Loe de Jong, de helft van iemand anders

ā€œDe Jong lijkt in een staat van gestolde rouw te hebben geleefd,ā€ concludeert Boudewijn Smits in zijn monumentale biografie van de geschiedschrijver die Nederland een beeld op de Tweede Wereldoorlog schonk waarmee het met zijn vermoorde onschuld in het reine kon komen. Loe de Jong noemde Het Koninkrijk der Nederlanden in de Tweede Wereldoorlog ā€œgesublimeerd verdrietā€. Thuis kon hij het niet, over de oorlog praten. De twee vrouwen in zijn leven viel die introversie zwaar. Zijn ouders en jongste zusje werden in Sobibor vermoord, zijn schoonzus in Auschwitz. Maar de Survivorā€™s guilt die hem volgens zijn psychiater parten speelde, had vooral betrekking op zijn tweelingbroer.  ā€œEen tweeling zijn, dat werkt misvormend,ā€ bekent hij in een interview met Ischa Meijer in 1973, en aan Bibeb, drie jaar later: ā€œJe weet niet wie je zelf bent, altijd de helft van iemand anders.ā€ Sally was de meest opgewekte, stralende, sociaal vaardige van de twee, voorbestemd om ooit de Nobelprijs te krijgen. Loe was pathologisch jaloers op zijn evenbeeld, hij ging ervoor in therapie in het begin van de jaren vijftig. Niemand kon de broers uit elkaar houden, tekent Boudewijn Smits op uit de mond van tijdgenoten. Ik nam de proef op de som door de onderschriften bij de fotoā€™s pas te lezen nadat ik probeerde te raden wie van de twee Loe was. Vijf uit vijf, cross my heart.

Loe ontspringt in die bange meidagen van 1940 de dans, Sally en zijn gezin wisten niet te ontkomen. Nadat Sally zijn zonen bij een pleeggezin heeft ondergebracht, een hartverscheurend moment, onderneemt hij met zijn vrouw een tweede poging. De Zwitsers sturen hen als ongewenste vreemdelingen weer de grens over, aan de voet van de PyreneeĆ«n worden ze gearresteerd. Als verslaggever van Radio Oranje zit Loe dicht op het nieuws. Wanneer de eerste berichten van de Shoah Londen bereiken ā€“ die van Szmul Zygielbojm, een ontsnapte Jood uit het getto van Warschau, Gerhard Riegner, vertegenwoordiger van het World Jewish Congress, en ss-er Kurt Gerstein ā€“ blokkeert hij die kennis. ā€œHet niet-willen-weten,ā€ noemt Loe dat verdringingsmechanisme in zijn hoofdwerk.

De rest van zijn leven zal in het teken van de bewustwording staan. Vanaf den beginne heeft hij met het Rijks Instituut voor Oorlogsdocumentie een pedagogisch doel voor ogen, een ā€œmoreel-staatkundige bezinningā€ op de bezetting. Boudewijn Smits rekent af met de mythe dat de premissen van die missie pas in de jaren tachtig ter discussie werden gesteld, door Jan Bank en Hans Blom onder andere. Vakbroeders en journalisten bekritiseerden zijn rigide schema van collaboratie en verzet. Renate Rubinstein stelde indringende vragen naar aanleiding van De bezetting,  W.L. Brugsma had het in De Gids over ā€œwerkelijkheidsontkenningā€. Het Nederlandse publiek accepteerde Loe de Jong echter zonder omwegen als de morele autoriteit in het goed en fout van de oorlog en liet zich en masse onderwijzen over de verschrikkingen van 1940-ā€™45. Althans, in de eerste helft van de jaren zestig. Toen de serie vanaf 1966 werd herhaald, schommelde de kijkdichtheid nog maar rond de tien procent. Op de redactieburelen van Vrij Nederland trad inmiddels een nieuwe generatie aan ā€“ Rinus Ferninandusse, Joop van Tijn, Martin van Amerongen ā€“ die wars was van de pro-Atlantische houding van De Jong. Dat was de belangrijkste les die hij uit de oorlog getrokken had: de neutraliteitspolitiek, waarin hij als correspondent van De Groene Amsterdammer in 1939 nog had geloofd, had gefaald. Terwijl de protestgeneratie ā€œJohnson, moordenaarā€ scandeerde, werd De Jong als een representant van het establishment gezien. Nadat Ferninandusse in 1969 Mathieu Schmedts had opgevolgd als hoofdredacteur van Vrij Nederland, stapte De Jong op als buitenlandcommentator van de voormalige verzetskrant. Het ontslag betekende het einde van zijn journalistieke carriĆØre.

