Dag Rakkers! Het boek over Edwin Rutten van Geke Mateboer, gaat evenzeer over Ome Willem, het alter ego van Rutten, als over hemzelf. In de vele anekdotes en herinneringen die het verhaal larderen, komt Rutten uitgebreid aan het woord en klinkt hij net zo onvermoeibaar en enthousiast als de grote kindervriend die hij al vijftig jaar speelt. Met wie hij zó is vergroeid, dat hij hem zijn ‘31 jaar jongere eeneiige tweelingbroer’ noemt. Voor iedereen die groot werd met Ome Willem (en wie is dat niet in dit land?) is dit boek herkenbaar en bij vlagen net zo’n aanstekelijk feestje als het televisieprogramma indertijd was.
Het boek van Mateboer beslaat tien hoofdstukken en een epiloog en pas in het zesde hoofdstuk zijn we aanbeland bij het televisieprogramma ‘De Film van Ome Willem’ dat de geboorte van het personage inluidt dat Ruttens hele verdere leven heeft bepaald. Maar in alle hoofdstukken daarvoor piept Ome Willem om het hoekje. Wanneer Mateboer Ruttens jeugdjaren beschrijft, het gezin waar hij opgroeit met zijn moeder en stiefvader, zijn liefde voor Groningen, zijn schooltijd op het Vossius Gymnasium en zijn studietijd, levert Rutten zelf steeds commentaar. In cursief gedrukte terzijdes kleurt hij de geschiedenis in met herinneringen, zowel aan zijn eigen kinderleven als aan de kinderen die hij tegenkomt op het toneel en in de televisiestudio.
De eerste twaalf jaar
Rutten wordt geboren in 1943 in Groningen. Hij heeft één vier jaar ouder zusje. Zijn ouders gaan uit elkaar wanneer hij twee jaar is, zijn biologische vader verdwijnt uit het zicht en zijn moeder gaat terug naar het Westen. Zij ontmoet filmmaker Gerard Rutten, door Edwin omschreven als een warme man die hij altijd als zijn echte vader zal blijven beschouwen. Er volgt een periode van veel verhuizingen en wisselingen van scholen. Edwin en zijn zusje worden vaak lang uit logeren gestuurd en komen een tijdje terecht in een kindertehuis in Zandvoort. Bij die jeugdjaren, even onrustig als liefdevol, wordt niet al te diepgravend stilgestaan, maar ze blijken bepalend voor Edwin Ruttens opvattingen voor de rest van zijn leven. Rutten is ervan overtuigd: de eerste twaalf jaar in het leven van een kind zijn cruciaal. Dan wordt de basis ingekrast op het emotionele palet van een kind, in positieve en negatieve zin. De modus operandi van Ome Willem is dan ook altijd gebleven: naar kinderen moet je luisteren. Je kunt grappen met ze maken maar je kunt ze niet voor de gek houden. Je moet ze serieus nemen, grote onderwerpen behandelen met humor, levenslust, gekkigheid en grootspraak. Een kind moet je niet kwetsen, niet pesten, kinderleed moet worden voorkomen.
Feestelijke en muzikale jaren
In het gezin was weinig geld, maar het milieu waarin Rutten opgroeide was vrijzinnig en creatief en er klonk veel muziek. Op het Vossius Gymnasium in Amsterdam Zuid ontmoet hij René Holdert en Rogier van Otterloo met wie hij een bandje ‘The Gold Coast Combo’ begint. Hij ontwikkelt zijn kwaliteiten als drummer en als zanger, speelt toneel op school en doet aan cabaret. De middelbare schooltijd ervaart hij als één groot feest, schoolwerk doet hij er een beetje bij. Het combo wordt zo succesvol dat platenopnames en vele optredens volgen. Wanneer Rutten uiteindelijk voor de tweede keer blijft zitten besluit hij van school te gaan en staatsexamen te doen. Hij gaat psychologie studeren en doet dat met tussenpozen, want optredens voeren in zijn leven nog altijd de boventoon. Wanneer er een paar weken geen optredens zijn studeert hij van ’s ochtends vroeg tot ’s avonds laat om de schade in te halen. Pas veel later, in zijn rol als Ome Willem, blijkt hoeveel profijt hij van zijn studie heeft. Zijn relativerings- en inlevingsvermogen, vooral waar het om kinderen gaat, komen hem goed van pas. Rutten typeert zijn vele talenten achteraf als ‘een losse bak gereedschap.’ Zijn professionele spoor kronkelt langs allerlei wegen, hij doet veel dingen tegelijk en heeft niet de focus op één carrière. Hij wordt gevraagd voor van alles en nog wat, het overkomt hem allemaal een beetje, zo lijkt het. Zingen, commercials maken, radio- en Tv-programma’s presenteren, alles pakt hij aan met evenveel plezier en enthousiasme.
