Paul Gauguin – ‘een wilde uit Peru’

Na haar biografieën van Strindberg, Munch en Nietzsche heeft Sue Prideaux zich gestort op een andere ‘wildeman’, Paul Gauguin. Wildeman heet haar biografie in de Nederlandse vertaling.

Sue Prideaux begint haar biografie van Paul Gauguin met het releveren van een paar feiten die een nieuwe kijk op het leven van de schilder rechtvaardigen. In de eerste plaats is in 2020 het manuscript opgedoken van Gauguins Avant et apres, tweehonderd handgeschreven pagina’s, geschreven gedurende de laatste twee jaar van zijn leven. Het gaat daarbij om memoires en losse overwegingen van de schilder. Er bestond al wel een oudere versie van de tekst waarmee flink was gerommeld, maar nu kan een biografie gebaseerd worden op het origineel. Een jaar later verscheen in 2021 het lang verwachte laatste deel van Gauguins oeuvrecatalogus, met zijn werken vanaf 1891 tot aan zijn dood in 1903.

Bovendien vond men onlangs, bij de reconstructie van het huis waarin hij stierf op het Polynesische eiland Hiva Oa, in een gedempte put, een glazen pot met daarin vier half vergane mensentanden. Forensisch onderzoek maakte duidelijk dat het om tanden van Gauguin ging en dat die geen resten van cadmium, kwik en arsenicum bevatten, stoffen waarmee indertijd syfilis werd behandeld. Het verhaal dat Gauguin door zijn promiscue gedrag vrouwen op het eiland met syfilis zou hebben besmet, bleek dus niet te kloppen.

Reputatie

De reputatie van Gauguin heeft door zijn exotische en erotische levenswijze op de Polynesische eilanden de laatste decennia een flinke deuk opgelopen. Op de vlucht voor het kille, hypocriete, kleinburgerlijke leven in Frankrijk komt hij aan het eind van zijn leven terecht in Polynesië, waar hij met redelijk succes aansluiting vindt bij de oorspronkelijke bevolking, met de daar geldende natuurlijke levensstijl. Of liever gezegd: wat daar nog van over was, want het Franse koloniale bewind heeft de plaatselijke bevolking al flink wat bedekkende kleding en christelijke religie aangesmeerd. Gauguin komt in conflict met de koloniale kleingeestige overheersers, die vooral op eigenbelang uit zijn, en steunt de plaatselijke bevolking waar hij kan tegen wetteloosheid en willekeur. Met deze biografie rehabiliteert Sue Prideaux de schilder. Dat dat nodig is, is eigenlijk al een gotspe. De ironie wil immers dat de keuzes die hij maakte – waarvoor hij overigens een flinke prijs betaalde – honderd jaar na dato worden veroordeeld vanuit hetzelfde bekrompen wereldbeeld waarvoor hij op de vlucht sloeg.

Paul Gaugain, Tahitaanse vrouwen op het strand, 1891 (public domain)

Zonovergoten droomwereld

Ik heb in de ondertitel van mijn onlangs verschenen biografie het leven van Willem Pijper ‘rusteloos’ genoemd, maar mijn god, adjectieven als tomeloos en tumultueus schieten nog te kort bij de beschrijving van dat van Paul Gauguin. De rollercoaster van diens leven is alleen te begrijpen als je weet hoe hij zijn eerste tien jaar heeft doorgebracht. Zijn ouders – activistische en overtuigde  republikeinen – nemen hem vlak na zijn geboorte mee naar Peru, op de vlucht voor het reactionaire bewind van keizer Napoleon III. In Peru leven steenrijke en machtige verwanten van Gauguins moeder, en er zou een deel van een erfenis voor hen klaarliggen. Op weg naar Peru overlijdt Gauguins vader in Vuurland; het Panamakanaal is er nog niet – later zal Gauguin als dagloner meehelpen met het uitgraven ervan. In Lima leven Gauguin en zijn moeder zeven onbezorgde jaren aan het ‘hof’ van Don Pio Tristán-y-Morisco, een afstammeling van de Spaanse Borgia’s. Zeven jaar lang zwerft de jonge Paul rond in een kleurrijke, zonovergoten droomwereld, verzorgd door inheemse bedienden. Dan neemt zijn moeder hem mee terug naar Frankrijk, waar hij moet zien te wennen aan het grijze, regenachtige rivierlandschap ten zuiden van Orléans en moet hij Frans leren spreken. We zijn dan aangeland op pagina 29 van de biografie, en de rest van het boek levert het onomstotelijke bewijs dat het assimileren hem nooit is gelukt. ‘Ik ben een wilde uit Peru’ zal hij altijd blijven beweren.