De jaren zeventig stonden in het teken van de politieke controverses, met als dieptepunt de zaak-Aantjes in 1978. Tijdens een persconferentie op 6 november van dat jaar maakte de directeur van het RIOD naar aanleiding van een eigenhandig ingesteld onderzoek wereldkundig dat de fractievoorzitter van het CDA tijdens de oorlog lid was geweest van de Waffen-SS en als bewaker had opgetreden in strafkamp Port Natal bij Assen. Daarmee had Aantjes wellicht zijn Nederlanderschap verloren. De pers was uiterst negatief over het optreden van De Jong: hij had zich de rol van scherprechter in plaats van rechercheur aangemeten. Brugsma sprak in de Haagse Post van een ā€œnummertje audio-visueel standrechtā€, Han Lammers vond het onaanvaardbaar dat ā€œeen instituut dat praktisch kan opereren als een staat in de staat allerhande personen en hun nakomelingen in een kwaad daglicht kon stellen.ā€ Hans Blom noemde de affaire achteraf ‘het grootste bedrijfsongeluk in de geschiedenis van het Niod.’

Loe de Jong. 1914-2005. Historicus met een missie is een complete biografie, in de volle betekenis van het woord. De Jong domineerde als het morele geweten de naoorlogse herinnering aan de bezetting. De wijze waarop die autoriteit in de loop der jaren ter discussie werd gesteld, door de IndiĆ«gangers, de protestgeneratie van de jaren zestig en de nieuwe lichting historici in de jaren tachtig, maakt op de eerste plaats veel duidelijk over Nederland in de tweede helft van de twintigste eeuw. Boudewijn Smits weet dat verhaal duidelijk te vertellen, in een heldere afgewogen stijl. Hij overtuigt ook in de duiding van de persoonlijkheid van Loe De Jong, waarbij hij geholpen werd door de talloze zelfbekentenissen die De Jong in zijn Herinneringen en indringende interviews geopenbaard heeft. Fascinerend is dat De Jong die publieke openhartigheid paarde aan een totaal gebrek aan mededeelzaamheid aan het thuisfront. Hij heeft zijn neefjes Abel en Daan, de zonen van Sally, bepaald niet geholpen in hun zoektocht naar hun vader. ā€œHet heeft geen enkele zin je met het verleden bezig te houden. Richt je op de toekomst,ā€ beet de historicus hen toe.

Nog steeds de helft van iemand anders.

Loe de Jong. 1914-2005. Historicus met een missie
Boudewijn Smits
Uitgeverij Boom
ISBN 9789461054678
Verschenen april 2014

Bestelinformatie

Bestel hier als hardcover bij bol.com (ā‚¬ 39,90)

Eric Palmen
Eric Palmen
Eric Palmen is historicus en hoofdredacteur van Biografieportaal. Hij schreef onder andere Kaat Mossel, helleveeg van Rotterdam en Dwaze liefde, een familiegeschiedenis, uitgegeven bij Prometheus. Voor Historisch Nieuwsblad, de Volkskrant,Vrij Nederland, Het Parool en Elsevier Weekblad schreef hij artikelen over de biografie.

Fijn als je dit artikel met anderen deelt:

Lees ook...

LAAT EEN REACTIE ACHTER

Vul alstublieft uw commentaar in!
Vul hier uw naam in