Ome Willem
En dan, in 1973 wordt Rutten gebeld door Aart Staartjes die een idee heeft voor een vernieuwend programma voor kinderen tussen de vier en de acht jaar. Het schrijverscollectief, met niet de minsten als Willem Wilmink, Jan Boerstoel en Hans Dorrestijn, levert de teksten, Harry Bannink de muziek. Staartjes is niet op zoek naar een echte acteur maar naar iemand die kan improviseren, zingen èn drummen ‘want dat spaarde weer een muzikant uit’. Bovendien zocht hij iemand die een beetje de uitstraling had van een rechtse bal met een klein hartje. En zo valt de hele bak gereedschap in één keer in het putje en wordt Ome Willem geboren, het karakter waarin alles samenkomt, dat de uitvergroting is van Ruttens aanstekelijkheid, muzikaliteit en inlevingsvermogen. En de rest is geschiedenis, want na 16 jaar televisieshows en 50 jaar duizenden voorstellingen in ziekenhuizen, op schoolpleinen en in theaters in het land is Ome Willem nog altijd springlevend. Het beroemde broodje poep, Ome Willem die zichzelf met drumstokken voor het hoofd slaat en opkomt door een papieren wandje met de kreet Joepiedepoepie, het heeft zich allemaal in ons collectieve geheugen genesteld.
Het is leuk om te lezen hoe het allemaal stap voor stap als vanzelf ontstond. Hoe Rutten op de dag van de eerste opname bedacht om een blauw petje op te zetten, hoe hij uit een soort paniek bij zijn eerste opkomst de kreet Joepiedepoepie verzon. Het televisieprogramma is een strak georkestreerde chaos. Kleuters die moeten plassen tijdens de uitzending of aan ome Willem willen komen vertellen dat ze een nieuw bankstel hebben, lopen zonder voorbehoud het beeld in. Het brengt vrolijke herinneringen terug en de schuin geschreven anekdotes van Rutten dragen bij aan die vrolijkheid. ‘Houdt u van neuken, Ome Willem? Jazeker Rakker, maar nu even niet.’
Stoppen met werken doen we later als we groot zijn
Nadat het televisieprogramma stopt, doet Rutten, al dan niet als Ome Willem, tot op de dag van vandaag, talloze andere dingen. Hij werkt mee aan Het Klokhuis, speelt in musicals, geeft les als zangdocent jazz op conservatoria, is veelgevraagd moderator en inspirator op congressen en begint, geïnspireerd door zijn tweede echtgenote, operazangeres Annet Andriesen, met het schrijven en vertellen van verhalen bij klassieke muziek. Hij leert goed Duits en Engels spreken om zijn familieconcerten ook in het buitenland te kunnen geven. Kinderen enthousiast maken voor klassieke muziek, altijd ‘voor de gaapgrens’ blijven, drie generaties op één rij in de zaal hebben zitten, het inspireert hem en maakt hem vrolijk. Een van zijn twee dochters, naar eigen zeggen net zo’n workaholic als haar vader, zegt: ‘Ik geloof, als je doet wat je leuk vindt, hoef je nooit te werken. Blijf doen waar je gelukkig van wordt, stoppen met werken doen we later als we groot zijn.’
Ome Willem blijkt na 50 jaar nog altijd populair. Of hij nou een concert geeft voor een zaal met kleuters, een serieus congres leidt als dagvoorzitter, of optreedt voor 100.000 man op een popfestival. Met een blauw petje op, ongeveinsde aandacht, aanstekelijke overgave en enthousiasme krijgt hij nog steeds alle vuistjes op elkaar en prinsessen en hoogwaardigheidsbekleders aan het meezingen. Hij tovert lachen op gezichten, en maakt overal waar hij komt kinderen en mensen blij. Op twee afgewezen biografen na, wellicht. Want aan het verschijnen van dit boek ging het één en ander vooraf. Rudie Kagie en Haye van der Heyden begonnen op verzoek van Rutten en zijn echtgenote aan een biografie maar kwamen beiden uiteindelijk niet door de keuring. Geke Mateboer, de derde in de rij, kreeg de zegen wel en maakte een licht en vrolijk boek dat ik met plezier heb gelezen.
Dag Rakkers! Vijftig jaar Ome Willem
Geke Mateboer
AFdH Uitgevers
ISBN paperback 9789493183421
Verschenen in januari 2025
Bestelinformatie
Bestel als paperback bij bol.com (€ 24,50)