Volgens de koloniale blik van Nederlandse psychiaters stond de ‘Javaanse psyche’ onafhankelijkheid in de weg

‘Emotioneel’. ‘Fantasierijk’. ‘Kinderlijk’. ‘Emotioneel’. ‘Impulsief’. ‘Overdreven genotszucht’. ‘Grote ijdelheid’. ‘Fixatie op seksualiteit’. ‘Niet gesteld op huiselijke gezelligheid’. ‘Gering plichtsgevoel’. ‘Geen spaarzaamheid’. ‘Suggestibel’. Met onder meer die woorden zou volgens Nederlandse koloniale psychiaters als Feike van Loon en Petrus Henri Marie Travaglino ‘op wetenschappelijke gronden’ de Javaanse psyche te typeren zijn. Zij introduceerden hun opvattingen over die zogenaamd andere psyche dan de Westerse rond 1920 in Nederlands-Indië.

Op basis daarvan waarschuwden zij ook voor een te snelle onafhankelijkheid van de kolonie. Dit racistische gedachtegoed was zowel koren op de molen van conservatieve politici, als voedingsbodem voor protest en verzet van Indonesische artsen en psychiaters.

Tegenzin

Marens Engelhard, voormalig directeur van het Nationaal Archief en het Stadsarchief Amsterdam, bespeurde tijdens het schrijven van zijn boek De ‘Javaanse psyche’ een groeiende tegenzin bij zichzelf bij het bestuderen van de psychiatrische vakliteratuur van onder meer Van Loon en Travaglino. Hij vroeg zich zelfs af of het nodig was ‘hun opnieuw een podium te bieden, zelfs in de bescheiden context van een boek’.

Het is echter goed dat Engelhard zich over die voorstelbare tegenzin heeft heen gezet. De geschiedenis is immers wat die is. En volgens een bekend cliché kunnen we daarvan leren – hoewel daar volgens weer een ander cliché over te twisten valt. Zijn reconstructie van toenmalige heersende opvattingen onder koloniale psychiaters schetst hoe dan ook inzicht in de context waarbinnen zijn grootouders Chris Engelhard (1887-1959) en Amy Knappert (1890-1976) in 1916 als twintigers met een baby van vier maanden de oversteek naar Nederlands-Indië waagden.

Aan de hand van drie dagboeken van zijn grootvader en enkele tientallen brieven van zijn beide grootouders beschrijft kleinzoon Engelhard hun leven in Indonesië. Hij hoopte zelf in Indonesië in bewaarde documenten tevens ‘de stem van de patiënten van zijn grootvader op te vangen’. Dat is nauwelijks gelukt, weinig ziektegeschiedenissen waren bewaard. Evenmin vond hij er veel aanknopingspunten over in de dagboeken en brieven van zijn grootvader. Dat maakt zijn boek er echter niet minder onderhoudend om.

Weerzin

Als pas afgestudeerd psychiater kan Chris Engelhard een aanstelling krijgen in Buitenzorg (Bogor), in een gerenommeerd krankzinnigengesticht. Maar op de boot hoort hij van een buurman in de hut naast hem dat hij geplaatst gaat worden in Lawang op Oost-Java, in het gesticht Soember Porong. Dat had deze zee-buurman gelezen in De Locomotief, een krant uit Semarang. In dat Oost-Javaanse gesticht zal Engelhard tot zijn verrassing tweede man onder Travaglino worden.

Met Travaglino en zijn vrouw bouwen de Engelhards geen vriendschap op. Het contact is beleefd maar niet hartelijk. Senang met diens conservatieve psychiatrische en politieke opvattingen is Engelhard weliswaar niet, maar hij mengt zich in Indonesië evenmin in de verhardende politieke discussies. Openlijk valt hij Travagliano in elk geval niet af.

Proefschrift

In de negen jaar dat hij in Indonesië woont, toont Engelhard zich een productief psychiater. Hij werkt in diverse instellingen en wordt eerste geneesheer-directeur van een nieuw krankzinnigengesticht in Magelang. Ook voert hij diverse omvangrijke onderzoeksprojecten uit. Een daarvan was zijn dissertatie, een experimenteel onderzoek met alledaagse prenten waaraan driehonderd proefpersonen deelnamen. Hij wil weten of die prenten een geschikt diagnostisch middel voor psychiatrische patiënten zijn.

De prenten worden evenwel te vaak niet eens herkend, de methode blijkt dus onbruikbaar. Zijn kleinzoon noemt zijn proefschrift daarom ‘in feite de beschrijving en analyse van een mislukt experiment’. Dat is te kort door de bocht. Het is nu eenmaal part of the scientific game dat er andere dan gehoopte resultaten uit onderzoek kunnen komen.

