Sefton Delmer (1904-1979) – profeet van onze informatieoorlogen

Sommige mensen zullen het niet geloven, maar tijdens de Tweede Wereldoorlog zijn rond de 400.000 Duitse soldaten gedeserteerd. Dat was op een totaal van achttien miljoen Duitse militairen die in de loop der tijd werden ingezet, iets meer dan twee procent.1 Dat lijkt weinig, maar het percentage zegt niets over de impact van deze desertie in het veld, wat het op bepaalde plaatsen en tijdstippen betekende voor het verloop van de oorlog, de uitwerking die desertie had op achterblijvers in de frontlinies en wat de impact was van de verhalen die deserteurs met zich mee brachten naar hun onderduikadressen, in een land waar radiozenders en kranten van de nazi’s nooit repten van een mogelijke nederlaag.

Ersatz Deutschland

Hoeveel gevallen van desertie waren mede te danken aan de psychologische oorlogsvoering vanuit Engeland? Daar had de regering een organisatie op poten gezet gericht op het ondermijnen van de loyaliteit van Duitse burgers en militairen aan het nazi-regime. Onder leiding van ene Sefton Delmer groeide deze Special Operations unit van de Political Warfare Executive (PWE) uit tot een soort Ersatz Deutschland, met tientallen ‘Duitse’ radiozenders, ‘Duitse’ kranten, vervalst Duits geld, ‘Duitse’ landgenoten die larmoyante brieven aan de families van bijvoorbeeld krijgsgevangen militairen stuurden met nep-Duitse postzegels erop. Brieven van Duitsers aan vrienden en familie in Amerika werden onderschept en nageplozen en hun sappige details verwerkt in de uitzendingen. Daarnaast schiep Delmer een ware industrie van pamfletten die door Britse vliegtuigen over de hoofden van militairen en burgers werden uitgestrooid, met boodschappen die nauw aansloten bij de actualiteit en wél duidelijk van de vijand afkomstig waren. Delmers organisatie was ook een grote roddel- en geruchtenmachine waaraan “sterren uit de Duitse cabaret scene, soldaten, surrealistische kunstenaars, psychiaters, spionnen en dissidenten uit heel bezet Europa” meewerkten.

Peter Pomerantsev, Oekraïner van geboorte, inmiddels een deskundige op het gebied van vooral de Russische propaganda en psychologische oorlogsvoering in onze eeuw, schreef een fascinerende biografie van deze Sefton Delmer, die hij ontdekte toen hij op zoek was naar succesvolle voorbeelden uit het verleden die de strijd tegen Poetins propagandamachine zouden kunnen helpen. Pomerantsev:

“Volgens vrijgegeven Britse overheidsdocumenten… stemde 40% van de Duitse soldaten af op Delmers radiozenders. De Obergruppenführer van de SS in München klaagde dat Delmers zenders tot de top-drie in de stadbehoorden en voor totale chaos zorgden.”

Te Brits, te Duits

Dat Pomerantsev koos voor een biografie als raamwerk voor dit bijzondere verhaal over Britse black ops tijdens de Tweede Wereldoorlog, wordt heel begrijpelijk als je het levensverhaal van Sefton Delmer (1904-1979) leest. Hij was in de oorlogsjaren de juiste man op de juiste plaats, een historische gelukstreffer, en, ongebruikelijk: een hoogst creatieve en intelligente man die alle ruimte kreeg in de Britse bureaucratie.

Als jongetje van Australische ouders groeide hij op in Berlijn, waar zijn vader Australische literatuur doceerde. Hij was tweetalig en sprak vloeiend Duits toen de Eerste Wereldoorlog uitbrak en hij als tienjarige al gauw gediskwalificeerd werd als kind van de vijand. Zijn vader werd geïnterneerd en de familie wist daarna met grote moeite een uitreisvisum te bemachtigen om te emigreren naar Londen.

