In Verzetsvrouwen. Een onderbelichte geschiedenis beschrijven Agnes Cremers en Mark Bergsma het leven van tien vrouwen en hun rol in het verzet. Het zijn Adri Knappert, Rosa Boekdrukker-Hirsch, Dina Post-Salomons, Anna De Bussy-Van der Lelie, Marie Blommaart, Mies Boissevain-Van Lennep, Aart Breur-Hibma, Anna (Puck) de Jong, Evy Poetiray en Hebe Kohlbrugge. Het zijn vrouwen die bij het grote publiek grotendeels onbekend zijn. Van de tien komen er slechts drie kort voor in Het Koninkrijk der Nederlanden in de Tweede wereldoorlog, het standaardwerk van dr. L. de Jong.
Onderbelichting?
De auteurs noemen het werk van verzetsvrouwen een onderbelichte geschiedenis. Daar valt wel iets op af te dingen. De rol van vrouwen in het verzet is inderdaad lang onderbelicht gebleven maar inmiddels is op dit punt een flinke inhaalslag gemaakt. De laatste twintig jaar zijn er heel veel boeken, documentaires en exposities verschenen waarin recht wordt gedaan aan de rol van vrouwen in het verzet. Marjan Schwegman, tussen 2007 en 2016 de eerste en tot nu toe enige vrouwelijke directeur van het Instituut voor Oorlogs-, Holocaust en Genocidestudies (NIOD) heeft hieraan een belangrijke impuls gegeven. Zij schreef in 1980 een doctoraalscriptie over verzetsvrouwen onder de titel Het stille verzet. Vrouwen in illegale organisaties; Nederland 1940 ā 1945. Sindsdien is het onderzoek naar het verzet door vrouwen goed van de grond gekomen. Van onderbelichting kun je mijns inziens op dit moment niet meer spreken. Dat neemt niet weg dat Verzetsvrouwen iets toevoegt aan wat er al is, een goed gedocumenteerde beschrijving van de rol van de vrouwen in het verzet en de manier waarop de geschiedschrijving met die rol is omgegaan.
Veelzijdig verzet
De auteurs hebben de tien vrouwen geselecteerd uit een omvangrijke database van vrouwelijke verzetsstrijders. Naast de tien uitgebreide portretten hebben ze vijftig korte beschrijvingen van andere vrouwen in het boek opgenomen. Het doel van het boek is niet het bieden van een totaaloverzicht van het verzet door vrouwen, maar het zichtbaar maken van de veelzijdigheid ervan. De tien vrouwen komen uit de stad en het platteland, uit uiteenlopende milieus, gezindten, organisaties en leeftijdsgroepen. Adrie Knappert, Mies Boissevain en Aart Broer-Hibma organiseerden de onderduik van Joden, verzetsstrijders en mensen die aan gedwongen tewerkstelling wilden ontkomen. Ans Post-Salomons zat in het gewapend verzet, Rosa Boekdrukker in het communistisch verzet en Puck de Jong in de pilotenhulp. Marie Blommaart was een belangrijke spil in het verzet in Zeeuws-Vlaanderen. Hebe Kohlbrugge zat in het kerkelijke illegaliteit en zette de zogenaamde Zwitserse weg op waarlangs het verzet en de regering in Londen met elkaar konden communiceren. Eva Poetiray nam tijdens de oorlog deel aan het studentenverzet en ging na de oorlog in Indonesiƫ verder in de antikoloniale strijd voor onafhankelijkheid. Anna de Bussy was al voor de oorlog betrokken bij de kindertransporten die Joodse kinderen uit Duitsland na de Kristallnacht in veiligheid brachten. Tijdens de oorlog was zij de drijvende kracht achter de hulp aan gevangenen in de concentratiekampen.
Alle vrouwen hebben de oorlog overleefd. Dat biedt de auteurs de gelegenheid om ook in te gaan op hun leven na de oorlog, de impact die de oorlog op hun leven heeft gehad en de waardering die ze na de oorlog voor hun verzetswerk hebben gekregen.
