestjes, en dat is het ongeveer wel.” Napoleon krijgt in de biografie van Williams de gedaante van een onopgevoede seksist – “vrouwen behoren toe aan de hoogste bieder” – die zijn totale gebrek aan egards gecompenseerd zag in zijn lieftallige echtgenote. Hij was sjofel, vies en lomp – zij beminnelijk, gastvrij en gracieus. Twee tegenpolen die een totaalplaatje vormden. “De natuur heeft mij een sterk en resoluut karakter gegeven; jou maakte ze van kant en gaas,” vatte Napoleon hun charisma kort en bondig samen.

Vanzelfsprekend ging het bergafwaarts met Napoleon, nadat hij Joséphine had ingeruild voor Marie Louise van Oostenrijk. Hij hunkerde naar de terugkeer van haar “kleine rode zee” en een troonopvolger, maar toen die uitbleef moest de liefde wijken voor het lands belang. “Ik ben getrouwd met een baarmoeder,” merkte hij fijnbesnaard over zijn tweede echtgenote op. Joséphine overleed op 29 mei 1814 in haar geliefde Malmaison, Napoleon stierf moederziel alleen op Sint-Helena. Hij ijlde in zijn koortsaanvallen over haar. “Ze zei me dat we elkaar snel weer zouden zien en dat we elkaar nooit meer zouden verlaten.” Williams krijgt het zonder blikken of blozen uit haar pen. Ook zijn laatste woorden roepen geen vraagtekens op. “France, armée, tête d’armée, Joséphine.”

Joséphine. Verlangen, ambitie, Napoleon
Kate Williams
Uitgeverij Prometheus / Bert Bakker
ISBN 9789035142732
Verschenen juli 2014

Bestelinformatie

Bestel hier als paperback bij bol.com (€ 12,50 – midprice)

Eric Palmen
Eric Palmen
Eric Palmen is historicus en hoofdredacteur van Biografieportaal. Hij schreef onder andere Kaat Mossel, helleveeg van Rotterdam en Dwaze liefde, een familiegeschiedenis, uitgegeven bij Prometheus. Voor Historisch Nieuwsblad, de Volkskrant,Vrij Nederland, Het Parool en Elsevier Weekblad schreef hij artikelen over de biografie.

Fijn als je dit artikel met anderen deelt:

Lees ook...

LAAT EEN REACTIE ACHTER

Vul alstublieft uw commentaar in!
Vul hier uw naam in