Er zijn duizenden boeken over Jeanne d’Arc geschreven, dus een nieuwe publicatie moet met een goed verhaal komen. De afgelopen jaren verschenen er heel wat andere publicaties over hetzelfde onderwerp, over de hele breedte van het spectrum. Van de Franse politicus en ondernemer Jean Cluzel verscheen Jeanne d’Arc. La politique par d’autres moyens (2006). Daniël Hobbins bracht in 2007 met The Trial of Joan of Arc het bronnenmateriaal over het kettersproces dat tegen haar gevoerd is opnieuw uit; dit betrof overigens de eerste Engelse versie in decennia. Eind 2014 verschenen nog twee nieuwe Engelstalige biografieën: Helen Castor schreef met Joan of Arc, A History met een nadruk op de vrouwen aan het Franse hof. Van Kathryn Harrison verscheen, Joan of Arc. A Life Transfigured. Harrison is van huis uit fictieschrijver en gaat meer in op de receptie.
De Amerikaanse Larissa Juliet Taylor, verbonden aan Colby College in Maine, heeft een mooie staat van dienst als mediëvist: ze houdt zich al meer dan twintig jaar bezig met het katholicisme in Frankrijk. Haar biografie van Jeanne d’Arc wordt gelanceerd als ‘de eerste wetenschappelijke biografie’. In Nederland wordt het boek uitgebracht door het Historisch Nieuwsblad, als vijfde in een biografieënreeks. Het Historisch Nieuwsblad houdt niet van geknoei in de marge: eerder kwamen Churchill, Martin Luther King, Lodewijk XIV en Napoleon aan bod.
Frankrijk – welk Frankrijk?
Jeanne d’Arc stapt tevoorschijn uit de periferie, in verschillende opzichten. Ze is een telg van een eenvoudige – maar niet arme – boerenfamilie in Domrémy in Lotharingen, het noordoosten van het huidige Frankrijk. Het gebied waar ze woont wordt in haar tijd, begin vijftiende eeuw, amper tot Frankrijk gerekend. Het is belangrijk om iets dieper op de situatie in Frankrijk in te gaan om te begrijpen hoe Jeanne zo’n hevig maar kort succes kon hebben.
De regio rond Domrémy is betwist territorium – maar daarin bepaald niet uniek: Frankrijk bevindt zich middenin een periode die later bekend werd als de Honderdjarige Oorlog. Dit was in feite een reeks opvolgingsoorlogen tussen de koningshuizen Valois en Plantagenet, uitgevochten tussen Franse en Engelse legers, omdat de van origine Franse Plantagenets op dat moment koningen zijn van Engeland.
Frankrijk is verdeeld: de Franse koning Karel VI lijdt aan steeds heviger aanvallen van waanzin. Vanuit de familie zijn er allerlei partijen die zich met de gang van zaken bemoeien. Karels broer, Lodewijk van Orléans, kan zijn invloed in toenemende mate doen gelden, mede door zijn wel erg warme betrekkingen met koningin Isabella. Zijn voornaamste tegenstrever is zijn neef Jan zonder Vrees, de hertog van Bourgondië. Orléans wordt in 1407 vermoord door toedoen van Bourgondië. Bourgondië houdt zich bovendien notoir afzijdig als het Franse leger in 1415 verpletterend wordt verslagen bij Azincourt.
De jaren daarna breidt Bourgondië zijn machtsbasis uit en neemt Parijs in. De zoon van Karel VI, de dauphin of kroonprins die ook Karel heet, is op dat moment een tiener zonder stevige machtsmachine achter zich: hij vlucht. Uiteindelijk laat hij Bourgondië vermoorden bij een verzoeningspoging.
Ondertussen houden de Engelse troepen huis in grote delen van het land, en het Franse machtsvacuüm leidt al snel tot de volgende nederlaag. Na de val van Rouen in 1419 wordt in het verdrag van Troyes vastgelegd dat de dauphin wordt uitgesloten van troonsopvolging. Zijn eigen moeder Isabella heeft Karel VI ertoe bewogen hun dochter Katharina aan de Engelse koning Hendrik V uit te huwen, en zij krijgt in 1421 een zoon, Hendrik VI. Ineens lijkt het mogelijk dat hij de toekomstige koning van Engeland én Frankrijk wordt, maar Hendrik V overlijdt en diens broer treedt op als regent van Frankrijk. De dauphin ondertussen trekt zich terug in de Loirevallei.
