Ryszard Kapuściński (1932-2007) was de meester van de literaire reportage. Hij brak internationaal door met zijn boek over Haile Selassie, De keizer, schreef indringend over de Iraanse revolutie van 1979 (De sjah aller sjahs), de neergang van de Sovjet-Unie (Imperium) en postkoloniaal Afrika (Nog een dag en Ebbenhout). Op het moment suprême in de naoorlogse geschiedenis van Polen koos hij voor de goede kant: hij zegde zijn lidmaatschap van de Communistische Partij op, nadat Jaruzelski in zijn roerige vaderland de staat van beleg had afkondigd en Solidarność verbood. Onder collega-journalisten genoot hij de reputatie van een vriendelijke, altijd glimlachende en gesloten man. Hij luisterde liever dan dat hij sprak. ‘He was one of those rare journalists whose way of listening makes other people open up and talk,’ merkt Neal Ascherson over hem op in The London Book of Reviews. Westerse journalisten namen hem op sleeptouw, want ondanks zijn internationale successen was Kapuściński als correspondent van het armoedige PAP, het Poolse persbureau, vaak platzak. Ze waren onder de indruk van zijn netwerk – Kapuściński interviewde Che Guevara, Patrice Lumumba, Idi Amin en Salvador Allende alsof dat de normaalste zaak van de wereld was – wat bijdroeg aan de vrijgevigheid van de collega-journalisten.
In 2010 publiceerde Artur Domosławski een ontluisterende biografie van zijn mentor Ryszard Kapuściński. Polen was in rep en roer. De weduwe probeerde publicatie van het boek te voorkomen, vanwege Kapuściński’s buitenechtelijke escapades die Domosławski in de biografie onthulde. De rest van Polen kon het portret van communistische diehard maar moeilijk verteren. Domoslaswki schetst het klimaat van de Koude Oorlog, waarin Kapuściński tot keuzes kwam die zijn beminnelijke zwijgzaamheid in een ander daglicht stellen. Kapuściński was een gewillig informant van de geheime dienst en in zijn jonge jaren een overtuigd Stalinist. Hij kon moeilijk zijn draai vinden in het postcommunistische Polen, een verloren ziel die verlangde naar de jaren van weleer. De oost-westverhouding kleurden zijn wereldbeeld moeiteloos in, of hij nu over Latijns-Amerika, postkoloniaal Afrika of de Cubaanse revolutie schreef. In de laatste jaren van zijn leven probeerde hij zijn bestaan van ex-communist vooral zoveel mogelijk te verdoezelen. Kapuściński vertelde graag dat zijn vader aan het massagraf van Katyn, waar 22.000 Poolse officieren en intellectuelen door het Russische bezettingsleger in 1940 meedogenloos zijn afgeslacht, wist te ontsnappen. Een fabeltje, zo blijkt uit getuigenissen van zijn zuster en een oom.
Kapuściński nam met de waarheid sowieso nogal een loopje, zo onthult Domosławski in zijn biografie. Veel van de interviews in De keizer hebben nooit plaatsgevonden, Kapuściński manipuleerde feiten en quotes zodanig dat zij ‘waarder dan de waarheid’ waren, wat het genre van de literaire reportage wel heel erg in het rijk van de verbeelding trekt.
Intussen jubelt de Angelsaksische pers over Ryszard Kapuściński. A Life, want de biografie van Artur Domosławski is onlangs in het Engels vertaald. De eerder geciteerde Neal Ascherson noemt het een ‘compelling, exhaustive and often upsetting book’; Agata Pyzik meldt in The Guardian dat de biografie leest als een ‘John le Carré novel’. Gerdien Verschoor, voormalig cultureel attaché op de Nederlandse ambassade in Warschau, was al in 2010 enthousiast, toen zij het boek voor de Volkskrant besprak: ‘Dat Artur Domoslawski behalve een sensationele ook een goede en grondige biografie heeft geschreven van Ryszard Kapuściński, kan door het tumult makkelijk worden overschaduwd….’ Voor degene onder ons die het Pools minder machtig zijn: een ‘must read’ dus.
Ryszard Kapuściński: A Life
Artur Domosławski
Uitgeverij Verso Books
ISBN 9781844678587
Verschenen juli 2012
Bestelinformatie
Bestel hier als hardcover bij bol.com (€ 30,99)
Bestel hier de Nederlandse vertaling als hardcover (€ 34,95)
Bestel hier de Nederlandse vertaling als E-book (€ 27,99)