In 1917 kwam hij aan in een Engeland waar hij weer gepest werd omdat hij ’te Duits’ was, terwijl hij als scholier al in Berlijn graag een toonbeeld van Britishness wilde zijn, wat je als kind heel logisch kon voorkomen omdat Australië toen nog een dominion in het Britse Rijk was.

Als twintiger werd hij een ster als correspondentvoor de Britse tabloid Daily Express in Berlijn. Hij had in de jaren 20 rechtstreeks toegang tot de verkiezingscampagnes van Hitler, vloog mee met de toekomstige Führer en mocht hem interviewen. Hij bezocht dolle feesten van de nazi’s en durfde daar als een soort drag queen Duitse militaristen te provoceren. De nazi’s en zijn ‘vriend’ Ernst Röhm, de homoseksuele leider van de SA-knokploegen , waren ervan overtuigd dat hij een Britse spion was maar kein Problem: zo konden ze hem gebruiken, dachten ze, om geruststellende boodschappen van Hitler aan Londen door te geven. Nee, der Adolf was niet uit op vernietiging van het Britse Rijk, hij bewonderde het en wilde alleen maar dat het naast zich een Duits Rijk zou tolereren met heerschappij over het grootste deel van Europa – en over Rusland, nodig voor meer Lebensraum voor een Duitsland dat zo weinig interessante koloniën bezat. Jaren later zou Delmer als Duitse stem bij de internationale dienst van de BBC de nazi’s laten weten dat de Britten er niet in trapten. En Hitler begon in september 1940 met de Blitz.

Wantrouwen en jaloezie

In de biografie lees je hoeveel moeite het Delmer aanvankelijk kostte om een baan bij een van de Britse inlichtingendiensten te bemachtigen. Ook daar bestond wantrouwen tegen een Duitse Brit. Er werden naar aanleiding van een van zijn sollicitaties zelfs lokvogels op hem afgestuurd om te checken of hij een spion voor de nazi’s was. En misschien even belangrijk: hij behoorde niet tot het linkse kamp, dat de nadruk legde op ideologische massage van Duitse arbeiders en dat later jaloers was op de ruimte die hij kreeg en zij niet. Overigens hadden de nazi’s hun eigen ‘socialistische’ propagandazender voor Britse arbeiders maar die lukte het niet massale stakingen in de Britse wapenindustrie te provoceren.

Een verblijf in Lissabon in de begintijd van de oorlog lijkt Delmer uiteindelijk een baan en al snel de baan bezorgd te hebben. In de Portugese hoofdstad krioelde het destijds van de Duitsers die het gelukt was te ontsnappen en Delmer maakte zich verdienstelijk door hen te interviewen en alle mogelijke details te noteren, zoals de namen van lieden uit de nazi-elite die zich maar al te graag hadden laten omkopen voor levensreddende diensten. Hij sprak zelfs met de vroegere huisarts van Hitlers familie in Wenen.

Ergens bijhoren

Tijdens zijn uitstapjes met de Führer kon Delmer de mensenmenigten observeren die in aanbidding naar de Führer luisterden en proberen te begrijpen wat de basis van zijn hypnotische uitwerking op de massa’s was, op Duitsers die vaak moreel en politiek ontredderd waren door de verloren oorlog, de vlucht van de keizer naar Nederland en de hyperinflatie begin jaren 20.

Eén van Delmers basisprincipes werd dat de meeste mensen deel willen uitmaken van een nobel groter geheel, als deel van een superieure natie, ras, beschaving of cultuur – als held, medespeler en/of als slachtoffer. Vandaar het succes van vooral internationale complotten die in zo’n universum schuld zijn aan alles wat er mis gaat in hun leven en die oorlog en wreedheid tegenover anderen rechtvaardigen.

