Wanneer een Belgisch auteur zelfs in Vlaanderen al vrijwel onbekend is, hoe ver strekt zijn roem zich dan uit onder Hollanders? En dat terwijl de vergeten Conrad Detrez (1937-1985) in 1978 de eerste Belg was die in Frankrijk werd bekroond met de prestigieuze Prix Renaudot. Los van zijn literaire werk, waarvan slechts een tweetal titels een Nederlandse vertaling kent, was het leven van de auteur bepaald enerverend: van slagerszoon, missionaris en journalist naar schrijver en ten slotte diplomaat. En bovenal manifesteerde Detrez zich het grootste deel van zijn leven als revolutionair. Dat laatste maakt dat de biografie Revolutie in Rio, die de historicus Peter Daerden aan hem wijdde, tegelijk leest als een beknopte geschiedenis van revoluties en coups, met name in het Latijns-Amerika van de jaren 60 en 70.
Priesterschap
De weg vanuit zijn geboortedorp in de provincie Limburg via het Leuvense seminarie naar Brazilië is geen voor de hand liggende. De jonge Conrad, de oudste van de drie kinderen Detrez, pikte al vroeg de liefde voor het lezen op. Daarbij leerde hij zich al op jonge leeftijd aan te passen aan de taalwetten. Ofschoon op zijn geboortegrond een Luiks dialect werd gesproken, was Rukkelingen-aan-de-Jeker sinds het vastleggen van de taalgrens Waals gebied. Met een Franstalige vader en een Vlaamse moeder moest hij voortdurend een grens over. Ook het priesterschap dat hij ambieerde behoorde tot een andere wereld. Maar om het ‘land van de toekomst’, zoals Brazilië begin jaren 60 gezien werd, te bereiken was er meer nodig dan een opleiding aan een mistroostig seminarie in Sint-Truiden, gevolgd door het College voor Latijns-Amerika in de kosmopolitischer universiteitsstad Leuven. Maar Rio de Janeiro behoort duidelijk tot een ander continent. Terwijl de Rooms-Katholieke kerk zich na het Tweede Vaticaans Concilie vernieuwde, maakte Detrez in de zomer van 1962 als ‘christelijk geëngageerd’ zendeling de oversteek om er te gaan lesgeven.
Braziliaanse jaren
Wat hem in Rio en andere Braziliaanse steden behalve het carnaval, Copacabana, de vuilnisbelten en de favela’s wachtte was naast de betovering een zoektocht naar de verborgen liefde en huisvesting, en een toenemende twijfel aan zijn geloof. ‘Hij leek nu te sterven van heimwee,’ schrijft Daerden, ‘en verlangde naar de “intensiteit van het leven in vriendschap met God”.’ Hoewel hij ook Frans mocht doceren aan een universiteit in Rio, voelde hij zich echter al snel een zondaar in de tropen. Na van zijn geloof te zijn gevallen evolueerde Detrez van katholiek humanist van linkse signatuur naar marxist-leninist en uiteindelijk militant revolutionair. Zwelgend in negatieve energie van het snikhete land en lijdend onder opeenvolgende gestrande liefdes (zowel met jonge mannen als vrouwen) bekende hij zijn dagboek dat zijn lijden ondraaglijk was en dat hij vreesde te eindigen in waanzin of zelfmoord.
Detrez’ Braziliaanse jaren kenmerken zich door actie, revolutie, avontuur en schrijven. Ondertussen trad hij toe tot de illegale linkse guerrillabeweging Ação Popular, die hem op missie stuurde naar een sloppenwijk in Rio, waar hij de bewoners moest inleiden in het ‘personalistisch socialisme’. Maar, zoals hij later schreef: ‘Wat had het voor zin mensen te willen bevrijden die dat zelf niet wilden?’ Praten over relaties en homoseksualiteit was er echter bij traditionele communisten en geharde stalinisten niet bij. De cultus van mannelijkheid in Zuid-Amerika kreeg vooral gestalte in die van guerrillaleider Che Guevara. Ondertussen joeg de seksuele onrust door zijn lijf. Zijn niet aflatende zoektocht naar nieuwe exotische relaties dreef hem de straat op, naar bars en nachtelijke parken.
