“Zij is een vrouw om paarden mee te stelen”, is een intrigerende opmerking van gabber en drinkebroer Rijk de Gooyer. Onvoorspelbaar, spannend en soms gevaarlijk dus. De mooie metafoor staat in Adèle. Uit het rijke leven van Adèle Bloemendaal, van de hand van journalist en biograaf Henk van Gelder. Een dag voordat het een jaar geleden is dat de cabaret-, theater- en televisiediva overleed, verschijnt haar biografie.
Ik ben van ’65 en was dus heel jong toen Adèle steeds bekender werd, maar ik zie nog de platenhoes voor me van het Schaep met de vijf pooten. En hoor nog mijn moeder galmen, Het zal je kind maar wezen , yeah yeah yeah yeah, of We benne op de wereld om mekaar om mekaar , te hellepen nietwaar. Volgens mij heb ik die plaat ergens. Geboren in Friesland, maar met een moeder uit Amsterdam en een vader uit de stad waar het mooiste Nederlands werd gesproken, Haarlem, maakte het Jordanese gezang diepe indruk. En Adèle zag er uit als mijn oudtante, al was die wel veel netter natuurlijk. Vanaf dat moment hield ik haar in de gaten.
Amsterdam
Adèle en Amsterdam zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden. De hele wereld heeft ze afgereisd, liefst op kosten van bladen of televisieprogramma’s die in ruil graag verhalen en vooral ook beelden wilden van een wellustige, op het oog vervaarlijke blonde dame die het lonken niet kon laten. Maar altijd kwam ze terug naar haar woonplek in de buurt van het Leidseplein, waar ze haar witte wijntjes dronk en waar haar onnavolgbare lach vaak heeft geklonken.
Schrijven kon ze ook, precies zoals ze smakelijk kon vertellen. Haar eerste man, Ben Bloemendaal, die voor Fokker werkte en naar California ging om voor Lockheed te werken, was een verwoed autoliefhebber en racer. Adèle, die in eerste instantie genoot van de emigratie naar het land van de onbegrensde mogelijkheden, schrijft naar huis over een bezoek aan de racebaan. Ze ontvlucht de warmte en het lawaai: “Volkomen verwilderd, struikelend over benen van mannen die onder auto’s lagen, opzij springend voor auto’s en omhoog springend voor een plotseling geloei van een motor vlak achter me, bereikte ik een koffiehuis waar ik trillend een kannetje thee bestelde, mezelf verzekerend dat het gewoon een kwestie van wennen en ontspannen was. Heel lang heb ik over mijn thee gedaan. Toen ik tenslotte de deur openrukte van het koffiehuis om me terug te storten, voelde ik me als een christen die de arena in loopt.”
En ze had heimwee. Moest janken, zat zoals ze zelf zei, “hysterisch grienend toeterend mijn neus te snuiten” als ze de opgestuurde elpee van Johnny Jordaan beluisterde.
“Waarmee”, volgens Adèle, “bewezen is dat men ondanks dat men Thomas Mann en Shakespeare leest en boetseert als hobby, het feit dat men een geboren Jordanees is, zich niet verloochent.”
Vrijheid
“Zo weinig en zo snel mogelijk doen, voor zo veel mogelijk geld, om het daarna weer snel om te zetten in reizen, theaterbezoek in Londen, tweedjasjes bij Burberry, diepzeeduiken, een buitensporige hoeveelheid bloemen in huis, boeken, platen, kleren lekker eten, kortom in schaamteloos vergankelijk plezier, om de volgende maand wéér niet te weten waar ik het vandaan moet halen. Dat geeft mij de illusie van vrijheid”, schreef ze in een van haar columns voor weekblad Privé.
Omdat Adèle op die manier in het leven stond, waren er naast successen ook heel veel mislukkingen. Eigenlijk kon ze niet zo goed functioneren wanneer ze niet uitgedaagd werd, zou steeds vaker blijken. Ze had er ook soms geen zin in en dan kwam ze gewoon niet opdagen, of ze verzon een smoes. Dat leverde haar veel verbroken vriendschappen en uiteindelijk ook veel eenzaamheid op.
Stem
Maar als ze er wèl zin in had, dat werd het ook echt bijzonder.
“Toen ze Het Bombardement inzette, werd het heel stil in de zaal”, vertelde schrijver van het lied Flip Broekman aan Van Gelder. “En pas na een couplet besefte ik, die tekst is van mij. Ze had het zich zo eigen gemaakt dat ik het niet eens meteen herkende. Ik was in de hemel terechtgekomen.”
Haar stem, herkenbaar uit duizenden, en vooral haar lach – u weet wel, van die Brosreclame – zit in ons collectief geheugen. Bij de ‘highbrow’ mensen vanwege haar vertolking van Mijn zoon van Bertolt Brecht, of van De vleselijke woning van Hans Dorrestijn. Bij de ‘lowbrow’ mensen meer door haar carnavalskrakers als Loe, der legt een lijster in de la of Wat heb je gedaan Daan. Adèle was van iedereen en daardoor ook van niemand.
Het boek leest als een trein en is een mooi aaneengeregen ketting van anekdotes. Herinneringen, al dan niet door Van Gelder zelf opgetekend uit de mond van collega’s als Jenny Arean, Marjan Berk en Hans Dorrestijn, van zus Yvonne Hameetman (de meisjesnaam van Bloemendaal), van zoon John Jones, en van producenten en begeleiders. In een chronologisch verhaal is de journalistieke plicht gedaan. Meer dan een halve eeuw culturele geschiedenis komt voorbij. Er verschijnt een gedegen, maar nergens echt verrassend beeld van de vrouw die voor de een te ordinair en te losgeslagen, voor de ander te kritisch, of voor weer een ander te eigengereid was.
Ik hoop dat er na deze biografie een mooi fotoboek komt, met dvd plus cd. Want over Adèle moet je niet alleen lezen, die moet je vooral zien, èn horen!
Adèle. Uit het rijke leven van Adèle Bloemendaal
Henk van Gelder
Nijgh & Van Ditmar
ISBN 9789038801537
Verschenen in januari 2018
Bestelinformatie
Bestel hier als paperback bij Athenaeum Boekhandel (€ 19,99)