Hans van Manen maakte meer dan 150 choreografieën voor met name het Nationale Ballet en het Nederlands danstheater. Zijn vernieuwende keuzes en de eigen danstaal die hij ontwikkelde veranderden het danslandschap, in Nederland en daarbuiten, voor altijd. Behalve als choreograaf maakte van Manen carrière als fotograaf en had hij als vriend en leermeester grote invloed op het leven van vele dansers en vormgevers met wie hij samenwerkte. Sjeng Scheijen schreef een meeslepend boek over het baanbrekende werk en stormachtige leven van de wereldberoemde choreograaf.
De oorlog
Hans van Manen wordt in Amstelveen geboren in 1932 als tweede zoon van een Duitse moeder en een in Duitsland opgegroeide Nederlandse vader. Het jonge gezin wordt met argusogen bekeken en verhuist voortdurend. In het jaar waarin Van Manen wordt geboren krijgt zijn vader tuberculose en in 1939 overlijdt hij, slechts 35 jaar oud. Marga van Manen blijft achter met haar twee zonen, een jonge, knappe Duitse weduwe in Nederland, hard werkend om de jongens op te voeden en te eten te kunnen geven. In 1941 komen ze terecht in de Marnixstraat in Amsterdam. Na jaren te hebben gewoond in gegoede burgermanswoningen in Amstelveen en Bussum, belandden ze nu in buurt met buitenlanders, sekswerkers, kunstenaars en artiesten. Als overlevers tussen de overlevers voelen ze zich er thuis. Ook Hans, die er opgroeit in een vrouwengemeenschap van hoeren en lesbiennes. De dames leren hem haken en breien, hij leert zichzelf jongleren en koorddansen. Van Manen verkoopt zelfgemaakte tasjes, jat bloemen uit parken en houtblokjes uit trambanen om de kachel mee op te stoken. Hij schooiert zich kortom door de oorlog heen en schuimt de straten af, op zoek naar eten en avontuur. Ook komt hij in contact met mensen die hij nooit had ontmoet wanneer hij in de schoolbanken was blijven zitten. Desalniettemin komt hij met hongeroedeem en zweertjes over zijn hele lichaam uit de oorlog, twaalf jaar oud, vervuild en vermagerd.
Swing en jazz en dans
Via zijn zeven jaar oudere broer Guus, die zich op zijn onderduikadressen heeft ontwikkeld tot een geoefend jazzpianist, leert Hans veel Amsterdamse artiesten kennen. Er was rivaliteit tussen de beide broers, desalniettemin volgde Hans zijn broer zoveel mogelijk en werd hij meegezogen in diens wereld van swing, jazz, en alles wat hot en nieuw was na de oorlog. Van Manenwas inmiddels zo gewend geraakt aan een leven op straat dat teruggaan naar de schoolbanken voor hem als dertienjarige geen optie meer was. Zijn moeder, met inzicht en vertrouwen in het karakter van haar kind, regelde een baantje voor hem als krullenjongen bij de kapper/grimeur van de stadsschouwburg. Hans kapte, grimeerde, maakte hoedjes en kroontjes en voelde zich thuis in dit creatieve vak. Dat hij het liefst wilde dansen wist hij toen hij door de ramen keek van de stadsschouwburg en daar de dansers in de balletstudio zag. Een wereld waar hij bij wilde horen.
Een eigen taal met betekenis in zichzelf
Hans ontdekt het nachtleven, komt probleemloos uit de kast en zet zijn eerste stappen in de wereld van het seksuele verlangen. In de bioscoop ziet hij dansmusicals uit Amerika die enorme indruk op hem maken. In de lente van 1950 ontmoet hij de 17-jarige danser Jaap Flier van wie hij volkomen ondersteboven is en die hem introduceert bij Sonia Gaskell. Hans danst voor in zijn zwembroek, voor danskleren heeft hij geen geld, en wordt aangenomen. Kort na Hans komt een andere jonge danser, Rudi van Danzig, bij de groep. Scheijen omschrijft het gezelschap als ‘een kleine, hechte, jonge gemeenschap van dansers die ongeveer 10 jaar later de Nederlandse dansrevolutie zou leiden.’
In de zomer van 1951 meldt Hans zich bij het Operaballet dat hij zo vaak door de ramen aan de Marnixstraat heeft bespied. Hij ontwikkelt zich er niet alleen als een steeds dominantere danser maar maakt er ook zijn eerste choreografieën. Scheijen beschrijft hoe in zijn choreografieën nieuwe invloeden opduiken uit de massale, wereldwijde opkomst van de populaire dans, het swingdansen in cafés, en hoe bepaalde elementen altijd zullen blijven terugkomen in zijn balletten. Van Manen ziet de choreografen die de fundamenten leggen voor de eigen danstaal die hij ontwikkelt. Voorin het boek staan een aantal citaten die kraakhelder zijn: “Politiek ballet bestaat niet. De gedachte dat iets mooi zou zijn omdat het programmaboek vermeldt hoeveel doden er in Hiroshima zijn gevallen vind ik verwerpelijk.” Een ballet moet helder zijn en betekenis hebben in zichzelf, niet literair zijn en geen boodschap hebben voor het publiek. Kunst verwijst volgens van Manen niet naar de wereld buiten het kunstwerk, kunst gebruikt een eigen taal en de betekenis van het kunstwerk is alleen uit te drukken in het specifieke idioom dat dat kunstwerk gebruikt. Dat is iets anders dan oppervlakkigheid. Een kunstenaar dient niet te prediken, maar te ontrafelen. Politiek geëngageerd was Van Manen in de brieven die hij schreef, maar zeker niet in zijn balletten. In zijn balletten verrast hij, ontroert hij, overrompelt hij, laat hij vrouwen op hoge hakken dansen, speelt hij met mannen en vrouwenrollen, met erotiek, met ontroering en emoties.
Succes, energie en prestatiedrift
In de schuivende Nederlandse danswereld, waar de ene balletoorlog na de andere woedt, stijgt Hans van Manen in de jaren zestig, zeventig en tachtig tot eenzame hoogten als choreograaf. Hij werkt met vernieuwende componisten en vormgevers, gebruikt muziek voor zijn balletten die niemand ooit eerder gebruikte en viert nationale en internationale successen. Daarnaast ontwikkelt hij zich ook als getalenteerd fotograaf. Zijn werk en privéleven lopen volledig door elkaar. De mensen met wie hij werkt zijn ook de mensen met wie hij bevriend is, waar hij liefdesrelaties mee onderhoudt, ruzie mee maakt, van wie hij houdt. Nu, op zijn 91ste, reist hij met zijn vriend Henk van Dijk nog altijd de wereld over en bezoekt hij premières. Hij is de spil van een grote, warme vriendenclub. Het ondervoede straatschoffie, gevormd door de moeilijke eerste twaalf jaar van zijn leven, groeide uit tot een man met een rijk leven, een prachtige carrière, een uniek oeuvre en een tafel vol vrienden. Sjeng Scheijen heeft al die lijnen met elkaar verbonden en het verhaal van dit gelukskind even minutieus als groots opgeschreven.
Lees ook het interview met Sjeng Scheijen door Marita de Jong op Biografieportaal.
Gelukskind. Het leven van Hans van Manen
Sjeng Scheijen
Prometheus
ISBN hardcover 9789044648454
ISBN e-book 9789044648461
Verschenen in juni 2023
Bestelinformatie
Bestel als hardcover bij bol.com (€ 35,00)Bestel als e-book bij bol.com (€ 20,99)