Coups en revoluties
Na een Europees intermezzo van bijna een jaar, stak Detrez eind 1965 opnieuw de oceaan over. Precair werd de situatie toen hij in 1967 als lid van Ação Popular werd opgepakt en zelfs gefolterd. Met hulp van de Belgische ambassadeur wist hij na een paar dagen te ontkomen en moest hij het land zo snel mogelijk zien te ontvluchten. Ondertussen had zijn verhaal wel de voorpagina van een Belgische krant gehaald. Maar twee jaar later in Parijs was Detrez verworden tot ‘revolutionair zonder revolutie, journalist zonder krant, minnaar zonder geliefde’. In het voorjaar van 1971 zou hij in Brazilië alsnog bij verstek tot twee jaar gevangenis worden veroordeeld. ‘Detrez kreeg mokerslag na mokerslag. En ook in zijn liefdesleven was er geen enkele vooruitgang meer.’
Zoals al gezegd: Daerdens boek wemelt van deels vergeten coups en revoluties, niet alleen in Brazilië maar later ook in Portugal (de Anjerrevolutie), Algerije en Nicaragua. Het hele Zuid-Amerikaanse continent was in de ban van Che Guevara, Fidel Castro en de Franse marxistische filosoof-schrijver Régis Debray, die in Bolivia een gevangenisstraf van 30 jaar moest uitzitten. Dat neemt niet weg dat Detrez een op zijn minst genuanceerde houding aannam tegenover de revolutionaire leiders die zich, eenmaal aan de macht, in de meeste gevallen ontpopten tot dictators. Als journalist-correspondent voor de Belgische Franstalige openbare omroep RTB en Le Monde maakte hij een belangrijk deel van de geschiedenis van binnenuit mee. Hier en daar ontkomt Daerden in zijn boek niet aan wijdlopigheid, maar het kan niet anders om de context van die jaren op een begrijpelijke manier weer te geven. Het is een werelddeel dat letterlijk ver van ons af ligt en lang niet alle namen zijn voor Europese lezers een halve eeuw na dato nog te plaatsen.
Literaire ambitie
‘Detrez wilde een plaats verwerven in de Franstalige letteren van zijn land,’ schrijft Peter Daerden, ‘erbij horen.’ Uiteindelijk kwam zijn literaire loopbaan pas laat op gang. Daarvoor had hij eerst diverse teleurstellingen en ontmoedigende afwijzingen door uitgevers te verwerken. Na het broodnodige vertaalwerk en de uitgave van een door hem samengesteld werk van de Braziliaanse activist Carlos Marighella, Pour la libération du Brésil (1970), wist Detrez in 1974 voet aan de grond te krijgen bij de Franse uitgeverij Calmann-Lévy, waar hij een contract tekende voor de roman Ludo en maar liefst vijf volgende boeken. Zijn eersteling, die handelde over zijn kindertijd, werd over het algemeen goed gewaardeerd en de schrijver zelf vond een Brusselse, groene enclave om zich in alle rust verder aan het schrijven te zetten. Een jaar later verscheen Les plumes du coq (1975), dat een satire vormt op het bekrompen milieu van de instellingen waarin hij zelf in zijn jonge jaren had gewoond. Met de beschrijving van de onlusten rondom het referendum over de Belgische koning Leopold III, waarbij vier Walen het leven lieten, kende het boek ook een politieke dimensie. Zelf noemde Detrez het boek ‘een lange liefdeszang aan het Luikse volk’.