Ambitie
Dit is het politieke landschap waarin Jeanne zich aandient in 1429. Zij is dan ongeveer zeventien en beweert al een paar jaar stemmen te horen die haar opdragen om ‘naar Frankrijk te gaan’. Zij is ervan overtuigd dat deze stemmen van God komen. Ze moet een onwaarschijnlijke dosis overtuigingskracht hebben, want het lukt haar om via gearrangeerde ontmoetingen met lagere en later hogere adel uiteindelijk de dauphin te spreken. Hij is dan nog zeer sceptisch, maar nadat Jeannes geloof zuiver is bevonden en zij verder alle andere kritische bevragingen doorstaat, besluit hij blijkbaar toch dat zij nuttig kan zijn. Waarschijnlijk heeft niemand aan het hof voorzien hoe ontzettend populair ze zou worden.
Er zijn in de loop der tijden allerlei verklaringen bedacht voor deze cruciale wending. Jeannes stemmen en haar latere visioenen zijn dan hallucinaties verklaard door migraine, epilepsie of zelfs tuberculose – of ze was een pathologische leugenaar.
Echter: de snelheid waarmee ze haar militaire talent ontplooide, haar fysieke kracht én haar overtuigende persoonlijkheid maken bovenstaande verklaringen onwaarschijnlijk. Taylor, die zich juist grondig verdiept heeft in de militaire aspecten van Jeanne’s optreden, maakt duidelijk dat Jeanne geen ijlende, fragiele mystica kan zijn geweest. Ze citeert uitgebreid uit het beschikbare bronnenmateriaal: als Jeanne een fysieke aandoening had die hallucinaties gaf, hoe kon ze dan de intensieve legertraining doorstaan en daarna zo energiek leiding geven? Als ze ‘iets pathologisch’ had, waarom omschrijven haar dorpsgenoten haar dan zonder uitzondering als een gewoon, vrolijk meisje waar weinig opvallends aan was?
Taylor stipt ook fijntjes aan dat de plausibiliteit van een bepaalde theorie vaak in ‘the eye of the beholder’ is: het is niet voor niets dat de medische verklaringen voor Jeanne’s stemmen vaak zijn geopperd door historici – niet door medici.
Taylor stelt dat het beeld dat uit de bronnen naar voren komt consistent genoeg is, maar ongemakkelijke vragen opwerpt. Volgens die bronnen was Jeanne d’Arc een meisje van eenvoudig achtergrond. Ze beschikte over drie eigenschappen die haar lot zouden bepalen. Ze was zeer gelovig maar niet dweepziek, ze was een hele snelle leerling en last but not least beschikte ze over een opvallend robuust gestel. Taylor suggereert een vierde eigenschap: ambitie. Ambitie maakt dat ze weg wil uit haar dorp, dat ze weliswaar zegt dat ze ‘het liefst haar moeder helpt’ maar daar niet naar handelt, en wellicht ook dat ze zich uiteindelijk vergist in de steun van Karel VII. Tegen de tijd dat de Engelsen haar in handen krijgen is ze een geduchte tegenstander. Toch is er geen noemenswaardige inspanning van het Franse hof om haar terug te krijgen.
Dat het bronnenmateriaal over Jeanne zo uitgebreid is heeft te maken met de afloop: er zijn twee rechtszaken om haar orthodoxie gevoerd. Beide rechtszaken kwamen voort uit pragmatische motieven. De Engelsen konden haar niet zomaar doden; ze moesten haar berechten om de legitimiteit van Karel VII te ondergraven. Als Karel VII echter – bijna twintig jaar later – uiteindelijk de overhand krijgt, wil hij deze smet van zijn blazoen. Zodoende komt er een rehabilitatieproces, dat in 1456 resulteert in de nullificatie van het eerste vonnis – 25 jaar na Jeannes dood op de brandstapel. In feite stond in beide rechtszaken de uitkomst vooraf vast.
Jeanne d’Arc van Larissa Juliet Taylor is interessante leesstof, juist omdat het redelijk onspectaculair van toon is. Een noot van kritiek over de aankleding: waarom is er gekozen voor dit specifieke schilderij op de omslag? Een 17e-eeuws schilderij van anonieme makelij, met een ondanks het harnas wel erg popperige Jeanne met strikken en veren, en lange loshangende krullen. Al is het maar omdat alle bronnen vrij specifiek haar pagekapsel – kort in de nek – benoemen.
Larissa Juliet Taylor lost het raadsel van Jeanne d’Arc niet op, en geeft ons zo een veel interessanter verhaal. Een aantal theorieën die op het eerste gezicht best geloofwaardig zijn, kunnen naar de prullenbak. Om een bekende fictieve speurder te parafraseren: Wat er over blijft, mag dan onwaarschijnlijk zijn, maar we moeten het ermee doen: een meisje van een jaar of 17 dient zich aan en ontpopt zich in nog geen twee jaar tijd tot legeraanvoerder en heilige.
Jeanne d’Arc
Larissa Juliet Taylor
Veen Media
ISBN 9789085714712
Verschenen in februari 2015