Dit mag abstract klinken, Delmers ’troepen’ verbonden het altijd met wat er dag in dag uit in Duitsland speelde, ook in de binnenste regionen van de partij en het staatsapparaat. Het is verbijsterend te lezen hoe goed zijn afdeling geïnformeerd was. Men liet bijvoorbeeld gesprekken tussen Duitse krijgsgevangenen afluisteren. Zijn dienst verkreeg zelfs een keer de tekst van een radiotoespraak van de Duitse minister van Volksvoorlichting en Propaganda, Joseph Goebbels, voordat hij die had uitgesproken. Een goed getrainde stem slingerde vervolgens een veranderde maar nog altijd geloofwaardige toespraak de ether in. Goebbels werd behoorlijk panisch van Delmers successen.

Vulgaire chef

In de uitzendingen met radiopraatjes van Der Chef, zogenaamd een gefrustreerde SS’er, viel geen onvertogen woord te horen over Hitler (bijna onaantastbaar in zijn populariteit) maar des te meer smerigheid over de partij en de top van het leger, die corrupt waren, en privileges genoten terwijl de bevolking moest afzien en die zich in bezette kloosters aan orgieën overgaven, waarover ook een boze zogenaamd Oostenrijkse priester zich beklaagde.

Zijn radiopraatjes waren ook te horen op frequenties die de nazi’s gebruikten voor muziek en nieuws op straat, bijna te bizar voor woorden. Op de Britten werd lekker gescholden, vaak in pornografische bewoordingen, zo vulgair zelfs dat er na maanden van hogerhand werd ingegrepen om Delmer te matigen. Ook belangrijk was de uitleg over de rechten van Duitse soldaten, dat ze bijvoorbeeld recht hadden op verlof als familie gewond of gedood was.

Een ander noemenswaardig feit is dat de Amerikaanse bondgenoten dachten dat Der Chef de spil vormde van een oppositiegroep in het leger. Zelfs bondgenoten vertellen elkaar niet alles, in dit geval gênant voor beide. Bovendien waren de Amerikanen met iets anders bezig: het rekruteren van gevluchte Duitsers voor een organisatie van uiteindelijk zo’n tweeduizend experts die hen zouden moeten vertellen wat te doen, na een nederlaag van de nazi’s, met elke sector van de Duitse samenleving, van het onderwijs tot en met de industrie.

Sefton Delmer in 1958 © Bundesarchiv, B 145 Bild-F005102-0003 / Steiner, Egon / CC-BY-SA 3.0

De feiten

Een ander cruciaal inzicht van Delmer was dat je mensen in een van propaganda vergeven land als nazi-Duitsland weer nieuwsgierig moest maken naar de waarheid, naar de feiten en niet zozeer moest proberen te overtuigen van het politieke gelijk van een vijandig Engeland dat claimde oorlog te voeren voor vrijheid en democratie in Europa. Daarom moesten de radio-uitzendingen voldoende Duits blijven lijken, want steeds meer Duitse luisteraars begrepen wel na verloop van tijd dat ze het werk van de vijand waren, maar zo hadden ze een excuus wanneer ze betrapt werden op luisteren naar de nepzenders die ook nieuwsfeiten brachten. Naar de BBC en andere buitenlandse zenders luisteren, daar stond immers straf op.

Het is een van die praktijken van Delmer die laten zien dat veel van zijn werk om meer dan deception ging, dat hij zich afvroeg hoe je twijfelende mensen verder losweekt van de posities waar de propaganda hen wil houden, hoe je hen kunt helpen zelf hun rol te kiezen.

Winnen?

Ik vind de titel van Pomerantsevs boek, Zo win je een propaganda oorlog (vertaling van How to Win an Information War) hoogst ongelukkig. Ook de ondertitel, De propagandist die Hitler te slim af was, maakt het er wat mij betreft niet beter op. Het klopt dat dit boek niet alleen een biografie van Sefton Delmer is en dat Pomerantsev soms bladzijden lang uitweidt over onze hedendaagse problemen met Russische psyops. Maar winnen?