Mede op basis van zijn proefschrift, dat hij in 1923 aan de Universiteit Utrecht verdedigt en waarvoor het gezin ‘even’ met de boot op en neer gaat, ontwikkelt Chris wel aanmerkelijk mildere en genuanceerdere opvattingen over de Javaanse psyche dan die Van Loon en Travagliano erop nahouden. Nederlandse psychiaters moeten volgens hem voorzichtig zijn met al te stellige uitspraken over hun Javaanse patiënten. Mede door taalproblemen is nog te veel onbekend over hun belevingswereld en wat Javanen echt belangrijk vinden.

Veel explicieter in zijn kritiek dan met een stelling bij zijn dissertatie is Engelhard overigens niet: ‘Uit de grote menigte emotionele psychosen, die men op Java ter opneming krijgt mag men nog niet afleiden – zoals Travaglino doet – dat het karakter van de Javaan zich meer in het bijzonder onderscheidt door grote emotionaliteit.’

Het gezin Engelhard in Den Dolder. Bron: De ‘Javaanse psyche’

Scheiding

Privé krijgt het gezin Engelhard al snel het nodige voor de kiezen. Zo overlijdt in 1918 hun tweede kindje. Amy verliest daarnaast in korte tijd drie familieleden die ook in Indonesië wonen.

In 1925 gaan ze definitief terug naar Nederland. Eerst naar Franeker, waar Engelhard een aanstelling krijgt als geneesheer-directeur van het Geneeskundig Gesticht voor Krankzinnigen. Amy voelt zich in Friesland, waar ze weer kan schaatsen, erg gelukkig en bouwt snel een nieuwe vriendenkring op.

Maar na ruim een jaar verhuist het gezin alweer naar Den Dolder. Chris kan daar geneesheer-directeur van de Willem Arntsz Hoeve worden en ‘zijn idealen over een inrichting als een gelijkwaardige werkgemeenschap van patiënten, verplegers en artsen’ verder gestalte geven. Wederom haar man volgen blijkt voor Amy een opoffering te veel. Het was ‘niet meer gezellig thuis’ en ze kreeg last van depressies. In de woorden van Amy: ‘Het leven is niets anders dan dorre bladeren vergaren.’

Ze scheiden in 1933. Engelhard hertrouwt nota bene met de weduwe van de broer van Amy. ‘De streek die hij mijn grootmoeder en vier kleine kinderen leverde,’ schrijft hun kleinzoon daarover, ‘staat in schril contrast met zijn betrokkenheid bij zijn patiënten en principiële opstelling in de Tweede Wereldoorlog’.

Zedelijke plicht

Uit Chris zich in Indonesië politiek niet openlijk, tijdens de Tweede Wereldoorlog toont hij aanmerkelijk meer moed. In 1943 riskeert hij zijn vrijheid door te weigeren Joodse patiënten van de Willem Arntsz Hoeve uit te leveren aan de Duitse bezetter. Die laat hij per brief weten: ‘In deze stichting zijn sedert bijkans vijf eeuwen door de opeenvolgende regenten en geneesheren die belangen gediend van weerloze krankzinnigen en zenuwzieken, ongeacht ras of godsdienst. Naar mijn mening is het mijn zedelijke plicht die voor mij heilige traditie van menselijk mededogen en geneeskundig dienen zonder enig onderscheid, voort te zetten en te handhaven.’

Dekolonisering

Marens Engelhard concludeert aan het eind van zijn boek dat de koloniale geschiedenis voor ‘een belangrijk deel de geschiedenis van een mentaliteit is’. Dekolonisatie is ‘geen schakelaar’ die je zomaar kunt uitzetten. ‘Dekolonisering is meer een langdurig en onvoltooid proces, ook in onze eigen maatschappij, dan een afgeronde gebeurtenis, en ze heeft minstens zoveel mentale als politieke dimensies.’

Treffend opgemerkt. Het laatste woord daarover is met deze lezenswaardige en betrokken biografie annex familiegeschiedenis nog lang niet gezegd.

De ‘Javaanse psyche’. Koloniale psychiaters in Nederlands-Indië in 1900-1940 Een familiegeschiedenis
Marens Engelhard
Uitgeverij Boom
ISBN paperback 9789024472499
Verschenen in september 2025

Bestelinformatie

Bestel als paperback bij bol.com (€ 26,90)
Vittorio Busato
Vittorio Busatohttp://www.vittoriobusato.nl
Dr. Vittorio Busato is psycholoog, journalist en auteur. Info: vittoriobusato.nl

Fijn als je dit artikel met anderen deelt:

Lees ook...

LAAT EEN REACTIE ACHTER

Vul alstublieft uw commentaar in!
Vul hier uw naam in