Roger Federer: The Great Gatsby van het tennis

Is De briljante carrière van de beste tennisser ooit, de ondertitel van het boek Tijdperk Roger Federer, een feitelijke onjuistheid of een uitnodiging tot discussie? Sportjournalist en tennisleraar Sander Collewijn weet teveel van tennis dat hij bewust een fout op de cover van zijn pas verschenen boek zal hebben gezet. Weliswaar was Federer met in totaal twintig titels in de Grandslamtoernooien – de Australian Open, Roland Garros, Wimbledon en US Open, de vier belangrijkste krachtmetingen in tennis – lange tijd feitelijk de beste tennisser ooit. Maar nog tijdens zijn carrière is hij in titels voorbijgestreefd door zowel de Spanjaard Rafael Nadal (22) als de Serviër Novak Djokovic (23 – and still counting). De Zwitser heeft bovendien in onderlinge duels vaker van hen verloren dan gewonnen (respectievelijk 16 om 24 en 23 om 27), en opvallend vaak in de belangrijkste finales.

Die ondertitel moet dus wel een uitnodiging zijn tot discussie. En dat doet het met veel kennis van en liefde voor tennis geschreven Tijdperk Roger Federer zeker. Sterker: dat moet zo’n boek doen over de, zou ik zelfs zeggen, geniale carrière van een van de beste tennissers aller tijden.

GOAT

De vraag wie de Greatest Of All Time is, de GOAT, houdt talloze tennisliefhebbers al heel lang bezig. Voor velen is dat een uitgemaakte zaak: Federer. Ook Collewijn komt daar in zijn boek meermalen expliciet voor uit.

Het is ook een zeer voorstelbare en prima te verdedigen keuze als tennis een jurysport zou zijn. Zonder enige twijfel is Federer de meest artistieke, elegante en gracieuze speler ooit – hoewel ook Pancho Gonzales, Miloslav Mečíř en Justine Henin tennisten zoals Allah, Boeddha of God dat ooit zullen hebben bedoeld. Ook is Federer door zijn immense populariteit de speler met de meeste impact tot ver buiten de tennissport – hoewel in dit verband tweevoudig Grandslamwinnaar én stijlicoon Stan Smith toch even moet worden genoemd en van wie de beroemde uitspraak is: ‘Some people think I am a shoe’.

Wie de GOAT is, is een perverse vraag. Want spelen Djokovic, Federer en Nadal niet zo buitenaards goed en ongelooflijk consistent omdat ze elkaar hebben geïnspireerd? Zouden ze zonder elkaar dezelfde duizelingwekkende hoogten hebben bereikt? En zijn ze überhaupt te vergelijken met grootheden uit het verleden die met minder geavanceerde rackets speelden? Is Federer beter dan Rod Laver? Zou Nadal vaker winnen of verliezen van John McEnroe? Zou Djokovic straatvechter Jimmy Connors eronder houden? Zouden The Big Three een positieve score halen tegen Björn Borg? En wat als die mysterieuze Zweed, mijn jeugdheld, na elf behaalde grandslamtitels niet zou zijn gestopt op zijn 26e?

Daarover valt slechts aangenaam en tot in den treure te speculeren. Als Federer de beste tennisser aller tijden is, kun je uit stilistisch oogpunt volhouden dat The Great Gatsby van F. Scott Fitzgerald het beste boek ooit is. Van Gatsby heb ik me lang afgevraagd hoe hij er in het echt zou uitzien – totdat ik op televisie Roger Federer in wit pak het Centre Court van Wimbledon zag betreden.

Fitness

Er zijn wel meer boeken over de Zwitserse grootmeester verschenen, zoals in 2021 de biografie The Master, the long run and beautiful game of Roger Federer van New York Times-journalist Christopher Clarey. (Zie hier mijn bespreking). Uit die bestseller citeert Collewijn een geestige vergelijking met generatiegenoot en voormalig nummer één van de wereld Marat Safin: ‘Federer might have been the guy you wanted your daughter to date. Safin was more likely the guy your daughter wanted to date.’

Over Safin doet Clarey nog een interessante speculatie. Wat als deze Rus een fitnesscoach had gehad zoals Federer in de persoon van Pierre Paganini? Collewijn zoekt het geheim van Federer vooral in de Australiër Peter Carter die hem in zijn tienerjaren in Bazel trainde en hem tot technische perfectie vormde. Carter verongelukte tijdens zijn huwelijksreis in Zuid-Afrika, een bestemming die hem nota bene was aangeraden door de familie Federer. Die mentale dreun zou hem in 2002 in één klap van getalenteerde losbol tot zeer gedisciplineerde professional hebben getransformeerd.

Tennis speel je evenwel vooral ook met je benen. Mogelijk is Paganini uiteindelijk dé verklaring waarom Federer zo exceptioneel goed is geworden. Zijn oefeningen waren steevast gericht op het ontwikkelen van kracht en coördinatie, en altijd toegepast op wat nodig was op de tennisbaan. ‘Explosive endurance,’ typeert Paganini zijn methode in de biografie van Clarey. ‘Nine times out of ten on the court, the speed is in the first three steps and then you’re playing the tennis ball. So you have to train to be particularly strong in the first three steps.’ En dat dus op een Grand Slam niet alleen in de eerste, maar ook diep in de vijfde set.

Paganini heeft opmerkelijk genoeg geen achtergrond in tennis maar in voetbal en atletiek. Door te werken met Federer moet hij de benodigde fysiek voor het spel tot in de diepste essentie ontleed hebben. De extreem goed en sierlijk bewegende Federer heeft in zijn vierentwintigjarige profcarrière 1526 wedstrijden gespeeld. Nooit heeft hij, zoals Collewijn noteert, een wedstrijd wegens een blessure moeten staken.