De impact van propaganda-oorlogen, desinformatiecampagnes en andere vormen van psychologische oorlogsvoering zijn notoir slecht te meten. Betrouwbare opiniepeilingen en interviews met burgers en militairen in het land van de vijand zijn immers onmogelijk. We kunnen zelfs maar een beetje meten wat de impact van Russische desinformatie op Nederland is, hoewel de einddoelen onderhand wel duidelijk zijn: op zijn minst grote verdeeldheid zaaien en uiteindelijk bereiken dat een meerderheid van de bevolking de eigen regering niet meer als legitiem ervaart.

Dat meten moeilijk is betekent natuurlijk niet dat je als oorlogsvoerend land (aan de goede kant van de geschiedenis zullen we maar zeggen) op je handen moet zitten. De Britten hebben destijds hun best gedaan, zo goed zelfs dat Delmers autobiografieën, Trail Sinister (1961) en Black Boomerang (1962) nooit meer herdrukt zijn, omdat, vermoedt zijn zoon, lezers niet de indruk moesten krijgen dat de Tweede Wereldoorlog eigenlijk met bedrog en smerige trucjes gewonnen was. Het kan ook zijn dat de Britten niet gelukkig waren met het feit dat Delmers boeken een soort bijbel werden voor de Oostduitse Stasi – de black boomerang waar Delmer over piekerde. Trail Sinister is overigens nog in 1963 in het Nederlands vertaald onder de nietszeggende titel Ik en de Duitsers. De tweede biografie is te vinden in Lee Richards’ The Sefton Delmer Archive op PsyWar.Org.

Misschien staat die Nederlandse vertaling nog ergens in een boekenkast in Den Haag maar Delmers aanpak wat betreft mensen weer nieuwsgierig maken naar de feiten lijkt niet besteed aan latere generaties. Ik noem als voorbeeld de coronapandemie: door veel opinieleiders werd toen geen verschil werd gemaakt tussen mensen die vragen en twijfels hadden over vaccinatie (die moet je bedienen) en discussievijandige anti-vaxxers (waaraan je tijdens een pandemie geen kostbare tijd en middelen moet besteden, of ze nu teren op desinformatie van Russische trollen of niet).

Veel zorgwekkender is dat Pomerantsev niets weet te melden over eventuele briljante campagnes van de Navo of nationale inlichtingendiensten. Ik snap natuurlijk wel dat die geen informatie prijsgeven over mogelijke doorslaande successen in Rusland maar geen buitenlandse journalist in Moskou heeft er blijkbaar ooit ook maar iets van gemerkt. En uiteraard is buitenlandse steun voor sabotageacties in Rusland helemaal top secret.

Brussel

De Europese Unie heeft al enkele jaren de Eustratcom organisatie die de vinger aan de pols houdt van alle Russische desinformatie richting de eigen burgers in de EU en de VS. Iedereen kan zich hierop gratis abonneren via email en de verhalen worden ook in het Oekraïens geleverd. Dat is allemaal heel nuttig maar niet te vergelijken met Delmers acties. Ongetwijfeld zullen bepaalde landen online nieuwswebsites en online radio’s en tv-zenders van Russische dissidenten gericht op hun landgenoten steunen (maar dan heb je weer Apple dat deze maand 25 apps van VPN-diensten uit zijn App Store in Rusland verwijderde; Russen konden met deze apps de censuur omzeilen). Wel durven Russen online en via hun mobiel hun bezorgdheid of woede te laten blijken over van alles, van een eierentekort, waardeloze geweren tot de vele gesneuvelde kameraden en gebrekkig onderhoud aan de infrastructuur, zag ik op televisie. En ze bleken enthousiast over de “opstand” (couppoging?) van Wagner-leider Jevgeni Prigozjin die door gewone burgers geen strobreed in de weg werd gelegd toen hij een jaar geleden oprukte naar Moskou.