Puissant rijk en straatarm

In een kleurrijke stijl, passend bij het onderwerp, schetst Prideaux Gauguins zwerftocht over de aarde. Hij gaat pas laat werk maken van zijn schilderkunst. Voordat hij gehoor geeft aan zijn roeping brengt hij zes jaar door in de koopvaardij en diende hij in de Franse marine. Aansluitend is hij succesvol als effectenmakelaar en als assistent van Gustave Arosa, een sleutelfiguur in zijn leven. Gauguin verzamelt kunst en schildert voor de liefhebberij. Puissant rijk, slaagt hij er voortdurend in meer geld uit te geven dan er binnenkomt. Dat wordt pas een probleem als de beurs instort en Gauguin en zijn gezin berooid achterblijven. Zijn hele leven blijft hij zich verbonden voelen met zijn Deense vrouw en hun vijf kinderen, maar de mentale en fysieke verwijdering tussen hem en zijn gezin is een van de vele pijnlijke rode draden in zijn leven. Het enige dat vanaf dat moment nog telt is zijn schilderkunst.

Paul Gaugain, zelfportret, ca 1890 (public domain)

Citaten

In Prideaux’ kleurrijke stijl is het soms onduidelijk of ze haar eigen impressies weergeeft of Gauguin citeert. In Bretagne maakt Gauguin een tocht door een bos ‘gehuld in alle tinten groen, van absintkleurige populieren tot bijna zwarte sparren en de doffe groengrijze bladeren van de ciderboomgaarden met hun kleine pointillistische groene, gele en oranje appels’. Bij een plaatselijk feest ziet hij  ‘sneeuwwitte coiffes boven donkere jurken als schuim op inktzwart water, hun witte linten dansend in de wind als opstuivende spetters.’ Als hij later voor anker ligt in Tahiti ‘schuimen de koppen van de golven als op een prent van Hokusai en de lantaarntjes van de vissers die op het donkere zeeoppervlak deinden, leken met elkaar een nachtelijke hemel met Van Goghs rondtollende sterren te vormen.’ Het zijn prachtige beschrijvingen, maar als lezer ben je toch benieuwd uit wiens pen die komen. Zeker in het laatste geval, waar de levens van Gauguin en Van Gogh korte tijd zo intensief met elkaar vervlochten raakten. Uit de citaten die duidelijk van Gauguin afkomstig zijn, blijkt in ieder geval dat ook Gauguin, net als Van Gogh, een begenadigd schrijver was.

Afgeleefd

De biografie verveelt geen moment, en dat heeft niet allen te maken met de meeslepende stijl van de auteur. Gauguin stort zich roekeloos van het ene avontuur in het andere. Nog geen vijfenvijftig jaar oud sterft hij op zijn exotische eiland, mentaal en fysiek volkomen op, in elkaar geslagen, ziek, letterlijk afgeleefd. De vele afbeeldingen in kleur ondersteunen de tekst voorbeeldig, en maken duidelijk hoe hij, met zijn volstrekt originele kunst – zijn ‘onlogische’ kleuren en kleurencombinaties, zijn losgeslagen perspectief – en met in die tijd ongekende verbindingen tussen westerse en niet-westerse elementen ruim baan heeft gemaakt voor nieuwe generaties kunstenaars. Dat er geen namenregister is toegevoegd is een minpuntje van het boek.

Wildeman – Het leven van Paul Gauguin
Sue Prideaux
De Arbeiderspers
ISBN hardvover 9789029544009
Verschenen in april 2025

Bestelinformatie

Bestel als hardcover bij bol.com (€ 39,99)

Arthur van Dijk
Arthur van Dijk
Arthur van Dijk studeerde letteren, muziekwetenschap en geschiedenis, is voormalig orkestdirecteur en werkt nu als adviseur in de culturele sector. Hij schreef Een lied dat niet sterven zal. Het rusteloze leven van Willem Pijper (1894-1947) . Daarnaast heeft hij een boek over de 19de-eeuwse kermis in voorbereiding.

Fijn als je dit artikel met anderen deelt:

Lees ook...

LAAT EEN REACTIE ACHTER

Vul alstublieft uw commentaar in!
Vul hier uw naam in