Roger Federer © slgckgc (CC BY 2.0)

Winnen van Federer

De geïnteresseerde lezer zal in Tijdperk Roger Federer qua informatie het nodige herkennen uit de biografie van Cleary. De meerwaarde van de twaalf hoofdstukken in Collewijns boek schuilt vooral in de bevlogen, persoonlijke insteek.

Neem het hoofdstuk ‘Roger Federer had geen plan, maar wel de tijd’. Daarin figureert als hoofdpersoon Sluiter die in een volgende druk best met zijn voornaam Raemon mag worden geïntroduceerd. Deze sympathieke Rotterdammer had ‘het genoegen’ vier keer tegen Federer te mogen aantreden. Steeds was hij volstrekt kansloos, zelfs toen hij eens met 4-6; 6-4; 4-6 echt wel eervol verloor. Maar Sluiter is een kenner pur sang: ‘Hij leek in de rally altijd een seconde meer te hebben.’ Zoals Collewijn fijntjes concludeert: ‘Wie de tijd heeft als tennisser domineert.’

Zelf had Collewijn met zijn boek nog dominanter kunnen zijn als hij ook iemand had opgevoerd die weet hoe het is om te wínnen van Federer. Dat deed Jan Siemerink. Zoals onder tennisjournalisten bekend mag worden verondersteld, won Siemerink in 1998 op het hardcourt-toernooi van Toulouse hun enige confrontatie met 7-6; 6-2. Eveneens had Collewijn bij cabaretier Daniël Arends kunnen nagaan hoe het is om dan tenminste één punt van Federer af te snoepen.

Een ander gemis in dit boek is winnen mét Federer. Samen met de dertien jaar oudere Sander Groen, een culttennisser die sowieso een eigen biografie verdient, won Federer in 1999 zijn allereerste dubbeltoernooi ooit. Vorig jaar heb ik nog vergeefs een balletje opgegooid dat Groen en Federer als dubbel een wildcard moesten krijgen bij het ABNAMRO-toernooi. Dat zou hun beider carrières immers echt kop en staart hebben gegeven. Maar goed, dit terzijde.

Boksen

Het boek van Collewijn zal bij menig lezer ook ronduit jaloezie oproepen. Bij twee van de mooiste wedstrijden tussen Nadal en Federer – de finale in 2006 op het graveltoernooi in Rome en de finale op de Australian Open in 2017 – was hij “gewoon” aanwezig. En ‘live tennis kijken is gewoon bruut,’ weet ook Collewijn. ‘Live tennis kijken is pas echt begrijpen hoe hard tennissers slaan. Je ziet de boogjes, de extreme topspin curves, de bochtjes, de balbanen, het zweet, de snelheid, het tempo, het fysieke geweld, het niveauverschil tussen spelers.’

Aan beide partijen wijdt Collewijn een gepassioneerd hoofdstuk, plus een extra hoofdstuk aan één punt uit die Australian Open-finale, die een herboren Federer zijn achttiende Grandslamtitel zou opleveren. Dat punt, op 3-3 en deuce in de vijfde set, is direct ook het allermooiste punt dat ooit is gespeeld – zeker gezien het feit dat de Zwitser toen net een half jaar uit de roulatie was geweest vanwege een knieoperatie en de rivaliteit tussen Federer en Nadal de laatste jaren overduidelijk in het voordeel van de laatste was uitgevallen.

Naar mijn smaak beschrijft Collewijn die rally van 26 slagen wat te geforceerd en uitgebreid. Dat gaat ten koste van de magie en het historische en heroïsche karakter van het punt. Deze kniesoor vindt het voldoende op te merken dat deze rally bij uitstek toont dat tennis boksen kan zijn: beide spelers tasten af, incasseren en delen over en weer uit. Totdat Federer de rally besluit met een ongelooflijke knock-out. Maar oordeel vooral zelf en geniet.

Nominatie

‘Als tennisser kijk je eindeloos naar Federer en het enige wat je dan nog wil is hem zijn, al was het maar voor één punt,’ bekent Collewijn die eerder idolaat was van de wellicht makkelijker te imiteren Andre Agassi. Dit heerlijke boek eindigt met een hoofdstuk hoe hem dat naar eigen zeggen uiteindelijk na jaren ook echt lukt, hoewel we de schrijver moeten geloven dat slechts één iemand ervan getuige is geweest.

Tijdperk Roger Federer verdient niet alleen een vertaling zodat de voor velen beste tennisser ooit dit boek zelf kan lezen. Sowieso verdient dit boek een nominatie voor de Nico Scheepmaker Beker, de prijs voor het beste sportboek van het jaar.

Tijdperk Roger Federer. De briljante carrière van de beste tennisser ooit
Sander Collewijn
Ambo Anthos uitgevers
ISBN 9789026358999
Verschenen in juni 2023

Bestelinformatie

Bestel als paperback bij bol.com (€ 21,99)
Bestel als e-book bij bol.com (€ 10,99)

Vittorio Busato
Vittorio Busatohttp://www.vittoriobusato.nl
Dr. Vittorio Busato is psycholoog, journalist en auteur. Info: vittoriobusato.nl

Fijn als je dit artikel met anderen deelt:

Lees ook...

LAAT EEN REACTIE ACHTER

Vul alstublieft uw commentaar in!
Vul hier uw naam in