Nooit meer Pravda

Tot slot vroeg ik me af wie er bij de huidige westerse propaganda-afdelingen werken. Delmers idee dat je door propaganda geknechte mensen weer nieuwsgierig moet maken naar de waarheid en de feiten, dat je hun bevroren geest weer beweeglijk moet maken, dat inzicht zou ook niet besteed zijn aan ‘postmoderne’ sociale wetenschappers die bij termen als ‘de waarheid’ en ‘de feiten’ al een halve eeuw steevast lacherig worden, want “objectiviteit bestaat niet”. Elk feit is tegenwoordig een mening, ook bij niet-intellectuelen. Schattig hoor dat het grootste dagblad van de Sovjetunie ooit Pravda heette en ook het dagblad van de Communistische Partij Nederland De Waarheid – maar datsoort dingen doen wij niet meer. Logisch. Maar wat dan wel?

Pomerantsev zegt dat in samenlevingen waarin de helft van de mensen in de leugens van een regime gelooft, factchecker een kansloos beroep is. Zou het? Zijn biografen die in archieven zwoegen en zich suf interviewen om de waarheid over vaak minieme details te achterhalen, ook soms dom bezig?

Delmer wierp zich na de oorlog weer op de journalistiek. Hij probeerde de manager van een nieuw Duits persbureau te worden dat de Duitsers zou leren hoe objectieve informatie eruit ziet. Hij werd na een jaar onderuit gehaald door iemand die via een Zwitserse krant de informatie lekte dat hij het brein achter de Britse campagne was geweest. Zo’n manipulator was toch totaal ongeschikt voor het nieuwe Duitsland?

En zo kwam het dat hij nog vijftien jaar als rondreizende reporter zou werken, totdat zijn krant genoeg kreeg van Delmers rekeningen voor vijfsterrenhotels. Wordt beweerd. Hij stopte ermee toen de Koude Oorlog op zijn hoogtepunt was, denk ik dan. Misschien schreef hij de verkeerde dingen.

<1> Zie onder meer het recente boek Helden oder Feiglinge? (Helden of lafaards?) van Dr. Stefan Kurt Treiber, historicus en gids in het voormalige concentratiekamp Dachau. Hij bestudeerde hiervoor rond de duizend biografieën van deserteurs uit de Wehrmacht.

Zo win je een propaganda oorlogDe propagandist die Hitler te slim af was
Peter Pomerantsev
Uitgeverij Het Spectrum
ISBN paperback 978900037609

ISBN e-book 9789000376254
Verschenen april 2024

Bestelinformatie

Bestel als paperback bij bol.com (€ 24,99)
Bestel als e-book bij bol.com (€ 14,99)

Anneke van Ammelrooy
Anneke van Ammelrooy
Anneke van Ammelrooy (1955) is journalist en vertaalster. Ze schreef onder andere Alles is er niet, een persoonlijk verslag van haar eerste jaar in Irak. Ze was hoofdredactrice van het Leids universiteitsweekblad Mare, Publiek Domein, Keesings Historisch Archief en OR-informatie. Voor de Volkskrant schreef ze over cultuur en politiek. Bij het ANP was ze redacteur Arabische landen. Ze werkt aan een boek over de toekomst van politieke partijen (2003-2010).

Fijn als je dit artikel met anderen deelt:

Lees ook...

1 REACTIE

  1. I.v.m. het gebrek aan campagnes van de Navo en nationale inlichtingendiensten, zie bijvoorbeeld een interview van maart dit jaar met Kenneth Lasoen, Belgische deskundo die o.a. werkt bij het Nederlandse Kenniscentrum Security Intelligence.
    Citaat: “We moeten de structuren – zoals de Russische bots – waarlangs de desinformatie wordt verspreid, uitschakelen en met een eigen boodschap bestrijden. Ik zeg niet dat er een ministerie van waarheid moet komen. Maar zelf aan een hoog volume verspreiden wat we als de objectieve waarheid evalueren: waarom gebeurt dat niet?”
    https://www.standaard.be/cnt/dmf20240329_95662430 (je kan na registratie drie artikelen per maand gratis lezen)

LAAT EEN REACTIE ACHTER

Vul alstublieft uw commentaar in!
Vul hier uw naam in