Mannelijk perspectief
Het thema dat door alle portretten heen speelt is het gebrek aan erkenning dat het verzet door vrouwen lange tijd heeft gekregen in de geschiedschrijving. Dr. L. de Jong heeft volgens de auteurs de rol van vrouwen in het verzet systematisch onderschat. De Jong bezag het verzet vanuit een mannelijk perspectief. Verzetsstrijders waren mannen die in georganiseerde groepen voltijds ondergronds gingen. In dat beeld pasten gehuwde vrouwen met kinderen niet. Zij konden zich niet zomaar aan hun gezin onttrekken maar dat maakte hun werk niet minder dapper. De Jong had ook te weinig aandacht voor de hulp aan onderduikers, waar juist de vrouwen heel actief in waren. Een blik in het werk van De Jong laat zien dat deze kritiek terecht is. Hij besteedt bijvoorbeeld tientallen paginaās aan de gewapende overval op het Amsterdamse bevolkingsregister, maar de oprichtster van de Landelijke Organisatie voor Hulp aan onderduikers (LO), Heleen Kuipers-Rietberg, moet het met enkele alineaās doen en een vrouw als Hanna van der Voort, de spin in het web in de Limburgse hulp aan onderduikers, wordt in het boek van De Jong niet eens genoemd. Uiteraard gaat het er niet om het beeld van mannelijke verzetsstrijders te bagatelliseren en in plaats daarvan vrouwen op het schild te hijsen maar het werd langzamerhand wel tijd voor een wat meer inclusieve beschrijving van het verzet in de oorlog.
Terug in het keurslijf
Het boek maakt ook duidelijk dat de herdenking van het verzetswerk een mannenzaak was. Vrouwen werden systematisch neergezet als helpsters. In diverse portretten is te lezen hoeveel moeite vrouwen er mee hadden dat ze na de oorlog weer geacht werden zich te schikken in hun rol als huisvrouw en moeder. Marie Blommaart (1921), de enige van de vrouwen die op het moment van verschijnen van het boek nog in leven is, wijst op het avontuur dat de oorlog ook was. āHet was ook een bevrijding uit een afgesloten milieu. Ik ging als meisje de oorlog in, ik kwam er als vrouw weer uit.ā zegt ze. Terug in haar Zeeuwse dorp had ze moeite haar draai weer te vinden. Ze miste de vriendschappen die ze tijdens de oorlog had gesloten. āWe hebben zoveel steun aan elkaar gehad toen we in Haaren met vier vrouwen in een cel van twee bij drie meter zaten opgesloten.ā Praktische zaken waren voor mannen en vrouwen na de oorlog ook verschillend geregeld. Stichting 1940-1945, die ondersteuning verleent aan verzetsdeelnemers en oorlogsslachtoffers, werkte aanvankelijk alleen voor mannen. En vrouwen die uiteindelijk een verzetsuitkering kregen, verloren die weer als ze trouwden omdat ze dan geen kostwinner meer waren. Geheel volgens de regels en de moraal van de jaren vijftig.
Regionale vertekening
De waarde van deze groepsbiografie zit in de afzonderlijke portretten maar meer nog in de beschrijving en waardering van het verzetswerk van vrouwen in de Tweede Wereldoorlog. De aandacht voor de Tweede Wereldoorlog neemt de laatste jaren toe, vooral rond vier mei. De generatie die de oorlog bewust heeft meegemaakt is bijna overleden. Hun kinderen zijn na hun pensionering op grote schaal gaan onderzoeken wat de oorlog heeft betekend voor hun familie. In lokale historische verenigingen wordt studie gemaakt van de oorlog in hun eigen woonplaats of regio. Iedere plek heeft zijn eigen specifieke oorlogservaringen, van verzetsdaden en represailles, van bombardementen tot evacuaties. Onderzoek daarnaar zal er toe leiden dat naast de onderbelichting van het werk van vrouwen ook een andere vertekening in het werk van dr. L. de Jong geleidelijk zal worden rechtgezet, de onderbelichting van wat er in de oorlog buiten de Randstad is gebeurd.
Verzetsvrouwen. Een onderbelichte geschiedenis
Agnes Cremers en Mark Bergsma
Alfabet uitgevers
ISBN paperback 9789021340531Ā
ISBN e-book 9789021340548
Verschenen in april 2025
Bestelinformatie
Bestel als paperback bij bol.com (⬠23,99)Bestel als e-book bij bol.com (⬠4,99)