Prix Renaudot
Inmiddels beland in Lissabon, voltooide Detrez met L’Herbe à brûler (1978) ook het derde deel van zijn ‘gefictionaliseerde autobiografie’. Rond die tijd verscheen de Nederlandse vertaling van zijn tweede boek: De veren van de haan, dat boven de rivieren door Hans Warren, als een van de weinigen, onder de aandacht werd gebracht. ‘Detrez kan schrijven en niet zo zuinig ook,’ schreef verder Vrij Nederland, ‘Het is een boek dat met niets in het Nederlands is te vergelijken.’ Ontgoocheld bleef Detrez echter over de ontvangst van zijn werk in Vlaanderen en Brussel. Met L’Herbe à brûler (Dor gras) kwam Detrez in een literaire wervelstorm terecht. Een Belg die een literaire prijs won in Frankrijk was een grote zeldzaamheid en dat feit werd zelfs in zijn vaderland breed uitgemeten. Bij de bekendmaking van de Prix Renaudot werd hem naar de betekenis van de titel gevraagd. ‘Ik denk dat je je leven moet verbranden,’ antwoordde Detrez. Toen een jaar later ruim tweehonderdduizend exemplaren verkocht waren, er diverse vertalingen in voorbereiding waren en zijn boek inmiddels een cultstatus genoot, kon de schrijver van de opbrengsten een appartement in Parijs kopen.
Naturalisatie
In 1980 bracht Detrez toch nog een bezoek aan Brazilië – ‘het hol van de leeuw’ – , waar de dictatuur, evenals in andere Zuid-Amerikaanse landen, in het slop was geraakt maar ondertussen wel een Portugese vertaling van L’Herbe à brûler was verschenen. Hij schreef ondertussen na La lutte finale (1980) en Le dragueur de Dieu (1980) weer aan een nieuw boek: Les noms de la tribu (1981), dat het sluitstuk vormde van zijn Zuid-Amerikaanse trilogie. Ofschoon Detrez’ faam zich internationaal had verspreid, leek hij even snel uit de literaire gratie te vallen als hij erin was gekomen. Nieuw werk werd door meerdere uitgevers geweigerd. Ook in het homomilieu nam Detrez geen prominente plaats in. Hij had er geen behoefte aan en deed er alles aan om niet als ‘homoschrijver’ te worden neergezet. Ook keerde hij België definitief de rug toe door zich in april 1982 te laten naturaliseren tot Fransman. In dienst van de kort daarvoor gekozen president Mitterrand werd hij cultureel adviseur op de Franse ambassade in Managua, Nicaragua. Deze betrekking zou nog resulteren in de roman La ceinture de feu (1984), dat volgens sommigen zijn meest geslaagde roman is. Een volgende nieuwe diplomatieke post in Manilla zat er niet meer in. In 1984 werd Detrez ernstig ziek; hij bleek aan aids te lijden. ‘De tijd van afscheid nemen was nabij.’ In januari 1985 gaf hij een laatste radio-interview voor France Culture. Diezelfde dag vatte hij bij een bezoek aan Hector Bianciotti van uitgeverij Gallimard zijn leven samen: ‘Van de bietenvelden in de buurt waar hij geboren was, nabij Luik, tot het besef van de dood en waarover hij sprak als over een loterij.’
Conrad Detrez stierf, slechts 47 jaar oud, op 11 februari 1985 in Parijs. In een park ergens ter wereld uitgestrooid worden, zoals hij had gewenst, bleek niet mogelijk. Zijn as keerde terug naar Rukkelingen-aan-de-Jeker om aldaar op de begraafplaats te worden verspreid. ‘Çonrad leeft in het hart van zijn […] vrienden,’ schreef Le Monde. ‘Wanneer het nieuws een door God vergeten favela zal bereiken, zullen zijn overgebleven kameraden uit verloren gevechten deze kleine man met de helderblauwe ogen, zo rustig en dan weer praatvaardig, vol ingehouden hartstocht, voor de geest halen. De wereld zal blijven draaien […]’
Alle lof voor Peter Daerden die, ondanks alle politieke complexiteit, een zo ingewikkeld leven helder voor het voetlicht heeft weten te plaatsen en een vrijwel onbekende Belgische schrijver voor Nederlandse lezers in zijn biografie tot leven heeft gewekt. Het maakt nieuwsgierig naar het oeuvre dat Detrez heeft nagelaten.
Revolutie in Rio. Conrad Detrez tussen God en guerilla, samba en saudade
Peter Daerden
Tzara
ISBN 9789022340301
Verschenen in augustus 2023
Bestelinformatie
Bestel als hardcover bij bol.com (€ 29,99)